Chapter 6

2.9K 174 29
                                    


Chapter 6

De zon schijnt oppeens extreem vel de kamer binnen. Mijn oogleden beginnen te branden van de plotselinge hoeveelheid licht, ze laten zelfs enkele tranen door.

Kreunend draai ik me om, druk mijn gezicht in mijn kussen en snuif de geur diep in. In een ruk zit ik weer rechtop. Dit is niet de vertrouwde geur van bloemetjes en de nieuwe dag, dit is een rare mengeling van rotting en schoonmaakmiddel.
Kokhalzend ga ik rechteroog zitten.

"Lekker geslapen?" Zegt een zware donkere stem.Er zit een sarcastische ondertoon in de manier hoe hij de woorden uitspreekt. Gelijk verstijf ik weer en laat de verwarrende beelden van gister door mijn hoofd razen. Ryan ligt op zijn bed een appel te bestuderen zonder er een hap van te nemen.

Ik schraap mijn keel en laat me weer zakken op de bank. "Hmm" mompel ik. Ik ben bang voor zijn reactie dus draai ik me om. Me er sterk van bewust dat ik nog steeds dezelfde kleren draag als gister en waar ik ook ingeslapen heb. Alleen dat is nu wel het minste waar ik me zorgen over maak.

Ik hoor hem kreunen en de ruimte verlaten. Tot mijn grote opluchting. Ik werd gek van de druk die hij zonder dat hij het zelf door had op me legt. Ik ga wat rechter op zitten, ook al protesteert mijn hoofd hevig.

Mijn ogen glijden over de ruimte, op zoek naar een uitgang. Mijn hoop verdwijnt echter als sneeuw voor de zon als ik merk dat de enige deuren in de kamer de deur naar de woonkamer en badkamer zijn. Ook heeft de kamer maar één raam die er niet opgebouwd lijkt te zijn voor ontsnappingen. De ramen zijn smal en hoog.

Voorzichtig zet ik mijn voeten op de vloer. De rillingen gieren door mijn ruggengraat als mijn blote voeten contact maken met de extreem koude vloer die door mijn voeten lijken te snijden. Mijn lichaam voelt nu opeens steenkoud aan. Bibberig zet ik een paar passen naar de deur waar een paar vage stemmen vandaan komen. Van de afstand waar ik nu sta kan ik er maar een paar woorden uit opmaken.

Inwendig vervloek ik mijn nieuwsgierigheid en doe voorzichtig de klinkt naar beneden om de deur op een kiertje te zetten.

"Ik word gek, Aubrey" De stem van Ryan dringt mijn schedel binnen als een drilboor als ik door de kier van de deur doorkijk. "Die geur... je hebt geen idee hoe lekker en hoe verleidelijk haar bloed ruikt. Ik word gek van opwinding"

"Concentreer je, je weet wat er gebeurt als we haar bloed drinken" De ergernis in haar stem is duidelijk te horen. "Je kan je toch wel inhouden, zo lekker ruikt haar bloed ook weer niet"

"Aubrey, ik wil haar nek openscheuren, haar lichaam in stukken reten en mijn tanden door elk stukje huid boren. Ik kan het niet meer volhouden, mijn lichaam schreeuwt om haar bloed"

"Je bent laf, Ryan. Je durft niet eens te vechten tegen je bloeddorst" haar woorden klinken steeds sterker. De ergernis is verdwenen, maar aan haar toon kan je horen dat ze haar houding terug begint te vinden.

Ryan kijkt gefrustreerd voor zich uit en nu begint hij met de ring om zijn vinger te spelen. Die verrekt veel op Aubrey's ring lijkt. "Waarom zou ik ertegen vechten als ik ook gewoon kan toegeven?"

Aubrey's knal blauwe ogen beginnen te twinkelen, "Omdat dat een teken van zwakheid is" als ze ziet dat die woorden niet door hem doordringen wijst ze naar de richting van de deur waardoor ik snel moet wegduiken. "Kijk haar dan, ze is zo weerloos en onschuldig. Denk eens na over alle dingen voordat je gelijk actie onderneemt en moord omdat je denkt dat dat de oplossing is"

"Jij bent degene die me overhaalde te gaan moorden"

"Dat was omdat je zo gebroken was" zucht Aubrey.

Die woorden lijken de woede van Ryan op te laten waaien. "Ik was vroeger zwak en nu ik mijn menselijkheid uit heb gezet ben ik een nieuw persoon. Een sterker persoon, machtig, sterk en onoverwinnelijk. Zelfs sterker dan jou, Aubrey. Dus ik zou eerst uitkijken voordat je roekeloze woorden in het rond gaat slingeren" Hij schreeuwt de woorden zo hard dat mijn oren beginnen te kloppen.

Aubrey krimpt duidelijk ineen van zijn aanstaanjagende woorden. Ookal waren ze niet aan mij gericht, toch heb ik de neiging voor hem te buigen als het moest. 

"Als ik er niet was geweest had je haar al leeggezogen dan...dan...." haar fluisterende woorden worden meegevoerd door de koele ochtend wind die door het open raam in mijn richting waait. "Dan weet je wat er gebeurd zou zijn"

"Waarom maak jij je daar druk om?"

Ik besluit dat ik genoeg heb gehoord en trek me terug. Het is allemaal te veel informatie om te onthouden, ik moet het opschrijven. Ik kruip terug naar de bank waar ik me realiseer dat ik geen materiaal heb om dingen mee op te schrijven. Geen pen, geen papier.. Nee, hier kom ik niet ver mee. Misschien heeft die Ryan wel iets liggen? Voorzichtig laat ik mijn ogen de kamer scannen en zie al vrij snel een reusachtig bureau in de hoek van de kamer staan. Het is van donker bruin eikenhout wat een apart contrast heeft met de licht geverfde muur. 

Ik sta op als ik me besef hoe dom het er eigenlijk uit ziet, een bruinharig meisje rond de 16 kruipend als een baby over de vloer naar een bureau.  

Zijn bureau ligt bezaait met papieren, contracten en boeken. Ik pak een random boek van de tafel en blader er even in. Gelijk klap ik het weer dicht als ik de eerste zin lees. 

'Dit dagboek is eigendom van Ryan Harrison'

Het is een dagboek. Het dagboek van Ryan, de bloedslurpende psychopaat, de persoon die steeds praat over je 'menselijkheid' uitzetten, wat dat ook mag betekenen. Mijn hart gaat als een razende te keer. Ik wil het zo graag openen en lezen over Ryans geheimen, maar dat zou duivels zijn. Bloedzuiger of niet, iedereen heeft recht op privacy. Ik schuif het bruine, oud uitziende boekje naar de andere kant van het bureau. Het valt me op dat de rest van de boeken er allemaal hetzelfde uit zien. Zouden het allemaal dagboeken zijn? 

Ik schut mijn hoofd, dat kan niet. Niemand kan zo lang leven om zo veel dagboeken te hebben. Of misschien? Ik heb ergens gehoord dat bloedzuigers eeuwig leven, dus dan zouden dit in principe allemaal dagboeken van Ryan kunnen zijn. 

Het is een raar idee dat Ryan al zo lang kan hebben geleeft. Maar ik ken hem niet, en Aubrey ook niet. Misschien leeft zij nog wel langer dan hij.     

Een duistere stem achter me laat me me een gat in de lucht springen.

"En wat denk jij dat je aan het doen bent?"



Clarice (book I)Where stories live. Discover now