25

1.6K 80 24
                                    

Samen wandelen we de gang uit en de energie die Nash uitstraalt, prikkelt mijn zintuigen. Hij ruikt naar de rook van de sigaret die hij daarnet heeft gerookt en een zoetere geur. Zijn gezicht is dof en ik kan vanuit mijn ooghoeken zien dat zijn pupillen groter zijn dan normaal. De blik in zijn reebruine ogen is afstandelijk en wazig. Zijn handen trillen en zijn haar heeft een doffe, asblonde schijn.

We draaien de hoek om en ik loop bijna op een brede figuur, maar kan nog net mijn koers afwijken. Geschrokken kijk ik naar boven en vang de verbaasde blik van Luke. Hij laat ongegeneerd zijn blik over mijn lichaam dwalen en ik zet afschermend een stap achteruit.

Luke vangt mijn opstandelijke blik en draait zijn hoofd naar Nash toe. De blik die hij hem geeft is arrogant alsof er net iets is bevestigd wat hij al wist en had voorspeld. “Nash, waar is de wiet die ik had gevraagd?”

Nash wrijft verontschuldigend over zijn nek en kijkt Luke schuldig aan, maar Lukes blik is spottend, niet verwijtend. “Die eh... Die heb ik per ongeluk opgerookt,” mompelt Nash twijfelend.

Luke lacht en klopt Nash op zijn schouder. Ik kijk Nash beledigd en boos aan. Hij heeft drugs genomen?! Hoe kon hij?

Beide jongemannen negeren me en Luke lacht Nash toe. “Het is oké, ik heb al geen zin meer in wiet. Maar wel in iets anders,” zijn blik glijdt naar mij en ik zuig mijn adem angstig naar binnen en deins achteruit, “zorg dat ze iets deftige aan trekt en breng haar dan naar mijn kamer,” beveelt Luke Nash en hij haalt zijn hand van Nash’ schouder en loopt de gang uit, zijn macht uitstralende aura als zijn merknaam.

Nash draait zich naar me toe en lijkt me nu pas echt te zien. “Kom, we gaan je iets deftigs aantrekken,” herhaalt hij op een robotachtige toon alsof hij geprogrammeerd is.

Ik schud mijn hoofd en zet een stap van hem weg. “Ik kan niet geloven dat je drugs hebt gebruikt... Hoe kón je?!”

Nash kijk me verward aan en hij neemt mijn arm vast alsof hij niet goed weet wat hij moet doen door mijn protest. Met een ruk trek ik mijn arm terug en kijk hem boos aan. “Je bent wálgelijk.”

Mijn woorden lijken hem echt te raken en hij kijkt me geschrokken aan terwijl zijn wenkbrauwen trillen. Een klein moment voel ik me schuldig en ik reik mijn hand naar zijn arm uit, maar hij wijst mijn excuses af en loopt schorvoetend de gang door. Ik volg hem zonder het zelf echt bewust te beseffen en hij draait een sleutel in het slot en opent de deur. Een frisse wind blaast in mijn gezicht en verkoelt mijn bloedhete kaken.

Nash draait zich naar een kleerkast toe en trekt ze open waarna een hele stapel kleren tevoorschijn komt. Hij grabbelt er een donkerblauw, satijnen nachtjaponnetje uit en geeft hem met een onschuldige blik aan mij. Ik grijp hem uit zijn handen, maar gooi hem op de grond. “Alsjeblieft zeg, zoiets trek ik niet aan!” protesteer ik.

Nash knikt afwezig en grabbelt verder in de stapel kleren. Zijn blik wordt helderder terwijl hij tussen de kleren zoekt en zijn roes lijkt uit te werken. Hoe dieper hij tussen de kleren graaft, hoe dieper hij ook in zichzelf graaft om zichzelf te hervinden.

Uiteindelijk haalt hij een sportbeha uit, een warme, dikke trui en een kort shirtje uit. Ik trek mijn wenkbrauw op en kan een glimlach niet onderdrukken. “Is dit wat Luke sexy vindt?” grinnik ik.

Nash geeft me de meest intense blik waardoor ik me gegeneer en hem geschrokken aankijk, niet verwachten hem terug zo snel helder te zien.

