Chapter 7

2.7K 168 19
                                    


Chapter 7

Geschrokken draai ik me om. Ryan staat in de deuropening met over elkaar geslagen armen mij met fronsende wenkbrauwen aan te kijken. Ik stel me voor hoe dit er in zijn ogen moet hebben uitgezien.

"I-ik.." Ik weet niet wat ik moet zeggen. Hij denkt vast dat ik aan het neuzen ben in zijn spullen. Wat misschien ook wel deels waar is.

Omdat ik zijn doordringende blik niet langer kan verdragen, buig ik mijn hoofd en kijk naar de vloer. Het betrapte gevoel gaat over naar schaamte. Mijn hoofd voel ik warm worden en ik weet zeker dat hij zo rood moet zijn als een tomaat.

De vloer onder zijn voeten kraakt als hij stappen in mijn richting zet. "Antwoord mijn vraag" snauwt hij. De ingehouden woede is makkelijk te horen door de trilling die door zijn stem weerklinken.

Ik recht mijn rug en kijk diep in zijn steengrijze ogen. "Ik zocht papier en pen"

Een valse grijns speelt zich om zijn lippen, waardoor er een rij parelwitte tanden tevoorschijn komen. "En dan dacht je dat je dat zomaar in mijn spullen kan gaan zoeken?"

Snel schut ik bibberend mijn hoofd.

"Wat doe je daar dan nog?" Hij loopt op me af en sleurt me hard mee aan mijn arm richting de badkamer. "Ga je opfrissen"

Ik zou niks anders liever doen, als ik maar voor een paar seconden uit zijn ogen mag verdwijnen. Ik stap de badkamer in en doe gelijk de deur op slot. Voordat ik de moeite neem om badkamer te bekijken check ik nog even of het slot wel echt op slot zit.

Dan draai ik me om. Mijn adem stokt in mijn keel. Ik weet niet wat ik had verwacht maar dit in ieder geval niet. De badkamer is luxe en het heeft een totaal andere sfeer dan de ouderwetse maar toch stijlvolle andere kamers in het appartement.

Ik ga voor de spiegel staan en bekijk mijn spiegelbeeld. Ik ben niet zo'n make-up mens en daar ben ik voor één keer dankbaar voor. Er is alleen wat mascara uitgelopen maar dat kan ik zo weghalen. Ik laat de kleren van me afglijden en stap onder de douche.

Tijdens het douchen besef ik me te laat dat ik alleen mijn oude kleren aan kan doen. Ik zucht mijn angst weg draai heel voorzichtig de deur van het slot af en verstevig mijn greep om de handdoek die mijn lichaam bedekt.

Ryan ligt weer op zijn bed een gif groene appel te bestuderen. Ik snap niet wat voor nut het heeft om voedsel te observeren, ik zou het gewoon opeten. Hij draait zijn hoofd alsof hij me al had horen aanlopen en fronst zijn wenkbrauwen. "Wat?"

"Ik m-moet...i-ik heb" ik kom niet goed uit mijn woorden en dat irriteert me mateloos. "Ik heb schone kleren nodig"

De frons op zijn gezicht veranderd in een vage glimlach. Zijn borstkas gaat een beetje op en neer alsof hij grinnikt, maar dat weet ik niet zeker. Gegrinnik is een teken van vermaking en dát, is nog wel het laatste wat ik van hém zou verwachten. "Weet je, Clarice" Hij spreekt mijn naam heel sensueel uit, wat me bang maakt. "ik heb vandaag met een vriend van mij afgesproken. Alleen ik vertrouw het niet om jou hier achter te laten. Dus ik neem je mee, oke?"

Het moet voorstellen als een vraag maar het komt er eerder uit als een bevel. Ik moet dus mee naar vrienden van hem, dat betekend dat we buiten de deur gaan. 'Ontsnappen!' schreeuwt mijn verstand. Dit is mijn kans ik. En die moet ik pakken.

"Daar liggen wat kleren voor je" Hij wijst naar een stapeltje kleren in de hoek van de kamer. Ik knik en raap de kleren op. Zodra ik bezig ben met ze aan doen merk ik tot mijn grote afschuw dat op één van de kleren een rode vlek zat bij de hals. Ik verdring de gedachte hoe Ryan aan deze kleren moet zijn gekomen. Ze kunnen toch ook gewoon van die Aubrey geweest zijn? Maar de gedachte alleen al dat ik misschien wel de kleren draag van iemand die dood is, doet mijn maag zich omkeren.

Uiteindelijk heb ik mezelf overgehaald om de kleren gewoon aan te trekken. Daarna zaten we in de auto op weg naar een specifiek café waar die geheimzinnige vriend, waar Ryan geen woord over losliet, op ons zit te wachten. Ik had met mijn armen over elkaar geslagen uit het raam gestaard en negeerde de onderzoekende blikken die Ryan me steeds toe worp. Ik wist niet wat hem mankeerde maar mijn handen begonnen te zweten van de zenuwen.

Op een gegeven moment schraapt Ryan zijn keel. "Clarice, vertel eens iets over jezelf" zijn woorden klinken, zoals altijd, als een bevel dus ik voel me verplicht deze vraag te beantwoorden. Hoe verbaasd ik ook ben over deze oprechte interesse.

Vervreemd kijk ik naar hem, "Wat moet ik vertellen dan?"

Twijfelend wend hij zijn blik naar de weg. Zijn blik zou ik bijna beoordelen tot onzeker maar dat is iets wat ik me niet bij Ryan kan voorstellen. "Gewoon, iets over je familie" Weer die twijfelende pauzes die aangeven dat hij niet goed weet wat hij moet zeggen.

"Ik woon samen met mijn moeder, stiefvader en stiefbroertje in de stad" mijn gedachte dwaalt weg naar het huis waar we heen verhuisde wanneer ik tien was. Toen ik tien was, verdween mijn vader inneens. Hij was weggegaan en had nooit meer iets van zich laten horen. Omdat er te veel herinneringen aan het huis vast zaten zijn we verhuisd naar hier. Mijn moeder ontmoette Matias, mijn stiefvader, en kreeg nog een kind van hem.

Ik kan dat kleine mormel nauwelijks mijn broertje noemen. Hij heeft teveel weg van Matias en ik heb de grootste hekel aan de man waarmee mijn moeder samenwoont.

"Heb je nog hobby's?" Vraagt hij. Zijn gezichtsuitdrukking is gespannen. Ik zou een moord plegen om te weten te komen wat er op dit moment in zijn hoofd omgaat.

Ik besluit de vraag te stellen die al een tijdje in mijn hoofd rondspookt. "Waarom vraag je dat allemaal?"

Zijn schouders gaan omhoog, "laat maar" 

Ik zweer dat ik bijna, bijna een blos op zijn wangen zag.....

Clarice (book I)Wo Geschichten leben. Entdecke jetzt