11 - Severus snape

590 30 0
                                    

'Moony, waar ging je toen straks heen?' vraagt James, die samen met Sirius en Peter nog steeds in de hospital wing zit.
'Ik en Remus, moesten even wat doen.' antwoord ik en ik ga weer in het bed liggen.
'Maar Moony zei dat hij ging overgeven.' antwoordt Peter niet begrijpend.
Ik wil Peter nu eigenlijk in elkaar slaan, maar we blijven netjes.
'Dat was ehm, omdat hij zich nog steeds niet zo lekker voelde na vannacht!' verzin ik snel en ik zet een gemaakte glimlach op. 'Toch, Remus?'
'Eh - eh, ja - ja dat klopt!'
James trekt een wenkbrauw op,
'Oké dan.'

~

Nadat de jongens weg waren kregen ik en Remus een preek van madam Pomfrey dat we niet zomaar weg mochten lopen.
'Het spijt ons, madam, maar het was noodzakelijk!' zeg ik.
'Jullie wonden helen ook!' antwoordt ze boos en ze loopt weg.
'Fijn.' zucht ik en ik ga liggen.
De stilte tussen mij en Rem is ongemakkelijk. Geen van beide weten we iets te zeggen. Ik lag op mijn rug met mijn gezicht naar het plafond. Ik zat in gedachte, ik had zoveel vragen. Hoe heb ik dit allemaal niet eerder kunnen hebben gemerkt.
'Psst, Remus!' fluister ik en Remus draait zijn hoofd mijn richting in.
'Ja?'
'Weet iemand anders er al van? Van jeweetwel wat?'
Remus schud zijn hoofd.
'Nee. Alleen jij.' antwoordt hij.
'Weten pa en ma het ook niet?' vraag ik. Weer schud Remus zijn hoofd. 'Oké. Ik ga slapen.'
Ik draai me van hem weg en sluit mijn ogen.

~

Ik word gewekt door een luid kabaal.
'Wat the hell is er aan de hand?' vraag ik terwijl ik me uitrek.
Als ik om me heen kijk zie ik Remus op de grond liggen. Ik schiet in de lach.
'Ben je nou serieus van je bed af gevallen?' schatter ik uit.
'Kan je inplaats van lachen, me misschien helpen?' vraagt Remus met een rode kop.
Ik grijns en sta op uit me bed. De vloer is ijskoud onder mijn voeten, ik loop naar Remus toe en help hem overeind.
'Dankje.' fluistert hij beschaamd en hij gaat weer in zijn bed liggen.
Net als ik ook weer in mijn bed lig, komt madam Pomfrey aangerend.
'Wat was dat voor geluid?' vraagt ze.
'Oh niks bijzonders.' grijns ik.
'Oh oké, ik kwam om te vertellen dat jullie weg mogen.' zegt ze en ze gaat er weer vandoor.
'Yes!' roep ik blij, blij dat we uit de ziekenzaal zijn ontslagen. Het is hier zo saai. Ik duw mezelf gelijk het bed uit.

~

We lopen met z'n tweeën de common room in en mijn ogen glijden meteen naar de jongens die bij het haard zitten. Ik trek Remus mee naar hun toe.
'Heyo!' zeg ik vrolijk.
De jongens kijken om en ze kijken ons verbaasd aan.
'Moeten jullie niet in de hospital wing zitten?' vraagt James met een wenkbrauw opgetrokken.
'Nee, we zijn ontslagen.' grijns ik en ik plof naast Peter neer, zodat Remus genoodzaakt is om naast Sirius te zitten. Remus kijkt me vurig aan, en ik geef hem een veelbelovende knipoog. Ik ga er namelijk alles aan doen om die twee te koppelen en ik weet niet eens of Sirius wel op jongens valt, maar daar kom ik nog wel achter. En ik ben vrijwel ervan overtuigd dat het zo is, meerdere punten wijzen ernaar.
'Hoe laat is het?' vraag ik.
Remus kijkt op zijn horloge.
'Zes uur precies.' antwoordt hij.
Hebben we zo lang in de ziekenzaal gelegen? Het eten begint al bijna.
'Laten we dan maar naar de great hall gaan.' suggereert James. 'Ik heb immens honger!'

