24 - Happier than ever

465 20 2
                                    

- 𝘐 𝘥𝘰𝘯'𝘵 𝘳𝘦𝘭𝘢𝘵𝘦 𝘵𝘰 𝘺𝘰𝘶
𝘐 𝘥𝘰𝘯'𝘵 𝘳𝘦𝘭𝘢𝘵𝘦 𝘵𝘰 𝘺𝘰𝘶, 𝘯𝘰
'𝘊𝘢𝘶𝘴𝘦 𝘐'𝘥 𝘯𝘦𝘷𝘦𝘳 𝘵𝘳𝘦𝘢𝘵 𝘮𝘦 𝘵𝘩𝘪𝘴 𝘴𝘩𝘪𝘵𝘵𝘺
𝘠𝘰𝘶 𝘮𝘢𝘥𝘦 𝘮𝘦 𝘩𝘢𝘵𝘦 𝘵𝘩𝘪𝘴 𝘤𝘪𝘵𝘺 -

De volgende ochtend loop ik samen met een strompelende Remus naast me door de gangen, onderweg naar de Herbology kassen. Onderweg komen we Sirius tegen. 'Remus, wacht!' roept hij van een afstand, maar Remus loopt stug door.
'Moony! Moons! 'Remus!'
'Piss off, Black.' antwoordt Remus geïrriteerd en hij loopt verder. Ik geef Sirius een twijfelachtige blik en ren daarna achter Remus aan.

