24 - The Prank

502 24 2
                                    

'Waarom ga je überhaupt met Snivellus om?' vraagt James. Ik kijk hem geïrriteerd aan. Ik heb alles behalve zin om vragen te beantwoorden, vooral dit soort vragen. De tijd van het maand is aangebroken en dan bedoel ik daar mijn harig probleempje mee. Ik heb hoofdpijn en ik voel me enorm misselijk.
'Kunnen jullie je gewoon niet met mij bemoeien?' vraag ik en ik stop het laatste hapje eten in mijn mond. Vandaag hebben we gewoon weer les, in tegenstelling tot gister.
'In ieder geval, pas voor hem op. Hij zit aan de verkeerde kant. En volgens mij is hij of wilt hij ook nog eens een death eater worden.' zegt James en de haat is in zijn ogen te zien. Hoe vaak moet James dit zeggen?
Ik wil iets terug zeggen, maar Remus onderbreekt me.
'Later we maar gewoon naar de les gaan.' zegt Remus en hij staat op. Hij is er ook niet blij mee dat ik met Severus om ga, maar hij reageert niet zo stom als James en Sirius. Ik sta ook op en loop achter hem aan, op weg naar het Herbology lokaal.

~

Een aantal uren later zitten we weer in de great hall, alleen nu voor de lunch.
'We hebben hierna toch alleen nog DADA?' vraag ik. Remus knikt.
'We kunnen er vanavond trouwens niet bij zijn.' zegt Sirius dan uit het niets. Remus's hoofd schiet omhoog.
'W-wacht wat? Waarom niet?'
'We moeten allemaal nablijven bij Minnie. We hadden een prank uitgehaald, maar we werden weer gepakt.' zucht Sirius. Remus kijkt teleurgesteld naar zijn bord, het is al een tijdje geleden dat hij alleen moest gaan.
'Ah kop op Remus! Het is maar één keer, dat red je heus wel!' zeg ik, maar het blijkt niet veel te helpen, dus houd ik me mond maar.
'Het spijt ons echt mate.' probeert James. 'We hadden nooit zo stom moeten zijn om te pranken, we ware-.'
'Het is oké, James.' kapt Remus hem af en James is ook meteeen stil.

Na een tijdje is het weer tijd om naar onze laatste les te gaan, die vrijwel goed verloopt. Door de paracetamol die ik heb genomen is de hoofdpijn minder en kan ik me beter concentreren.

                              ~

In de bieb doe ik mijn laatste beetje huiswerk afmaken, om daarna op weg naar de common room te gaan om me klaar te maken voor de nacht. De avond valt al bijna, dus veel tijd heb ik niet. Na het eten, moet ik eigenlijk vrijwel direct naar het bos toe. Ik staar naar m'n bordje toe.
'Wij moeten nu gaan, oh en succes vannacht!' zegt James dan uit het niets. Ik schrik op en kom weer terug in de realiteit.
'Oh ja, bedankt,' mompel ik en ik sta ook op. 'Remus, kom je?'
Remus knikt en staat ook op. Samen lopen we naar buiten als onze wegen splitsen en ik naar het bos loop en Remus richting de womping willow.

POV Severus
In de verte zie ik Lupin richting de uitgang lopen, hij loopt naast Selene. Door Black zijn praatgrage mond weet ik waar Lupin elke maand naartoe gaat en hoe ik daar moet komen. Black had me niks over Selene verteld, wat doet ze daar? Ik sluip achter ze aan. Ik zie van een afstand hoe Selene afscheid van haar broer neemt en de andere kant op loopt, richting het bos. Ik laat Selene haar gang gaan en sluip verder achter Lupin aan, hij is immers degene waarom ik na de avondklok buiten ben. Met een lange stok laat hij de wilde womping willow stilstaan, alsof hij net bevroren is, wat me echter niet zou verbazen met dit koude weer. Lupin kruipt een kleine hol in de boom in en als hij paar minuten verder is, ga ik zachtjes achter hem aan.

