54 - Oh No

229 11 2
                                    

Ik loop samen met Severus door de gangen van het kasteel. We hebben net onze eerste lessen gehad en zijn onderweg naar de great hall voor lunch.

De gang is compleet leeg en Severus ziet dit als een kans. Hij wendt zich plotseling tot mij. Zijn halflange haar valt voor zijn gezicht.
Hij stapt dichter naar me toe. Zo dichtbij dat ik zijn warme adem tegen mijn huid voel branden. Zijn hoofd is nog maar een paar centimeter van de mijne verwijderd. Hij duwt me tegen de muur, waardoor ik mijn schooltas laat vallen. Ik maak een geluid uit verbazing, maar hij onderbreekt het door zijn lippen op de mijne te drukken. Hij kust me ruw en ik voel honderden vlinders in mijn buik exploderen. Het is fantastisch. Zijn handen vinden hun weg naar mijn middel. Ik zet mijn vingers in zijn haar en begin ermee te spelen. Hij vraagt ​​om toegang met zijn tong en die geef ik hem.

Maar het moment duurt niet eeuwig omdat we ruig door iemand uit elkaar worden gescheurd. Vier jongens kijken ons verbaasd en boos aan. Een van de jongens, degene die mij en Severus uit elkaar scheurde, kijkt Severus het meest boos aan.
'Wat the fuck denk je dat je met mijn zus aan het doen bent, creep!?' roept hij uit en hij duwt Severus ruw tegen de muur. Waardoor ik het uitgil van angst.
'Wat-?' vraagt ​​Severus verbaasd. 'Wat the fuck doe je?' vraagt hij, hij probeert net zo intimiderend als mijn broer over te komen, maar hij faalt triest.
James pakt me bij mijn arm en trekt me beschermend naar zich toe.
'Het is oké, Sel, hij kan je niet meer aanraken, niet zolang wij hier zijn.' zegt hij geruststellend en hij staart Severus aan. Ik frons verward.
'Waar heb je het over- wacht eens even!' zeg ik en ik duw Remus - die met zijn vuist nog maar secondes van Severus' gezicht verwijderd is - opzij.

De vier jongens kijken me niet begrijpend aan.
'Sel, wat doe je?' vraagt Sirius met een frons. Ik ga verdedigend voor Severus staan.
'Ik denk dat we hier een héél groot misverstand hebben.' zeg ik en ik geef de jongens een geïrriteerde blik.
'En wat moet dat zijn?' Vraagt ​​Sirius terwijl hij zijn wenkbrauw optrekt. Remus heeft zijn ogen nog steeds op Severus gericht.
'Ik bedoel dat Sev me niet lastig viel... integendeel, het was uit vrije wil.' Zeg ik met een rood hoofd omdat ik me een beetje schaam dat de jongens er op deze manier achter moesten komen. Hun ogen worden groot van schrik en hun monden vallen open.
'Je maakt een grapje, toch?' vraagt ​​Peter, 'van alle jongens...hem?'
Ik bijt op mijn lip.
'Er is tenminste iemand die mij wilt hebben, Pettigrew, jij kunt zeker niet hetzelfde zeggen?' snauwt Severus, waarop ik hem een boze blik schendt.
'Ja, want het telt echt als je Amortentia gebruikt.' beschuldigd Peter hem sarcastisch.
Dit was de druppel voor Severus, en hij haalt zijn toverstok tevoorschijn.
James handelt snel en richt ook zijn stok op Severus.
'Waag het niet mijn vrienden aan te vallen, jij bastard!' sist James.

Ik ga tussen hen in staan.
'Hou op, jullie allebei!' roep ik tegen ze. De jongens geven elkaar een vuile blik, maar luisteren naar me, terwijl ze allebei hun toverstok wegleggen.
'Kunnen we allemaal rustig aan doen en gewoon praten? Alsjeblieft?' vraag ik. James schampert,
'Ik denk niet dat er veel te praten valt.'
Ik frons.
'Wat bedoel je daar nou weer mee?'
'Ik snap wat er gaande is. Ik ben niet zo dom.' zegt hij.
'Verbaasd me.' zegt Severus met een grijns.
'Zo dit is je geheime en oh zo mysterieuze vriendje, huh?' vraagt James. 'Triest dit.'
Ik schud zuchtend mijn hoofd.
'James... jongens, het spijt me, oké, maar dit is gewoon op wie ik val, of jullie het nou leuk vinden of niet.' zeg ik en ik sla mijn armen over elkaar.
'Blijkbaar.' zegt Sirius, van wie zijn blik van mij naar Severus en terug naar mij gaat.
'De meiden zouden het wel begrijpen...' zucht ik zacht. Sirius' blik verhard.
'Het spijt me om je teleur te stellen, maar wij zijn niet de "alle machtige meisjes." Meisjes zijn naïef en dom, ze denken altijd dat de eerste de beste jongen hun liefde van hun leven is. Eerst mijn domme broertje en nu Snivellus... schaam jezelf.' zegt Sirius kwaad en hij duwt me aan de kant. Zijn woorden doen me pijn, niet alleen om wat er word gezegd maar ook door wie. De woorden ringen door mijn oren. Ik grijp zijn pols.
'Gedraag je alsjeblieft niet zo.' zeg ik smekend. Hij rolt zijn ogen.
'Ik liet je nog met Reg gaan, ik wist hoe het zou aflopen met zo'n sukkel van een broer van me en inplaats van leren van je fouten maak je nog grotere fouten.' spuugt hij. Hij trekt zijn arm uit mijn grip en loopt me voorbij. Ik doe mijn best om mijn tranen achter te houden, terwijl de andere drie jongens ook langs me heen gaan, alle drie met een razende blik.

Ik staar ze aan terwijl ze uit het zicht verdwijnen.
'Dat is niet hoe het zou moeten gaan.' zucht ik zacht, een traan rolt over mijn wang. Severus slaat ongemakkelijk zijn arm over me heen. Ik kijk naar hem op. 'Denk jij dat ik dom en naïef ben?' vraag ik. Hij glimlacht zwakjes en veegt mijn traan weg.
'Ik denk dat je geweldig bent.' fluistert hij en hij geeft een kusje op mijn wang. 'Die jongens zijn... morons. Ze draaien wel weer bij... denk ik.' ik zucht.
'Ik hoop het.' antwoordt ik. Ik kan niet geloven dat ze zich zo gedragen. Ik snap dat ze misschien gekwetst zijn, of boos, maar is dit niet overdreven? Ik bedoel ik steunde Remus en Sirius ten alle tijden, maar elke keer als ik iemand date kraken ze me af. Het is gewoonweg oneerlijk, maar dat kan hun waarschijnlijk helemaal niks boeien. Ik zucht diep.

𝐖𝐀𝐑 𝐎𝐅 𝐇𝐄𝐀𝐑𝐓𝐒 ☾ // MaraudersWhere stories live. Discover now