                              ~

Allemaal gaan we in rijtjes staan als Proffesor Sprout het lokaal binnen komt.
'Goedemorgen allemaal!' roept ze zoals gewoonlijk vrolijk. Nadat een aantal kinderen "goedemorgen" terug hebben geroepen, begint ze met haar verhaal. 'Vandaag gaan we starten met de Getande Geraniums. Jullie moeten een week lang de Geranium verzorgen, je cijfer hangt af van hoe de conditie van de plant na afloop en hoe vaak jullie ervoor zorgen. Jullie gaan te werk in groepjes, die ik al gemaakt heb.' een paar Ravenclaws maken een afkeurend geluid, die professor Sprout negeert. 'Groepje 1 zijn Evans, McKinnon, Potter en Williams!' roept ze, waardoor Lily tevreden naar Marlene kijkt en Williams - een Ravenclaw jongen - geïrriteerd naar James. 'Dan het tweede groepje zijn miss Lupin, mister Lupin, Black en Vance!' En vanaf dat moment ben ik afgehaakt met luisteren. Waarom moet Sprout dit ons aandoen, heeft ze de ruzie tussen Remus en Sirius niet meegekregen ofzo? Alle docenten weten er van, en zij moet het nog even extra inwrijven? Gelukkig hebben we Emmeline Vance in onze groepje. Ze is aardig én slim. Natuurlijk zit ze dan ook in Ravenclaw '-Ga allemaal maar bij elkaar staan, ik zorg dat elk groepje een Geranium krijgt!' zegt Prout na een tijdje. Ik loop naar Emmeline toe en Remus en Sirius nemen mijn voorbeeld op. Het blijft ongemakkelijk stil en gelukkig komt Proffesor Sprout eindlijk met onze Geranium aangelopen. Snel pak ik mijn Herbology boek erbij.
'Dit ding heeft aardig wat verzorging nodig.' mompel ik en ik draai het boek naar de rest toe, die de tekst aandachtig leest. De plant heeft vier keer per dag water nodig, s'nachts, s'ochtends, s'middags en s'avonds en om dan nog niet te praten over de andere taken die volbracht moeten worden, zodat hij gezond blijft. 'Hoe zullen we de taken opdelen?'
'We kunnen misschien om de keer de taken vervullen, dus de ene dag bijvoorbeeld Remus en Sirius en de volgende dag jij en ik en zo door...' antwoordt Emmeline.
'Ik vind het goed...' antwoord ik en ik kijk verwachtingsvol naar de jongens.
Remus kijkt me geïrriteerd aan.
'Denk maar niet dat ik met hem ga.' zegt hij en hij wijst naar Sirius.
'Remus, alsjeblieft. Het spijt me oké?' zegt Sirius dan. 'Ik weet niet wat me bezielde, i-ik dacht niet na. Alsjeblieft, vergeef het me-' maar Sirius kan zijn zin niet afmaken.
'Nee!' roept Remus kwaad en hij loopt rood aan. De hele klas kijkt de twee jongens aan. 'Het is niet "oké". Je hebt me laten voelen alsof ik echt een fucking monster ben jij bastard, je hebt me fucking gebruikt voor je eigen goddamn shit, goddamn son of a bitch, en weet je wat, asshole? het is uit, ik ben er klaar mee. Go to hell, Black!' en Remus loopt met tranen in zijn ogen het lokaal uit.
'Holy Shit!' mompel ik geschokt. Sinds wanneer scheld Remus zóveel? Verward kijkt Emmeline Sirius aan.
'Ik weet dat er iets tussen jullie is gebeurd, maar wat heb je nou eigenlijk precies geflikt dat hij zo boos is?' vraagt ze, maar Sirius die ook met tranen in zijn ogen zit, rent het lokaal uit. Professor Sprout loopt naar ons toe.
'Wat in Merlins naam is hier nou weer aan de hand?' vraagt ze.
Komt er één achter hoor. Alle docenten praten erover, vele leerlingen praten erover, maar zij, zij weet het natuurlijk niet.
'I-ik-' begin ik. Ik ben helemaal sprakeloos. 'Ik- het spijt me professor, het is gewoon een zwaar weekend voor de jongens en mij geweest, mag ik alsjeblieft naar ze opzoek?' vraag ik, met tranen in mijn ogen.
'Ik- Uhm, Tuurlijk.' antwoordt Sprout met een frons en ze richt zich op James die gebeten wordt door de Geranium.
'Zal ik mee gaan?' vraagt Emmeline.
'Ik ehm- ik denk dat ik beter alleen kan gaan.' zeg ik, waarop ze begripvol knikt. Ik gooi mijn tas over mijn schouder en ren ook het lokaal uit. Meteen hoor ik iedereen roddelen in het lokaal, maar het boeit me niet. Ik moet mijn broer vinden, wie weet wat er wel niet kan gebeuren anders. Ik zoek op alle plaatsen waar ik denk hun te kunnen vinden, maar beide jongens blijken in rook op te zijn gegaan.
Ik zoek in de dormitory, de common room, de astronomy tower, maar nergens zijn ze te vinden.
'Shit.' mompel ik en ik ren weer terug naar de jongens dormitory.
Ik sla de deur open en zak neer bij James zijn koffer. Tussen zijn spullen door zoek ik naar het stuk perkament als ik hem eindelijk vindt...
'Yes!' roep ik opgelucht. Ik pak mijn toverstok erbij. 'I solemnly swear that I'm up to no good!' Langzaam begint de tekst "messrs. Moony, Wormtail, Padfoot and Prongs, Purveyors of Aids to Magical Mischief-Makers
are proud to present:
THE MARAUDER'S MAP" te verschijnen. Ik sla de map open en zie honderden labels met namen. Ik scan de map door totdat...
'Remus.' zeg ik en ik wijs naar het labeltje "Remus Lupin." Hij is in de shrieking shack. Ik gooi de kaart aan de kant en ren weer weg.

