H26: Merodi

102 21 0
                                    

Pov Ferderik
Ik slenterde met tegenzin achter Freya aan. Waarom Bor? Van alle plaatsen in de hele archipel! Bor! Aerg... Hopelijk zou ik hem niet tegenkomen... Helaas ving ik zijn rosse haren in de verte op. Bij Odin, waarom?! Ik dook meteen tussen 2 huizen en liet daarbij Freya alleen. Ze zou zich wel redden, dat wist ik zeker. Maar de goden zijn me nooit goedgezind... 'Ferderik?'. Ik wilde me niet omdraaien maar deed het toch. 'H-Hey Merodi...'. Merodi was de zoon van Quinto, het stamhoofd van Bor. Vreemde naam, ik weet het, maar die van mij was ook niet normaal. 'Ik dacht al dat ik je zag' zuchtte hij en kwam voor me staan. 'Freya geniet van de markt'. 'Je weet hoe ze van winkelen houd' zuchtte ik. 'Wat doe jij hier? Zeker nadat...je weet wel' zei hij stiller. 'Het was ook niet mijn eerste keus om hierheen te komen oké' zuchtte ik. 'Zeker niet na, je weet wel'. Er viel een ongemakkelijke stilte en ik staarde naar de grond. Ik voelde zijn blik op me branden en keek op, alleen maar om in zijn volle bruine ogen te kijken. 'H-het is lang geleden dat ik je nog gezien heb...'. 'Dat komt doordat je me zei om uit mijn buurt te blijven een paar maanden terug' zei ik. 'S-sorry daarvoor... Het is alleen dat...je weet wel'. 'Ik weet het' zuchtte ik. 'En het spijt mij ook'. 'Wat wij deden was fout Ferderik' zei hij stil. 'Het mag niet meer gebeuren'. 'M-maar voel je niet hetzelfde dan?' vroeg ik stil en een beetje triest. Hij zuchtte en sloot zijn ogen. 'Natuurlijk wel... Maar het mag niet, dat weet jij ook'. 'I-ik wil niet langer bij jou wegblijven Merodi...' fluisterde ik. 'Dit is niet iets dat overwaait, toch niet voor mij'. 'Denk je dat het voor mij makkelijk is?' siste hij. 'Ik zit wel op de hoofdacademie he, ik moet bijna dagelijks naar Drakeneiland'. 'En ik blijf steeds weg zodat we elkaar niet zien' siste ik. 'Dat moet stoppen, dit moet stoppen. Ik wil me niet langer verstoppen Merodi, ik wil bij jou zijn'. 'Je kan willen wat je wil, het is verbo-' zei hij maar ik drukte mijn lippen op de zijne. Hij bleef even in schok staan voordat hij me terug kuste. Ik legde mijn handen in zijn nek en hij drukte me tegen de muur van een huis. Volgens mij had hij dit net zo hard gemist als ik het gemist had. Langzaam trok hij terug en lachte zwakjes. 'Waarom deed je dat nou? Iemand had ons kunnen zien'. 'Maar niemand heeft ons gezien, ofwel dan?' vroeg ik grijnzend met nog steeds mijn handen in zijn nek. 'Wat sta je zo te staren?' vroeg hij. 'Ik wacht tot jij het toegeeft' zei ik. 'Oké best, ik wil ook bij jou zijn'. Daarna plante hij zijn lippen weer op die van mij. Ik opende mijn mond omdat hij me verraste maar daar maakte hij handig gebruikt van. Onze tongen vochten met elkaar en ik genoot er elk moment van. Totdat iemand ons zag natuurlijk...Waarom mogen de goden me niet?!

FreyaWhere stories live. Discover now