Hoofdstuk 23

8K 349 11
                                    

Ik leg mijn hoofd op Rein zijn schouder en geniet van het moment. Het liedje undercover klinkt door het ene oortjes dat ik in heb. De zon brand op mijn huid en ik sluit mijn ogen doordat de zon echt pijn doet aan mijn ogen als ik ze open houd.

Ik open mijn ogen en zoek mijn zonnebril in mijn tas. Ik doe hem op en gelijk is het al een stuk prettiger om te kijken.

Ik bekijk de mensen massa. Dan herken ik hem, een blonden jongen met een voetbal, hij trapt hem naar iemand anders. Zo te zien houden ze een wedstrijdje.

'Rein, zullen we gaan?' Zeg ik terwijl ik al wat spulletjes in mijn tas inpak.

'Vanwaar die haast in een?' Hij bekijkt me vanachter zijn zonnebril en ik zucht ik wil niet sullig overkomen, maar ik wil ook niet tegen hem liegen.

'Daan is hier ook.' Slik ik en Rein zijn kaak verstrakt. 'Die Daan waarover je me verteld hebt?' Ik knik en kijk weg. 'Is goed, ik begrijpt als je wilt gaan.' Ik kijk op en zijn ogen ontmoeten de mijnen.

Hij glimlacht begripvol naar me, een blij gevoel schiet door mijn lichaam omdat ik hier met Rein ben en niet met iemand anders die gewoon zou willen blijven.

We pakken onze spullen op. Mijn bikini is al weer opgedroogd dus ik trek mijn jurkje er gewoon overheen aan. Rein houd zijn zwembroek aan als normale broek en trekt een shirt over zijn hoofd.

'Ik fiets weer.' Zegt Rein als hij mijn fiets uit het rek waarin ik hem had gezet tilt . 'Is goed.'

Rein stapt op en ik ga achterop zitten, langzaam begint hij met fietsen. 'Zit je goed?' Vraagt hij. 'Ja hoor.'

Hij begint harder te fietsen. En we zijn al vrij snel bij mijn huis. 'Nee het ligt niet aan mij, jij fiets serieus hard.' Rein glimlacht naar me en we lopen naar de voordeur.

Ik open met mijn sleutel de deur en we lopen naar binnen. Gelijk merk ik het temperatuur verschil van binnen en buiten. Binnen is het veel koeler wat juist wel lekker is.

'Wil je iets te drinken?' Vraag ik een beetje ongemakkelijk. 'Ja lekker, doe maar iets van cola ofzo.' Rein loopt achter mij aan de keuken in en ik schenk een glas cola voor hem in en pak voor mezelf appelsap.

'Dankje fleurtje' zegt hij als ik het glas voor hem neer zet. Normaal irriteer ik me er aan als mensen me "fleurtje" noemen maar op een of anderen manier is het bij Rein anders. Het klinkt leuk als hij het zegt, misschien komt het doordat ik er überhaupt al van houd om naar zijn stem te luisteren.

'Wil je mijn kamer zien?' Vraag ik als we ons drinken op hebben. 'Sure, show me.' We lopen naar boven en ik open de deur naar mijn slaapkamer.

Rein loopt naar binnen en laat zijn ogen over mijn meubels glijden eerst neemt hij alles in zich op. Dan gaat hij rond lopen, pakt sommigen dingen op en haalt het door zijn handen. Ik ga op mijn bed zitten en bekijk hem.

Automatisch siert er een glimlach op mijn gezicht als hij met zijn rug naar mij toestaat, de foto's in mijn kast bestuderend. "Kom, naast me zitten."

The story of us.Où les histoires vivent. Découvrez maintenant