Youth

300 11 0
                                    

{ 𝘚𝘦𝘵𝘵𝘪𝘯𝘨 𝘧𝘪𝘳𝘦 𝘵𝘰 𝘰𝘶𝘳 𝘪𝘯𝘴𝘪𝘥𝘦𝘴 𝘧𝘰𝘳 𝘧𝘶𝘯.
𝘛𝘰 𝘥𝘪𝘴𝘵𝘳𝘢𝘤𝘵 𝘰𝘶𝘳 𝘩𝘦𝘢𝘳𝘵𝘴 𝘧𝘳𝘰𝘮 𝘦𝘷𝘦𝘳 𝘮𝘪𝘴𝘴𝘪𝘯𝘨 𝘵𝘩𝘦𝘮. 𝘉𝘶𝘵 𝘐'𝘮 𝘧𝘰𝘳𝘦𝘷𝘦𝘳 𝘮𝘪𝘴𝘴𝘪𝘯𝘨 𝘩𝘪𝘮 }

Iemand klopt op de deur van de dormitory.

'Ga weg.' zeg ik.

Diegene klopt nog een keer.
'Ik zei: ga weg.'

Lily's trekt de deur open.
'Ik moest je komen halen van Remus.' zegt ze. Ik zit op mijn bed.

'Zeg maar dat ik niet kom.' antwoordt ik en ik trek mijn dekens over me heen.

Lily slaat haar armen over elkaar heen en gaat tegen de muur staan.
'We weten beide dat dat geen optie is.' zegt ze. Ze zucht diep. 'Je moet echt opknappen.'

Ik weet dat Lily gelijk heeft, maar het boeit me niks. Het is nou een week geleden dat Regulus het uit heeft gemaakt en ik zie er sindsdien uit als een wrak. Lily had me die middag in de dormitory gevonden. Natuurlijk heeft ze mijn laatste pakjes sigaretten ook in de fik gestoken. Dus ik heb nu helemaal niks meer. In ieder geval niet tot de aankomende hogsmead trip, als ze daar überhaupt sigaretten verkopen.

Lily loopt naar me toe en houdt haar hand voor mijn neus. 'Je moet wel.' zegt ze. Ik zucht, ik haat het dat ze altijd gelijk heeft. Ik neem haar hand aan en ze helpt me overeind. Beneden staat de jongens op me te wachten.

'Dat werd tijd.' zegt Remus. Ik rol mijn ogen. Ik heb geen zin in zijn preek.

'Later we nou maar gaan. zeg ik. James en Sirius wisselen een blik uit.
Ik negeer het maar.

'Succes.' zegt Lily. Ik grimas.

Ik volg de jongens naar buiten toe. Daar volgt Sirius Remus naar de shrieking shack en volgen Peter en James mij naar het bos toe.

We lopen door het donkere bos. Verderop horen we allerlei andere beesten. Herten, eenhoorns, centaurs en thestrals, ik kan ze ruiken. Ik kan de hartslag van de twee jongens naast mij horen. Ik kan de bloed door mijn aderen horen stromen.

'Het is bijna tijd.' zeg ik. Mijn nek haren beginnen overeind te staan en ik begin als een gek te zweten.

James kijkt me bezorgd aan.
'Houdt nog even vol, we zijn nog niet diep genoeg.' zegt hij. Ik weet dat hij het niet verkeerd bedoeld, maar het is niet alsof ik controle heb over wanneer ik transform.

Door de tijdsnood beginnen we sneller te lopen en als we denken ver genoeg te zijn, laten we ons op een omgevallen boomstam zakken.
Ik krijg een rilling over mijn rug en mijn spieren beginnen zich aan te spannen.

'Sel? Gaat het?' vraagt Peter. Met opeengeklemde kaken schud ik mijn hoofd.

'Kom op, Pete.' zegt James. 'Ik denk dat het tijd is.'

Een tel later zijn de twee jongens verdwenen en staan in de plaats een prachtig groot hert en een rat.

Ik knijp mijn ogen dicht. Ik zit op mijn knieën op de grond en ik begin het uit te gillen van de pijn. Ik voel mijn botten breken. De tranen stromen over mijn wangen en dan wordt alles zwart.

