13

2.7K 118 35
                                    

Bang voor wat ik ga aantreffen, knipper ik met mijn ogen. De plakkende, vereeuwigde duisternis ebt weg uit mijn brein, maar een nieuwe, oppervlakkige obscuriteit vervangt haar. Verdwaasd sluit ik mijn ogen terug en probeer mijn lichaam te laten wennen aan mijn ontwaking.

Mijn mond is nog droger dan alle woestijnen tezamen en mijn keel brandt. Ik probeer mijn keel te smeren, maar mijn speekselklieren zijn al net zo uitgedroogd als mijn mond zelf waardoor ik rare slikgeluiden maak.

Mijn handen, benen en voeten tintelen en liggen in een vreemde hoek. Mijn haar plakt aan mijn voorhoofd, nek en borst door al het zweet en de huid van mijn keel prikt. Langzaam maar zeker voelt mijn hoofd minder licht aan en ik besluit mijn ogen te openen met hernieuwde energie.

De oppervlakkige duisternis blijkt de donkere nachtlucht te zijn. Heldere sterren lijken wel door Godenhanden at random in de lucht te zijn gegooid. Hun witte licht weerspiegelt het kleine, stoffige raampje van het bescheiden, houten hutje tegen de okerkleurige houten planken die als vloer dienen.

Ik duw me recht op mijn ellebogen en zet me moeizaam recht. Al mijn spieren zijn stram en koud door het lange liggen in deze onnatuurlijke pose op de koude vloer. Ik laat mijn vingers over mijn keel glijden. Een dunne korst beschermt de horizontale snee in het midden van mijn keel.

Vage vormen onttrekken zich van de duisternis en ik herken een aantal huishoudelijke dingen zoals een kast, een bankje en een tafel. Een lange, sierlijke vorm staat geleund tegen de deurstijl die naar een ander vertrek leidt.

Door zijn arrogante houding herken ik hem meteen.

"W--"

"Nee, je bent niet dood," onderbreekt hij me meteen.

"Nee, idioot. Dat wilde ik helemaal niet vragen. Ik weet heus wel dat ik niet dood ben. Anders was ik heus wel in de hemel belandt en dan zou jij hier niet mogen zijn," vertel ik hem.

Nash' schaduw maakt zich los van de deurstijl.

"Hoezo?" vraagt hij met een verbitterde ondertoon.

Ik draai me naar hem toe en haal mijn schouders op. "Jij zou je in de hel bevinden, moest je ooit sterven," antwoord ik simpelweg.

Zijn lichaam verkrampt terwijl hij zijn woede probeert te beheersen. Ik krimp ineen en hoor snelle voetstappen zich van me verwijderen. Mijn hoofd ontwart zich van mijn opgerolde lichaam en onderzoekt de situatie. In het vertrek naast me hoor ik een glas breken en hout hol kraken. Een scherp gevloek volgt het breken van het materiaal op.

Ik schud mijn hoofd, maar een opgelucht gevoel verlicht mijn brein. Hij heeft zijn woede tenminste niet op mij uitgewerkt.

Ik sta langzaam op en volg Nash naar het andere vertrek. Het is er pikkedonker en ik zie geen hand voor ogen. Letterlijk.

Ik vertrek mijn mond. Een mobiel met zaklamp zou nu wel van pas komen.

"Heb je hier toevallig geen licht?" mompel ik vragend, niet wetend waar Nash zich bevindt.

"Nee. En ik ben ook niet van plan om hier een licht aan te steken," antwoordt hij scherp.

"Gezellig dan."

Hij snuift geërgerd.

"Dus..." Mijn vingers volgen de welving van een oude, zware kast en de contouren van een lade. "Wat is er eigenlijk gebeurd? Aangezien ik-"

"De hond viel je aan."

Voorzichtig schuif ik de lade open. Mijn vingers omklemmen vrijwel meteen een luciferdoosje.

"Ja, dat weet ik, maar wat gebeurde erna?" kap ik hem af terwijl ik het doosje uit de lade haal en er tevreden een lucifer uit haal.

"Als je me nu laat uitpraten, vertel ik je het misschien wel," antwoordt hij gepikeerd met zijn tanden op elkaar geklemt.

Courage©Tempat cerita menjadi hidup. Temukan sekarang