~

'Hey Sirius, kan ik je straks even spreken?' vraag ik aan Sirius.
We zitten met z'n alle aan de Gryffindor tafel en Remus kijkt me vragend aan.
'Tuurlijk, my love.' antwoordt hij met een knipoog. Ik rol mijn ogen, maar ga er niet op in, alhoewel ik Remus een beetje gekwetst voor zich zie kijken. Logisch, toch? Nu wel, nu ik weet waarom.

                            ~

Sirius en ik zijn een leeg klaslokaal ingelopen.
'Nou, wat wilde je vertellen?' vraagt Sirius en hij gaat op een tafeltje zitten. Ik loop nerveus heen en weer te ijsberen. Ik heb niet echt een plan bedacht en hij zal wel raar opkijken als ik vraag: hey Sirius, val jij toevallig op jongens?
Sirius kijkt me indringend aan en ik word er alleen maar nog nerveuzer van.
'Val je op jongens?' floep ik eruit.
Fuck. Ik kan mezelf nu wel een klap geven. Sirius kijkt me verward aan. 'Sorry, ik verstond het denk ik niet goed, kun je dat even herhalen?' vraagt hij. Ik haal diep adem.
Nou kan ik echt niet terug.
'Val je op jongens?' vraag ik nog een keer.
Sirius zijn gezicht betrekt en ik weet niet zo goed of dat een goed teken is of niet.
'W-waarom vraag je dat?' stottert hij.
Ugh, wat moet ik zeggen? Ik kan niet zeggen: oh, ik probeer je gewoon te koppelen met mijn homo broer.
'Ehm, ik weet niet, ik dacht misschien is het zo, maar als het zo is kan je het me in alle vertrouwen vertellen.' verzin ik snel.
'Ik - ik denk dat ik maar moet gaan.' antwoordt Sirius en hij kijkt me raar aan. Zonder nog wat te zeggen loopt hij weg, mij achterlatend. Weird.

~

Diep in gedachtes loop ik weer terug naar de common room. Waarom gaat hij zó plotseling nou weg? Misschien ging hij weg, omdat hij inderdaad op jongens valt. Dat zou denk ik het meest logisch zijn, toch? Of misschien voelde hij zich ongemakkelijk. Maar waarom zou hij dan stotteren? Natuurlijk moet ik ook weer zo dom zijn om tegen iemand aan te lopen.
'Kijk eens even uit waar je loopt!' is mijn automatische reactie.
'Kijk zelf eens uit!' gaat de jongen er tegenin. De jongen heeft lang, zwart vettig haar en een beetje een haakneus. Ik kijk naar het logootje op zijn gewaad, hij is een Slytherin.
'Wat is je naam?' vraag ik uit het niets.
'Wat is jouw naam?' vraagt hij ook.
Bij Merlins beard, kan die gozer niet zijn eigen woorden bedenken of zoiets?
'Selene Lupin,' antwoordt ik dan. 'Jij?'
'Severus Snape.' antwoordt hij.
Ik kijk hem vol walging aan. Hij is dus degene die Lily een mudblood noemde.
'Ik walg van je, je beste vriendin een Mudblood noemen.' mompel ik.
'En ik walg van jou, dus wat wil je nou?' zegt hij, waardoor ik hem niet begrijpend aankijk.
'Wat in Merlins beard heb ík nou weer gedaan!?' roep ik uit.
'Jij bent vast net zo arrogant als die broer van je.' vraagt hij.
'Mijn broer is niet arrogant,' bijt ik hem toe. 'En wat heeft hij jou nou misdaan?'
'Hij heeft me jarenlang lopen irriteren, samen met die Black en Potter.' antwoordt hij en hij spuugt die namen zowat uit.
Dan herinner ik me weer wat Lily zei.
"De jongens hebben hem al genoeg gepest de afgelopen jaren" had ze gezegd.
'Dus, omdat mijn broer zo is, ben ik meteen ook net zoals hem?' vraag ik.
'Weet ik veel, zal wel.' antwoordt Snape verveeld.
'Oké, vreemd. Maar ik moet nu gaan, ik ga niet zo graag om met freaks die mensen vooroordelen.' zeg ik en ik loop weer verder. En ik voel dat Snape me nakijkt.

𝐖𝐀𝐑 𝐎𝐅 𝐇𝐄𝐀𝐑𝐓𝐒 ☾ // MaraudersKde žijí příběhy. Začni objevovat