Hoofdstuk 64

6.8K 293 82
                                    

We lopen langs een restaurantje en Rein kijkt er naar. 'Zullen we gaan lunchen? Ik heb best honger.' Stelt hij voor. Ik knik. 'Is goed.' We lopen het restaurantje binnen ik ga aan een tafeltje zitten en Rein zet de tassen neer, hij trekt zijn jas uit en hangt hem over een stoel waar hij daarna op gaat zitten.

'Je hebt echt teveel gekocht.' Glimlacht Rein naar me die zijn hoofd in zijn hand legt. 'Ik vind het lief dat je me tassen draagt.' Beken ik. Rein grijnst. 

'Moet wel, ze zijn zo zwaar dat jij het niet vol zal houden.' Knipoogt hij en pakt de menu kaart uit een houder. Zijn ogen glijden over de tekst.

'Ik neem de carpaccio denk ik.' Besluit hij en klapt de menu kaart weer dicht, wat is carpaccio nou weer dan? 'Wat neem jij?'

'Weet ik nog niet, had de menu kaart.' 'Ow wat asociaal sorry, helemaal niet bij na gedacht.' Gelijk overhandigt hij mij de menu kaart en ik glimlach naar hem.

Ik lees de verschillende gerechten en besluit voor een broodje met zalm te gaan. De maaltijd is gezellig we kletsen veel en de serveerster loopt duidelijk met Rein te flirten wat mijn bloed laat koken maar Rein lijkt het niet eens door te hebben. 

Waarom word ik toch altijd zo jaloers als het om Rein gaat. Ik betaal tot groot protest en heel veel boze blikken van Rein de rekening.

We lopen door de stad als Rein zijn telefoon gaat.

'Met Rein.'

'Ow, dus?'

'Moet dat perse? Ik blijf liever bij Fleur.'

'Oké best, tot vanavond.'

Rein zucht. 'Ik moet vanavond thuis zijn want mijn oma komt op bezoek en ze wilt graag dat ik er dan ben doordat ze mij al zolang niet gezien heeft.' Ik haal mijn schouders op.

'Zullen we nu naar mijn huis dan anders ben je nooit op tijd terug.' Hij knikt. Ik pak mijn telefoon terwijl we richting het station lopen en toets bij de 9292 app in dat we via Amsterdam naar Oss moeten.

'10 minuten wachten.' Deel ik mee en ga op een bankje zitten. 'Dat is gelukkig niet heel lang.' Zegt Rein die voor me blijft staan. Zijn telefoon trilt en hij pak hem uit zijn broekzak.

Hij glimlacht naar zijn telefoon en begint te type. Nieuwsgierig kijk ik hem aan. 'Mijn oma heeft cadeaus voor me mee gebracht.' Zegt hij en de trein rijd het station op. Ik spring op. 'De trein is er.' Zeg ik enthousiast en loop dichter naar het spoor toe.

Als de trein stopt lopen we naar binnen en gaan ergens zitten. We praten wat en ik leun met mijn hoofd tegen Rein aan en sluit mijn ogen. 'Fleur we zijn er.' Ik open mijn ogen en kijk om me heen. Ik heb geslapen? We lopen naar mijn huis en ik kijk toe hoe Rein zijn spullen inpakt. Ik zucht zachtjes. Ik wil niet dat hij gaat...

Als hij klaar is lopen we terug naar het station en zet Rein zijn tas voor zijn voeten neer. regendruppels spatten kapot op de grond. 

'Het regent.' Concludeer ik en sla mijn over elkaar heen. 'Hier trek mijn vest maar aan.' Rein trekt zijn grijze vest die hij bij mij thuis had aangedaan uit en geeft hem aan mij. Ik trek hem aan en gelijk heb ik het een stuk warmer.

'Succes met je examens alvast voor volgende week.' Zegt Rein en glimlacht naar me. Ik glimlach terug. 'Dankje jij met je toets.' 'Komt goed, me trein is er het was gezellig...' Rein knuffelt me stevig waarna hij de trein in loopt. Ik zwaai hem uit en ga richting huis. Het voelt kut nu ik bijna 2 weken lang met Rein was om weer alleen te zijn.

Het begint harder te regenen en ik rits Rein zijn vest dicht waarna ik de capuchon opzet. Er komt een auto naast me Rijden en het raam gaat open.

'Lift nodig?' Vraag Daan die me met zijn bekende grijns aankijkt. Ik zou eigelijk nee moeten zeggen. Zo snel als ik kan wegrennen en na moeten gaan denken hoe the fack hij aan die auto komt, maar het regent nu toch best hard en in 5 minuten thuis zijn in plaats van 20 klinkt goed.

Ik glimlach naar Daan. 'Ja, ja graag.'

The story of us.Where stories live. Discover now