10

2.5K 163 34
                                    

De lucht is een pastelschilderij van lichtblauw, paars, donkerblauw, roze, oranje en geel. De maan staat al volledig rond aan de hemel zijn witte licht te schijnen en de zon gaat langzaam onder zodat er een vuur aan kleuren zijn pad uitwist. Het mooie en vredige spektakel is voor mij een duizelingwekkende gewaarwording: alle kleuren hebben een rare schijn en de lucht neemt telkens rare vormen aan. Mijn lichaam voelt aan alsof al mijn botten zijn verdwenen en mijn hoofd barst van de hoofdpijn.

Mijn borstkas rijst met pijnlijke snelheid op en neer terwijl de grijze kiezelsteentjes onder mijn voeten worden weggekaatst. Alex loopt voor me uit met zijn hand vastgeklemd in de mijne zodat ik niet zou omvallen. Ik hijg als een stervende astmatische labrador en mijn haar plakt vast aan mijn kaken, voorhoofd en nek terwijl we samen over de kiezelzee naar de verlaten straat aan de overkant lopen. We lopen voorbij de geparkeerde auto's, wetende dat we te traag zijn om ze op te starten.

We vluchten de straat over als bange herten en gooien onszelf de braamstruiken in. De doornen prikken door de jogging heen en snijden in mijn benen. Ik bijt verbitterd op mijn tanden om een pijnlijke gil tegen te houden. De bomen en struiken draaien voor mijn ogen.

De duisternis omarmt ons terwijl we door het mistige bos onze weg banen, maar de volle maan zorgt ervoor dat we genoeg licht hebben dat door het dichte bladerdak boven ons heen brandt en ons pad verlicht.

"A-Alex..." hijg ik,"i-ik kan ni-niet meer..."

Hij vertraagt en ik trek nog een spurtje om naast hem te kunnen lopen, maar de GHB heeft mijn oplettendheid zodanig aangetast dat mijn voet blijft haken achter een boomwortel. Een korte gil ontsnapt uit mijn mond. Ik vlieg door de zomerse lucht en laat Alex' hand los. Met een klap beland ik op de grond met mijn gezicht vol op de dode bladeren die her en der op de groene lentesprietjes liggen. Mijn hoofd tolt en bonkt en ik heb het gevoel dat heel mijn maaginhoud - wat totaal niet veel is - er zo meteen uitkomt.

Alex stopt en steekt zijn hand uit terwijl ik met mijn nagels over de grond schuur om terug recht te komen. Een luid geweerschot doet me bevriezen van angst en ik maak kort ongerust oogcontact met Alex.

"Denk maar niet dat jullie daar veilig zijn, domme idioten! Dít is míjn terrein!" lacht Luke gemeen in de verte terwijl er vijf lichtbundels door het bos schijnen.

Alex en ik bukken gehaast wanneer er een zoeklicht onze kant uit schijnt. Ik houd angstig mijn adem in en bid tot niemand in het speciaal dat we niet ontdekt worden. De lichtbundel zoekt verder, maar we blijven voor alle zekerheid toch zitten.

Een paar jongens beginnen te janken en te blaffen. Luid weergalmende schoten volgen en het blaffen van een echte herdershond jaagt me de stuipen op het lijf.

Ik maak angstig oogcontact met Alex en hij denkt duidelijk hetzelfde: we zitten in de val. Met de herdershond kunnen ze makkelijk onze geur volgen en vinden ze ons in no-time.

Alex neemt mijn hand terug vast en sprint weg. Ik spurt met hem mee terwijl we door de struiken en modderpoelen lopen. De bomen kronkelen voor mijn ogen. Een zoeklicht heeft ons gevonden en Luke's woorden weergalmen luid door het bos: "Pak ze!" gromt hij terwijl de woorden door mijn hoofd blijven echoën.

De herdershond blaft en gromt woest en ik loop automatisch sneller door de paniek die vermengt met GHB door mijn aderen stroomt. Alex trekt me mee naar rechts en ik struikel bijna over een blootliggende boomwortel. Alex houdt me recht en we lopen verder.

Water spat op tegen onze benen wanneer we door een grote plas lopen en mijn Adidassen zakken weg in de modder aan de rand van het mini poeltje. De hond blijft ons achtervolgen, maar blijkbaar wordt hij vastgehouden door iemand zodat hij niet naar ons kan toe racen waardoor zij het spoor zouden kwijtraken.

Courage©Where stories live. Discover now