H1: Race

212 26 3
                                    

'Opstaan slaapkop!' riep ik in Ferdriks oor en liep meteen weg. Ferdrik was niet echt een ochtendmens. In feite was hij ook helemaal geen mens, maar dat doet er nu niet toe. Zijn ogen schoten open en hij keek woest de kamer rond, opzoek naar mij. 'Freya, als je nu niet tevoorschijn komt stuur ik Star achter je aan!' snauwde hij en klauterde uit zijn bed. Ik kon mijn lach niet meer inhouden en kwam tevoorschijn. 'Sorry broertje, ik kon het echt niet laten'. 'Aerg, jij kan het nooit laten' klaagde hij en rekte zich uit. 'Maar nu je toch wakker bent' lachte ik. 'Zin om te gaan vliegen?'. 'De zon is amper op' zei hij en wees naar buiten. 'Boeit het?' vroeg ik en keek hem met mijn grote smeekogen aan. Hij zuchtte. 'Nee, dat boeit niet...'. 'Ja! Komaan!' lachte ik en trok hem mee door de gangen van het kasteel. Hij trok zijn arm los en liep lachend achter me aan. 'Wie het laatst in Barks is, is een domme jak!' riep hij en stak me voorbij. 'Deal!' riep ik en liep achter hem aan. We sprongen van het balkon en transformeerden. We raceten naar Barks, waar we bijna tegelijk aankwamen. 'Ik ben gewonnen!' riep Ferderik. 'Nee, echt niet, ik ben gewonnen!' riep ik. 'Hey jongens!'. Kron kwam aanlopen. Hij was vernoemt naar zijn opa, de broer van mijn oma, Kronos. En ook al was hij een neef van me, hij was volbloeds mens. Kronos had namelijk ook een mensenzoon en die is zijn vader, Jake. Die eveneens het stamhoofd van Barks was. 'Kron, vertel deze domme jak eens wie er gewonnen is' zei ik en wees naar Ferderik. 'Komaan zusje, waar is de liefde?' vroeg hij half lachend. 'Die is vervlogen toen je zei dat ik verloren ben' zei ik en keek hem "boos" aan. 'Natuurlijk' lachte hij en keek naar Kron. 'Wie was er eerst volgens jou?'. 'Ik weet niet, ik heb het niet gezien' zei hij schouderophalend. 'Gelijkspel?' vroeg Ferderik en keek naar mij. 'Oké, gelijkspel'. 'Wat doen jullie hier trouwens zo vroeg in de ochtend?' vroeg Kron. 'De zon is amper op'. 'Dat is exact wat ik haar ook al zei' zuchtte Ferderik. 'Ik kon niet meer slapen oké' zei ik. 'Waarom ben jij trouwens al op? Dat is ook niet van jou gewoonte'. 'Stab heeft me wakker gemaakt' zuchtte hij. Stab was zijn Pinnen steker. Hij was een mens, hij kon niet vliegen zonder draak, dat was logisch. En vliegen was een onmisbaar element geworden in deze tijd. Zeker na de Grote Drakenoorlog van een paar jaar geleden. Die eindigde nog voordat 1 van ons geboren werd, dus we hebben die tijd nooit meegemaakt. Ik snap gewoon niet waarom de mensen dachten dat draken slecht waren. Het bleef 1 groot raadsel... 'Nu we hier toch zijn, kunnen we evengoed met jullie mee gaan vliegen' zei Ferderik. 'Goed plan' lachte Kron en floot op zijn vingers. Stab kwam aanlopen en Kron kroop op zijn rug. 'Rond het kasteel en terug, de laatste betaalt de eerste 20 zilverlingen' lachte ik. 'Moet jij van alles een competitie maken?' vroeg Kron zuchtend. 'Je kent ons' lachte Ferderik en opende zijn vleugels. 'Ik zie jullie aan de finnish!'. 'Hey! Valse start!' riep ik en vloog achter hem aan. De start van een normale doordeweekse dag.

FreyaWhere stories live. Discover now