1

6.4K 294 69
                                    

Met een klap loop ik tegen een donker figuur op. Ik kijk geschrokken op van het scherm van mijn telefoon en kan nog net een bezwete ambtenaar herkennen die zich zo snel mogelijk uit de voeten werkt om gauw thuis te zijn. Een geërgerde zucht slakend, rol ik met mijn ogen. Ik besluit verstandig om even mijn telefoon niet boven te halen en zonder stomme ongelukken naar huis te wandelen.

Het geluid van voorbijrazende auto’s klinkt dof in mijn oren terwijl ik met een stevige tred een rustige zijstraat indraai. Een paar onopvallende wagens staan geparkeerd in de lange schaduw van de torenhoge gebouwen waar allerlei ambtenaren en secretaressen hun job uitoefenen.

Loom van de verstikkende hitte kijk ik rond en laat mijn ogen over de weinige voetgangers en fietsers dwalen, op zoek naar iemand die mijn aandacht kan afleiden.

Onbewust valt mijn oog op een onrustwekkende gebeurtenis; een zwartharige jongeman wordt hardhandig een zwart, geblindeerd busje ingeduwd door twee gemaskerde mannen.

Mijn adem stokt in mijn keel wanneer ik besef dat dit meer is dan alleen mijn aandacht trekken. Ik vrees dat ik net getuige ben van een ontvoering.

Geschokt overloop ik automatisch alle opties die ik heb aangezien hier niemand anders in mijn directe buurt is. Ik kan zijn leven misschien wel redden als ik hem achterna ga. Dan kan hij het heel misschien wel heelhuids overleven.

Of ik kijk toe hoe zijn leven een dramatische wending neemt en ik mijn eigen leven tot het einde met een schuldgevoel doorbreng.

Lang heb ik niet nodig om tot een besluit te komen: ik ga hem redden.

Ik spring de eerste de beste taxi in die ik vind en schreeuw naar de nog jong uitziende chauffeur. ‘Volg die auto!’ roep ik met overslaande stem naar de blonde man. Een golf van adrenaline ruist als een tsunami door mijn aderen.

Dit heb ik altijd al willen doen.

Als het tot me doordringt dat de taxi niet vertrekt, staar ik de chauffeur verbaasd aan. Wat mankeert hem nou? Hij wrijft met zijn hand door zijn warrige, blonde haren en kijkt mij twijfelend aan. Hij is verre van preuts wanneer hij zijn donkerbruine ogen die onder een pikzwarte zonnebril zitten verstopt, over mijn lichaam laat glijden en zo een ongemakkelijk gevoel bij me achterlaat. Ik schat dat hij net voorbij de twintig is.

Zuchtend zwaai ik mijn handen in een wild gebaar. ‘Ik heb genoeg geld hoor!’

Hij grijnst lichtjes en drukt dan zijn gaspedaal diep in. Met een onzachte klap word ik tegen de achterbank gedrukt. Geld haalt iedereen over, denk ik geïrriteerd.

Het busje waar de jongeman werd ingesleurd, verdwijnt al snel met een levensgevaarlijke snelheid richting het einde van de stadskern. Mijn handen trillen van de zenuwen terwijl ik mijn tanden diep in het vlees van mijn lip zet.

‘Kom óp, ga sneller!’

Zijn ogen schieten kort naar mij alvorens hij zijn aandact terug op de weg voor ons fixeert en de snelheid op drijft. We komen al aardig in de buurt van het busje als ze onverwachts de snelweg opdraaien. Ergens in mijn achterhoofd begint er een paniekerig stemmetje te zeuren dat ik niet genoeg geld bij me heb.

Ik wimpel mijn geweten af en tel snel en op mijn hoede het geld dat toevallig in mijn broekzak zit. 10 euro en nog wat kleine, rosse centjes. Ik denk niet dat dat genoeg is om een achtervolgingsrit met een taxi te betalen...

Het zwarte busje rijdt gevaarlijk tussen alle aan een hoge snelheid rijdende auto’s door en wij volgen hen op een afstand van ongeveer tien meter. Niet al te opvallend hopelijk.

Onverhoeds rijdt het busje een afrit op. In de verwachting hen te volgen, kleeft mijn blik aan de bumper van het voertuig. Met een schok merk ik op dat we hen niet volgen, maar dat wij gewoon rechtdoor blijven rijden. Alsof de chauffeur opzettelijk beslist om niet te volgen.

Courage©Where stories live. Discover now