7

2.9K 156 38
                                    

Alles is donker, ik kan niets onderscheiden. Heldere voetstappen klinken hol in de akoestische ruimte waar ik me bevind.

"H-hallo? Is daar iemand?" vraag ik bang.

De voetstappen houden halt en een plotselinge daling van de temperatuur doet me huiveren. Ik sla mijn armen om me heen en probeer de warmte terug te halen door snel over mijn bovenarmen te wrijven.

"Hallo?! Antwoord!" roep ik naar de geluidsbron. Mijn oren lijken wel te tuiten als ik een vage, raspende stem hoor.

"Mijn straffen komen op onbewaakte momenten, kleine prinses," antwoord de kille mannenstem.

"L-Luke? Ben jij dat? Blijf uit mijn buurt!"

Een schelle, koelbloedige lach vult de ruimte en lijkt me langs alle kanten te omsingelen. Ik zie geen steek voor ogen en draai angstig rondjes om de bron van de lach te achterhalen.

"Pas maar op, dit gaat erg pijnlijk voor je zijn." Je hóórt Luke gewoon grijnzen.

"W-wat gaat erg pijnlijk voor me zijn?" vraag ik angstig.

Luke let niet op mij en gaat gewoon door, mijn vraag negerend.

"Eerst ga ik je nog eens verkrachten," vertelt hij luchtig, waarna hij droog verder gaat, "dan schiet ik een kogel door je gebroken hart en uiteindelijk laat ik je verdrinken in je eigen bloed."

"W-wat?! Ben je gestoord?! Dat doe je niet! Dat is moord!" schreeuw ik terwijl ik nog steeds om mijn as draai om Luke te vinden.

Een immens brandende pijn vonkt door mijn lijf en ik zak op de grond.

Luke's stem klinkt maar een paar millimeter van mijn oor af: "Ben je klaar voor de meest pijnlijke dood die er bestaat?"

Ik sla in het wilde weg om me heen.

"Ga weg!"

Koude handen aaien over mijn hele lichaam, strelen plaatsen waarvan ik niet wil dat ze komen.

Ik probeer ze weg te meppen, maar ik kan me niet bewegen. Als verlamd lig ik op de grond en gaan de handen door. Ze gaan door en door en ik wil schreeuwen. Ik wil schreeuwen dat ze van me af moeten blijven, me met rust moeten laten.

Ik gil de longen uit mijn lijf, maar er komt geen geluid. Pure oerangst wekt zich in me op. De angst om niets meer te kunnen doen, om niets meer te kunnen zeggen, om niets meer te zien, om geen eigen onafhankelijke leven meer te hebben.

Plots vult een geweerschot mijn oren en ik kijk verschrikt rond, ook al zie ik niets in deze plakkende duisternis.

Ik beweeg mijn handen -ik kan ze opnieuw bewegen- en check na of ik niets heb. Ik laat ze over mijn voeten, benen, buik en armen gaan.

Met een schok voel ik plots kleverig bloed op mijn borst. Snel ga ik met mijn hand op verkenning.

Heel mijn borst hangt vol met mijn bloed. Bang schuif ik met mijn hand naar mijn hart.

Verschrikt hap ik naar adem. Bloed gulpt uit mijn hart over mijn borst. Mijn handen worden gedrenkt in het bloed. Mijn hart pompt steeds meer bloed naar de oppervlakte. Hij stopt niet, blijft door pompen als een razende gek.

Een ijselijke gil vult mijn oren.

Mijn gil. Mijn noodkreet.

Het voelt alsof ik word overspoeld met bloed. Dat alles in mijn kleverig, warme bloed wordt ondergedompeld. Het bloed komt al tot aan mijn slapen. Ik kan me niet meer bewegen. Ben terug verlamd.

Courage©Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu