Hoofdstuk 10

2.5K 70 0
                                    

~Edited 20-11-2018~

De radio staat op een hoog volume. Noah houdt zich helaas netjes aan de snelheidslimiet.

Plotseling rijdt hij een landweggetje in en stopt hij.
'Zet dit slaapmasker op', zegt hij kortaf. Niet begrijpend staar ik hem aan. 'Schiet een beetje op, ik heb niet de hele dag de tijd', zegt hij ongeduldig.
'W-waarom?' Vraag ik.
'We willen niet dat je de weg weet als je het toch voor elkaar krijgt om te ontsnappen, wel dan? Dit is gewoon een voorzorgmaatregel.'
Aarzelend zet ik het over mijn ogen, dit is echt heel naar! Tot overmaat van de ramp slingert de auto allemaal andere landweggetjes in -denk ik- en ik voel mijn maaginhoud omhoog komen. Ik probeer aan iets anders te denken, ik probeer me op de muziek te focussen.

En dan stopt Noah abrupt de auto. Ik schiet naar voren, maar de gordel houdt me tegen en duwt me terug in de stoel. Aarzelend blijf ik zitten.
'Hij mag af hoor', grinnikt Noah. Meteen doe ik wat hij zegt, liever zonder dan met zo'n ding op.
Hij zelf stapt de auto uit en wenkt naar me dat ik er ook uit moet komen. Ik blijf echter zitten, want mijn hele lichaam schreeuwt dat ik niet naar buiten moet komen. Zonder een greintje geduld trekt Noah nu de autodeur open, klikt mijn gordel los en sleurt me er uit. Mijn elleboog knalt tegen de deur. Ik slik een pijnkreet in. Hij gooit het portier achter me dicht en pakt mijn arm weer vast.
'Lopen', commandeert hij. Pas nu realiseer ik me dat we naar het huis voor me lopen. Oké, stom misschien, want verder zijn er geen huizen te bekennen, maar ik had niet gedacht dat zo'n asshole als Noah in dit huis zou wonen. Het is extreem groot, ik weet niet eens hoe ik hier van een beschrijving kan maken waardoor het huis in zijn geheel tot zijn recht komt.
Bijna wil ik vragen of hij hier alleen woont, maar opeens herinner ik me dat hij het over andere jongens gehad had. Andere jongens... Waarom was me dat toen nog niet opgevallen? Hier word ik niet vrolijker van. Mijn hart begint sneller te kloppen.

Bij de voordeur stopt hij en duwt hij mij een beetje aan de kant, maar nog wel zo binnen zijn bereik dat ik niet opeens kan ontsnappen. Hij toetst een code van 5 tekens in. Ik onderscheid dat het eerste en laatste getal een 1 is, maar verder kan ik het niet  volgen. Er volgt een groen knipperend lichtje en daarna haalt Noah een sleutel uit zijn zak.
Tja, door de voordeur weer naar buiten kunnen gaat nog moeilijk worden!

Als de deur achter ons in het slot gevallen is, lopen we door een lange gang. We komen langs verschillende deuren: living room, toilet en nog een paar andere deuren. Noah opent een deur waarachter een trap te vinden is die omhoog gaat. Hij geeft me een duwtje waardoor hij laat merken dat ik naar boven moet. Boven is het nog een groter doolhof dan beneden, maar Noah weet uiteraard prima de weg. 

Hij gooit een andere deur open en zegt: 'jouw kamer.' Ik kijk toch wel nieuwsgierig naar binnen. Het is een grote logeerkamer. Een tweepersoonsbed aan de rechterkant en aan de linkerkant zitten grote ramen. Ook deze lijken niet open te kunnen, behalve de bovenste smalle ramen, zoals in het vorige huis. 

'Ga eerst even douchen. De meeste kamers hebben een eigen badkamer, maar jij zal het met de gezamenlijke badkamer moeten doen. Je krijgt twintig minuten.'

'Ik h-heb geen andere kleren', zeg ik zacht.

'Logisch. Later zullen we kijken wat we daar aan kunnen doen, nu moet je het maar even met mijn kleren doen.' Uit zijn eigen kledingkast haalt hij sokken, een boxershort, een korte trainingsbroek, een shirt en een trui die waarschijnlijk veel te groot is voor mij. Hij duwt ze in mijn handen. 'Geen geintjes. Over twintig minuten kom ik je halen. En de tijd gaat nu in.' 

Snel draai ik de deur op slot en check de badkamer op camera's of zo. Nadat ik nog zeker twee keer aan de deurklink gerammeld heb om er zeker van te zijn dat er niemand zo maar binnen kan lopen, kleed ik me snel uit. Even later stroomt het warme water over mijn lichaam. Thuis zou ik er uren onder kunnen staan, maar daar heb ik ook niet echt een tijdslimiet. Thuis... Ik mis mijn pleegouders verschrikkelijk en ik mis Pam en mijn andere vrienden. Zoute tranen vermengen zich  met het douchewater. Waarom ik? Waarom was ik niet eerder naar huis gegaan? Waarom was ik niet doorgelopen?

Ze zeggen dat huilen niets oplost, maar het is niet alsof die beredenering mijn tranen tegenhoudt. Ik weet even niet meer wat ik moet doen.

'Evy,' fluister ik tegen mezelf, 'beloof me dat je nooit bij Noah in de buurt huilt, oké. Hij mag niet weten dat hij je kan laten huilen.'


GekidnaptWhere stories live. Discover now