H15: Het lot

106 18 1
                                    

Pov Krusha
'Je was wel een beetje streng voor hem, niet dan?'. Ik draaide me om en zag hem, zoals ik ze allemaal kon zien. Zij die door mij gestorven waren. 'Hallo Harred' zei ik en hing mijn jas weg. 'Ach, je praat al weer tegen me, wat een opluchting' zei hij en wandelde naast me. 'Ik zou niet met je mogen praten' zei ik en keek hem aan. 'Maar er zijn vragen die beantwoord moeten worden'. 'Natuurlijk' zei hij en lachte zijn prachtige lach. De lach die ik nooit meer in het echt kon zien. Want hij was niet echt, hij was dood. Harred stierf tijdens de Grote Drakenoorlog, mijn broers niet veel daarna, elk op een andere tragische wijze. Mijn moeder en nonkel daarvoor, maar wel omwille van mij. Mijn vader, zeker omwille van mij, maar ook omwille van Roos. Opa, nah, dat was gewoon ouderdom. De enige dood die ik nog wel op mijn geweten zou willen hebben was een natuurlijke geweest. 'Waar zijn de anderen?' vroeg ik. 'Je slaapkamer' zei Harred. 'Maar natuurlijk' zuchtte ik en we wandelden in de richting van mijn kamer. Niemand anders kon ze zien, daarom vonden anderen me gek. Maar dat was ik niet, ik kon ze echt zien. Ze waren echt hier, als geesten. Wezens uit pure energie. Resten van wat ze ooit waren, net zoals ik. Alleen was de dood mij nog niet komen bezoeken. Op mijn kamer trof ik de anderen aan. Mijn broers, mijn ouders, mijn nonkel. 'Waarom hebben jullie dat beeld naar de put gestuurd?' vroeg ik.'We vonden dat Lucas gewaarschuwd mocht worden' zei Drake. 'Gefeliciteerd, hij heeft haar haar krachten ontnomen' zei ik en keek hem aan. 'Die keuze lag niet aan jou Krusha, die heeft hij gemaakt' zei Kronos. 'Verander de toekomst, voorkom wat gebeuren zal' gebood ik. 'Onze hulp komt met een prijs, zoals je weet' zei Valko. 'Een prijs die ik berijd ben om te betalen' zei ik. 'Weet je dit absoluut zeker mijn kind?' vroeg ma. 'Zo zeker als ik maar zijn kan' zei ik en keek hen elk 1 voor 1 aan. 'Dan is bij deze het lot verzegeld' zei pa. Ze verdwenen, vervaagden in het niets. Ik zuchtte en sloot mijn ogen. Freya' lot stond niet zo vast als iedereen dacht. Net zoals ik niet zo gek geworden was als iedereen dacht. Ik was nog zo helder als ik ooit was, dacht nog steeds dezelfde lijnen, geen kronkels, krullen. Ik was nog steeds het meisje dat haar broers vond in het bos, gewond. Het meisje dat de Aplha versloeg om haar dorp te redden. Het meisje dat Drakenracen uitvond. Het meisje dat ervoor zorgde dat er vrede kwam tussen draak en mens in de hele archipel, 2 keer zelfs. Het meisje dat Nacht eiland vond en vele andere eilanden. Maar helaas onthouden mensen alleen het slechte, zo zitten ze in elkaar. Zo slagen hun hersenen herinneringen op. Slechte dingen. Toen ik mijn ogen weer opende waaide er een lichte bries naar binnen en ik keek zacht lachend naar het raam. Gelukkig was al mijn moeite niet voor niets geweest...

FreyaWhere stories live. Discover now