“Vic,” Nash komt zo snel op me afgelopen dat hij ongewild tegen me opbotst en ik tegen de muur achter me bots,“trek dit aan. Ik wil dat je hier weg komt,” fluistert hij schril, “Het is hier niet meer veilig voor je en ik kan je niet meer beschermen.”

Ik kijk hem verwijtend aan met een greintje gekwetstheid. “Ik weet niet welke illusies jij je voor speelt, maar ik ben nooit meer veilig geweest sinds jij me hebt meegenomen.”

Nash laat zijn hoofd zakken en zuigt een hap lucht naar binnen voor hij me terug aan durft te kijken. “Ik weet het... Vic, ik zal je met rust laten. Dat zweer ik echt, maar alsjeblieft... Ik smeek je, maak dat je hier weg komt.”

Davids woorden gonzen in mijn hoofd en ik weet dat Nash gelijk heeft. “Je moet met me meekomen, Nash. Ik... Ik kan niet alleen gaan.”

Hij kijkt me verbaasd aan. “Ik dacht dat je me haatte? Waarom wil je dan dat ik met je mee kom?”

“Omdat ik niet kan overleven als ik vlucht. Dan vinden ze me binnen de kortste keren en kan ik naar mijn huidige vrijheid fluiten. Nash... Alsjeblieft,” fluister ik.

Mijn maag verkrampt bij de gedachte dat ik David niet kan meenemen, maar dit is mijn grootste kans om hier weg te komen. En ik heb Nash nodig om voor me te zorgen... En omdat ik hem niet kan achterlaten.

Nash fluistert dat hij er mee instemt en knikt naar de sportkleren. “Maak je klaar, het gaan heftige dagen worden.”

Ik glimlach dankbaar naar hem en trek de reui over mijn hoofs terwijl Nash naar de deur loopt. “Ik haal je zo meteen op en dan vluchten we.”

Ik gooi mijn beha op de grond en wissel hem om voor de sportbeha die een klein beetje te groot is, maar nog comfortabel zit. Ik trek het shirt over mijn hoofd en sla de trui om mijn schouders. Ik ruil Lukes dikke trainingsbroek in - wat opvallend opluchtend voelt - voor een sportieve, luchtige joggingsbroek.

Een zachte klop verraadt dat Nash binnenkomt en ik strik net mijn veters. “Klaar?”

Ik knik en hij houdt de deur galant voor me open zodat ik onder zijn arm door naar buiten kruip. Hij neemt me bij de schouder beet en stuurt me de tegengestelde richting in dan de plaats waar we Luke tegen het lijf zijn gebotst.

Hij laat me los en we lopen samen de gang door. We slaan een gang in een geroezemoes weerklinkt uit een open deur. Nash kijkt in paniek rond en de energie verandert naar een opgejaagd gevoel. Hij vloekt en kijkt me dan kort aan. “We kunnen alleen langs daar  naar buiten,” fluistert hij.

“We doen het gewoon, dit is onze enige kans,” vertel ik hem terwijl ik bemoedigend een stap vooruit zet. Nash knikt en hij zet samen met mij een stap vooruit richting de open deur en gefluister.

Wanneer we dichter komen, verandert het gefluister naar ontspannen gepraat en gelach. Ik concentreer me vooral op de stappen die ik zet, maar ik kan vaag Caspians stem ontwarren en ik voel me al een klein beetje beter op mijn gemak, wetende dat Caspian me nog een kans zou gunnen om te ontsnappen.

We naderen de deur en ik zuig een hap lucht naar binnen voor ik de deur  voorbij wandel. Nash kijkt me kort aan en geeft dan teken om door te lopen. Ik span mijn spieren en zet een snelle stap vooruit, maar blijf abrupt staan. Mijn spieren zetten me vast tegen de grond en ik kan alleen maar naar binnen kijken. Caspian en Anouar kijken me beiden aan samen met een paar andere jongemannen. Een zwartharige figuur draait zich langzaam naar me om terwijl hij zijn pint op de tafel voor hem zet en de sigaret in zijn andere hand in de assenbak dooft.

“Alex?”

;

BAM

Your mind is blown is het niet?

Ik zit nu in Oostenrijk (twee weken).

En ik heb net drie dagen Vienna/Wenen achter de rug (wat overigens een topstad is)

Doei.

©Britt_02

Courage©Where stories live. Discover now