POV James
Samen met Peter en Sirius loop ik naar het kantoor van Minnie. Waarom moeten wij zo vaak gepakt worden? Waarschijnlijk omdat Remus en Selene er niet bij waren, die doen meestal het denkwerk zodat we niet gepakt worden.
'Ah jongens, kom maar binnen.' zegt Minnie, we glimlachen ondeugend en lopen naar binnen. We komen hier een paar keer per week, dus we weten ondertussen wel waar we moeten zitten. 'Hier hebben jullie wat strafwerk, ik ga even naar Dumbledore toe en ik kom over vijf minuten terug. Ik wil dat jullie hier rustig blijven.' zegt ze en ze loopt weg. Zodra Minnie het kantoor verlaat begint Sirius in zich zelf te grijnzen. Waarom?
'Wat grijns je?' vraag ik aan hem. Sirius kijkt me met zijn ondeugende grijze ogen aan, geen goed teken dus.
'Kijk naar Snivellus!' grijnst hij en hij geeft de Marauders map aan mij. Mijn ogen worden groot.
'Hij loopt recht op de womping willow af, wat heb je gedaan?' Vraag ik angstig.
'Ik heb hem misschien over de ingang vertelt en hoe je er moet komen.' grijnst Sirius dom. 'Jij wilde hem toch weg hebben?'
'Wat the fuck, Black! Ben je gestoord! Ik wilde niet meteen dat hij vermoord zou worden, Remus gaat hem vermoorden!' zeg ik hysterisch. Sirius kijkt me verward aan.
'Dus...? Des te beter toch?'
'Denk je dat Remus het zichzelf ooit zal vergeven als hij erachter komt dat hij een moord gepleegd heeft?! Denk eens een keer aan iemand anders en wees niet zo egoïstisch.' Sirius kijkt schuldig voor zich uit. 'Geef je überhaupt wel iets om Remus?'
'I-ik geef heel veel om hem.' stottert Sirius.
'Weet je wat, laat ook maar, ik hoef niks van je te horen.' antwoordt ik. 'Wormtail, als Minnie vraagt waar ik ben, zeg dat ik levens red.' met dat gezegd te hebben ren ik met mijn stok in mijn handen weg. Ik ren naar buiten en ren rechtstreeks door naar de womping willow, ik pak een stok van de grond en laat er zo voor zorgen dat de boom stil gaat staan.

POV Severus
Ik loop een soort tunnel door, verderop hoor ik Lupin schreeuwen. Wat is er met hem aan de hand? Het klinkt als een pijnkreet. Ik loop gewoon door, te nieuwsgierig om om te draaien. Wat als hij mijn hulp nodig heeft? Wat moet ik dan? Des te verder ik kom, des te harder het vreemde geluid klinkt. Het is een soort grom en Lupin hoor ik nergens meer. Ik verstijf als ik eindelijk door heb waar ik ben, de shrieking shack. Hoe ben ik hier gekomen? Ik loop een kronkelig trappertje op en kom bij een hal terecht. In de hoek zie ik iets groots en beestachtigs staan. Ik kijk wat beter en zelfs door het donker heen merk ik wat het is, een weerwolf. Ik verstijf en zie hoe het beest op me af komt gestormd.

POV James
Zo snel als ik kan ren ik de tunnel door. Ik ben uitgeput, maar ik doe er alles aan om door te kunnen lopen. Snel verander ik in mijn animagus vorm, hierdoor krijg ik het voor elkaar om sneller te rennen. Ik hoor Remus in de verte al grommen en ik hoop zo dat ik niet al te laat ben. Ik kom aan bij de shrieking shack en hoe onhandig als een hert, ren ik de trap op. Daar zie ik Snape en Remus oog in oog staan. Remus wilt naar Snape uithalen. Snel spring ik ertussen en met mijn gewei duw ik Remus aan de kant. Het beest huilt eventjes en snelt zich dan een kamer in. Ik verander weer in mijn mensen vorm en loop naar Snape toe.

POV Severus
Nooit had ik gedacht zo ten einde gekomen. Vermoord worden door een weerwolf, hoe grappig. Dreigend komt het op me afgelopen. Achter me hoor ik wat lawaai, maar ik kan niet omkijken, dat zou mijn dood worden. Ik probeer mijn stok te pakken, maar door de angst, laat ik hem vallen. Beschermend sla ik m'n armen voor me gezicht en net als het beest wilt uithalen komt er een hert tussen gesprongen. Snel pak ik mijn toverstok weer op en kijk toe hoe het hert de weerwolf wegdrijft. De hert draait zich naar mij om en verandert in een mens. Om precies te zijn in Potter. Met grote ogen kijk ik hem aan.
'Wat doe jij hier, Potter?' sis ik.
'Je leven misschien redden!' antwoordt hij en hij trekt me mee naar de tunnel. Ik trek me pas los van hem als we weer buiten de womping willow staan. Nu merk ik pas dat Potter een diepe, hevig bloedende snee in zijn wang heeft, waarschijnlijk door Lupin.

𝐖𝐀𝐑 𝐎𝐅 𝐇𝐄𝐀𝐑𝐓𝐒 ☾ // MaraudersWhere stories live. Discover now