2

4.2K 232 21
                                    

Dit is zo níet volgens plan!

Ik probeer het stuk touw dat rond mijn polsen zit een beetje los te krijgen.

Een tevergeefse poging.

Ik trek het touw alleen maar strakker vast. Oké, het touw is dus geen optie om te proberen los te krijgen.

Het stuk tape dan. Ik probeer zo dicht mogelijk bij mijn mond te komen met mijn handen. Als ik mijn vingers tegen de tape voel drukken zoek ik met de gevoelloze vingertoppen naar het uiteinde van de tape.

Als ik het uiteinde eindelijk na wat aanvoelt als een uur, vind, probeer ik het er zachtjes af te trekken.

De banden onder me maken onverwachts een hobbel beweging en mijn gevoelloze vingers rukken in één keer de tape van mijn mond. Ik kreun zachtjes en rol met mijn ogen.

Dit is echt weer iets voor mij.

Onder me hoor ik een ratelend geluid. Kiezel, vermoed ik. Waar in godsnaam neemt hij me mee naar toe?!

Snel probeer ik nog om mijn voeten los te maken. Mijn vingertoppen raken het ruwe houtachtige touw aan en proberen het wat losser te krijgen.

Als ik twee vingers tussen mijn enkels en het touw kan stoppen probeer ik het stuk touw naar beneden naar mijn schoenen te trekken. Met een vleugje geluk en een ontzettend venijnige pijn kan ik het touw half over mijn schoenen trekken zodat alleen het voorste deel van mijn voeten nog aan elkaar vast zit.

Plots merk ik op dat de motor van de auto geen geluid meer maakt. Een doffe klap volgt en het zweet breekt me uit.

Nash komt eraan.

Snel probeer ik hardhandig het touw over de rest van mijn voeten te schuiven zodat mijn benen al bevrijdt zijn als ik zou moeten vluchten.

Met gespitste oren luister ik naar de geluiden buiten de auto. Vaag hoor ik voetstappen die zich van mij verwijderen.

Hij gaat weg!

Dit is mijn kans om om hulp te roepen!

"Help! HELP!"

... Stilte.

Waarom is hier niemand? Misschien moet ik luider roepen?

"HELP!" Ik schreeuw de lucht uit mijn longen, maar niets wijst erop dat iemand me heeft gehoord. Ik verschuif me zodat ik met mijn lichaam tegen de kofferdeur lig en schop en sla zo hard als ik kan tegen de deur. "Help!"

Uiteindelijk hou ik op. Een zeurende pijn onstaat in mijn enkel en ik zucht. Er is geen enkele manier die ik nog kan verzinnen zodat iemand me zou horen.

"Iemand... ?" fluister ik zacht tegen de duisternis die me volledig toedekt.

Plots overvalt een zee van roos en oranje licht me en ik sluit krampachtig mijn ogen om niet blind te worden. Twee ruwe en stevige handen pakken mijn armen en trekken me recht uit de koffer. Een klein duister lachje bevindt zich recht naast mijn oor.

"Dacht je dat je kon ontsnappen, prinses?"

Ik snuif en open mijn ogen zodat ik recht in Nash' donkerbruine ogen kan kijken.

"Als je me nog een paar minuten had laten zitten, was ik zeker ontsnapt." antwoord ik zelfzeker waarna ik mijn kin een klein beetje hoger houd.

Met een vliegensvlugge beweging wat een kleine windvlaag veroorzaakt, heeft hij mijn haar vast en trekt het pijnlijk naar achteren.

"Je hebt wel veel praat voor een klein meisje dat in de problemen zit."

Ik snuif luid en hij duwt me ruw mee naar een groot vervallen bouwwerf dat in het laatste daglicht een verlaten indruk geeft. Snel scan ik de omgeving.

Courage©Where stories live. Discover now