~

Als ik bij de womping willow aankom, doe ik precies als dat de jongens me eerder hadden uitgelegd. Ik kijk om me heen om te kijken of iemand me ziet en als dat niet het geval is, pak ik een lange stok van de grond af en duw hem tegen de boom aan. Ik blijf tegen de boom prikken, totdat ik het goede plekje heb gevonden en dan uit het niets verstijfd de boom compleet. Ik verroer me niet een seconde en ren naar het hol onder de boom. Ik buk neer en met nog een laatste glimp naar achter me klim ik het hol in.
Hoe verder ik erin loop, hoe donkerder de tunnel waar ik doorheen ren wordt.
Als ik na een tijdje doorren, kom ik aan bij de shrieking shack. Ik herken het door het donkere hout. Ik ren de trap naar boven toe, waardoor ik in een halletje terecht kom. Ik open de deur in het halletje. Het is een kamer met op het bed een huilende Remus. Ik ren uitgeput naar hem toe en kniel voor hem neer.
'Remus - Remus, gaat het?' vraag ik ongerust. Hij heeft zijn gezicht in zijn handen verborgen. Remus heeft tientallen keren verteld hoe erg hij deze plek haat, en toch zit hij hier vrijwillig, buiten de volle maan om.
Hij kijkt op.
'Fuck off, Selene.' mompelt hij en hij wilt weg draaien, maar ik hou hem tegen.
'Remus, alsjeblieft.' smeek ik. 'Je ziet toch zelf ook wel dat dit zo niet langer gaat?' vraag ik.
Hij kijkt me met zijn rode, waterige ogen aan.
'Ik kan het gewoon niet meer aan.' fluistert hij. Ik knijp mijn ogen dicht en er rolt een traan naar beneden.
'Remus...' zeg ik. 'Ik hou zoveel van je. Ik weet hoe je je voelt, maa-'
'Dat weet je niet.' onderbreekt hij.
Ik kijk licht verrast op.
'Ik-'
'Je weet niet hoe ik me voel, Selene. Je hebt niet een persoon van wie je houdt die jou gebruikt.'
'Ik - zo bedoelde ik het niet.' zeg ik. 'Ik bedoel- ik- ik bedoel dat ik meeleef met je, medelijden heb met je...'
'Nou, heb het niet.' zegt hij weer furieus. 'Ik hoef je medelijden niet. Dit is wie ik ben, ik weet dat mensen zoals ik - zoals wij - niet het recht hebben om te leven.'
'Remus, dat heb je wel!' snik ik. 'Je hebt wel het recht om te leven, en iedereen die iets anders zegt is het juist niet waard.'
'Selene, je snapt het niet.' antwoordt Remus. 'Zelfs mijn vriend heeft me verraden, wie anders moet jou nog overtuigen dat we het niet waard zijn?'
'Het was een ongeluk,' zeg ik. 'Sirius bedoelde het niet zo. Hij was gewoon naïef.'
'Naïef, dus dat is wat we het nu noemen. Hij heeft zijn punt bewezen, je maakt niet zomaar zo'n fout.' de tranen stromen over beide onze gezichten. 'Ik zeg het nog één keer Selene, laat me met rust.' Ik sta op, ik draai me om om weg te lopen, maar dan komt er woede van alle kanten en draai ik me weer naar hem terug.
'Ja, ga maar zielig doen hier, asshole!' schreeuw ik door de tranen heen, Remus kijkt weer op. 'Het kan je geen goddamn fuck schelen dat ik om je geef. Ik probeer je fucking alleen te helpen, jij pretentious douchebag. Ik hoorde je niet zeuren toen ik je eerder probeerde te helpen, ik hoorde je niet zeuren toen ik afgelopen weekend elke keer op je checkte of je nog oké was, ik hoorde je niet zeuren toen ik je omhelsde en je vertelde dat alles goed kwam, maar ik snap het, het is Selene maar, en Selene heeft natuurlijk geen gevoelens. Het is Selene maar, waartegen je altijd bot kan doen, want wie boeit haar gevoelens wat? Ik heb ook gevoelens Remus John Lupin, en jij breekt ze.' Remus kijkt me sprakeloos aan. 'Je bent een selfish motherfucker.'
Ik draai me weer om en zonder Remus nog een waardige blik te geven loop ik weg. Ik veeg de tranen over mijn gezicht weg met mijn mouw.

𝐖𝐀𝐑 𝐎𝐅 𝐇𝐄𝐀𝐑𝐓𝐒 ☾ // MaraudersWhere stories live. Discover now