POV Caitlin - Op zoek naar mijn naamkaartje

14 4 2
                                    

Ik kan niet geloven dat ik zo stom ben geweest om mijn naam te geven. Hanna zegt dat ik het mezelf niet aan moet trekken, maar dat doe ik wel. Wat als ik straks in een pop verander? Dat wil ik helemaal niet! 'Caitlin, ik ken dat gezicht. Je zit te piekeren. Schuif je gedachtes aan de kant. Hoe moeilijk dat ook is.' Marnix geeft me een bemoedigende glimlach. Ik glimlach terug.

'Ja, bij jou speelde die Floris het spelletje ook veel gemener. Waarschijnlijk omdat hij net bij mij had gezien dat simpelweg naar een naam vragen niet bij iedereen werkt', zegt Hanna.

'Ik weet het, maar ik ben gewoon een beetje bang.' Ik wil zo graag teruggaan naar dat moment. In mijn hoofd ga ik terug naar daarnet toen ik de poppen aan het opruimen was. Die Floris kwam op mij afgelopen. 'Excuseer, weet jij toevallig waar de directeur is? Ik kom morgen de derde klas een workshop geven tijdens handvaardigheid en vandaag had ik een afspraak met de directeur. Ik kan hem alleen nergens vinden.'

'Is hij niet in zijn kamertje dan?' vroeg ik. De man had zijn hoofd geschud. 'Dan denk ik dat hij bij mevrouw Bakker is. De eerste verdieping en dan naar rechts. Daar moet u hem wel kunnen vinden.'

'Oké, bedankt... eh.'

'Caitlin', zei ik en daar heb ik nu dus ontzettend veel spijt van. Waarom gaf ik hem mijn naam? Ik had ook gewoon "graag gedaan" kunnen antwoorden. Stom, stom, stom! Waarom moest ik nu dan ook zo stom zijn? Ik word uit mijn gedachtes gerukt door Ashley, die mij aantikt en dan fluistert dat ze een zwart busje met geblindeerde ramen ziet.

'Kom, dan gaan we eens kijken of dat het busje van Floris is', fluistert Esra.

'Tuurlijk is dat het busje van hem.' Iedereen schrikt omdat Tigo gewoon hardop praat.

'Ssst!' sissen wij met zijn allen tegen Tigo.

'O, sorry, hoor,' sist hij terug, 'maar hoeveel zwarte busjes met geblindeerde ramen zullen hier staan, denken jullie?'

'Daar heeft Tigo wel gelijk in, kom', fluistert Marnix. We lopen naar de parkeerplaats toe, maar dan komt Floris ineens naar buiten.

'Dat is hem. Weg, weg, weg', fluistergilt Hanna. Snel verstoppen we ons in de bosjes.

'Zo, Gustaaf. Dat zijn alweer zeventien namen erbij.'

'Bèèh', blèrt het lammetje.

'Ja, Gustaaf. Ik ben ook heel erg blij. Dit is nog maar het begin. Straks zijn alle mensen in poppen veranderd en dan hebben de magiërs deze planeet helemaal voor onszelf.'

'Straks? Als je alle mensen in poppen wilt veranderen en je kan maar één iemand per uur betoveren, ben je honderdduizenden jaren bezig', fluistert Marnix.

'Dan is onze eerste tegenstander niet zo slim, maar dat vind ik niet erg. Dan kunnen we een beetje oefenen.'

'Onderschat je vijand niet, Ashley.' Esra kijkt haar met een waarschuwende blik aan.

Floris aait het lammetje over zijn rug. Daarna gaat er een wekker af. 'Is het alweer zover?' De Hostis pakt een zakhorloge uit zijn broekzak. 'Ja, er is alweer een uur voorbij. Dan kunnen we weer een naamkaartje gaan trekken.' We kijken elkaar met een veel betekende blik aan en houden onze adem in. Gespannen kijken we hoe Floris een kaartje uit de doos pakt. Niet ik, niet ik, niet ik, smeek ik in gedachten. Ik zie dat Marnix zijn vingers kruist en dat Tigo onrustig met zijn duimen begint te draaien. 'Is kijken, wie hebben we hier?' De vijandelijke magiër draait het kaartje om en leest de naam voor: 'Yara.' We slaken alle zes een diepe zucht van opluchting. Floris begint op een hoog toontje te lachen. 'Hihi, Yara is nu geen mens meer, maar een enge pop. Blijf jij maar even hier, Gustaaf. Ik ga nog meer namen vragen.' Floris zet het lammetje op de bijrijdersstoel neer en loopt dan onze school weer binnen.

Kinderen van PraesidiumWhere stories live. Discover now