Ik ren door de bossen. Ik voel me vrij, ik voel me zoals ik me wil voelen. Naast me rent een hert. Diep vanbinnen weet ik dat het James is. Het is een vriend, net zoals de rat. Vrienden van wie ik hou. Als we bij een riviertje komen sta ik stil. Ik huil naar de maan die ver boven me schijnt. Verderop hoor ik een andere weerwolf, hij klinkt bekend. Het hert maakt met zijn gewei een doorgang, zodat we verder kunnen passeren.

                          * * *

Ik heb een branderig gevoel in mijn buik. Ik open mijn ogen. Het eerste wat ik zie zijn de blaadjes aan de bomen.

'Sel? Ben je wakker?' vraagt Peter, hij komt naast me zitten.

'Mh.. mhm.' mompel ik. Peter helpt me overeind.

'Gaat het?' vraagt hij.

Ik knik.
'Alleen last van mijn buik.' zeg ik. Ik trek mijn shirt omhoog.
'Ah shit.' Er loopt een lange, diepe, verse snee over mijn buik. 'Dat wordt een nieuwe litteken. Kan jij James wakker maken?' Peter doet wat hem gevraagd wordt en schud James door elkaar.

'Wat?' vraagt James verward, als hij wakker wordt.

'We moeten Selene naar de ziekenzaal brengen.' antwoordt Peter. James knikt. Met z'n drieën vinden we ons de weg terug naar het kasteel.

                          * * *

'Ah Selene, kom maar hier liggen.' zegt Madame pomfrey, zodra ik de ziekenzaal binnen kom. James en Peter zijn naar de dormitory om te slapen.

Ik ga op het bed naast die van Remus liggen. Hij glimlacht zwakjes.

'Gaat het?' vraagt hij.

Ik knik.
'Met jou?'

'Bijna geen schade.' antwoordt hij. Ik ben blij voor hem. Meestal is hij degene die terug komt met de meeste wonden.

'Oké, laat eens zien meisje.' zegt Pomfrey en ze buigt zich over me heen. Ze trek mijn shirt omhoog.

'Oh dear, dat ziet er niet goed uit.' ze gaat vluchtig naar haar kast toe waar ze een flesje tevoorschijn haalt. 'Hier drink dit.'

Ik doe als wat me vertelt wordt en drink het vloeistof op.

Madame Pomfrey heelt mijn snee zo goed als ze kan. Natuurlijk kan ze niet voorkomen dat het een litteken wordt, maar het ziet er nu tenminste beter uit als dat het een uur daarvoor uitzag.

'Er is visite voor je.' zegt Pomfrey.
Ik ga overeind zitten.

'Laat maar komen.' zeg ik. Pomfrey knikt en loopt weg. Enkele seconde later komt Severus aanlopen.

Verbaasd kijk ik hoe hij steeds dichterbij komt. Ik had James, Peter of Sirius verwacht.

'Ugh.' zucht Remus, 'niet snivvy.'

'Hey.' glimlacht hij en hij gaat op een kruk naast mijn bed zitten.

'Hoi.' groet ik terug. Er is een akward stilte.

'Ik merkte wat voor dag het vannacht was... ik dacht ik kom je even opzoeken. Kijken hoe het gaat.'

'Het gaat prima.' antwoordt ik. 'Enkel een snee op mijn buik, verder niks.'

Severus bijt zijn lip, 'het ziet er niet best uit.'

Ik haal mijn schouders op, in ieder geval een poging om ze op te halen, 'het is best. Het valt mee.' zeg ik.

'Heb je honger? Ik kan wat eten halen?' vraagt hij, ik snap niet helemaal waarom Severus zo aardig doet, normaal komt hij nooit op de dag na de volle maan.

Maar ik kan niet ontkennen dat mijn buik rommelt, 'oké, ja, graag.' zeg ik met een glimlach.

𝐖𝐀𝐑 𝐎𝐅 𝐇𝐄𝐀𝐑𝐓𝐒 ☾ // MaraudersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu