Hoofdstuk 44

1.5K 66 9
                                    

~Edited 27-11-2018~

P.o.v. Noah

'Ik heb interessante informatie voor je. Ontmoet me morgenmiddag 2 uur bij het restaurant aan het bos dicht bij je huis in Spanje. Kom alleen.' 

De stem uit mijn telefoon komt bekend voor, maar ik kan er geen gezicht bij plaatsen. Hoe weet die gast dat ik in Spanje ben? Waarom moet ik naar hem toe? Het restaurant weet ik wel te vinden, maar straks is het een val of zo. Niet dat ik veel vijanden heb. Alleen mijn vader en de overheid zo'n beetje.

Ietwat twijfelend staar ik naar mijn telefoon. Moet ik wel of niet? En als ik ga, wat moet ik dan doen met Evy?

Ik word opgeschrikt door geroffel op de badkamerdeur.

'Schiet eens op, Noah, ik moet plassen.'

Ik grinnik ondanks alles. 'Yes, my lady.' Ik gooi de deur open en ze stormt naar binnen, terwijl ze mij naar buiten duwt. Haar haar is warrig en haar ogen zijn nog half dicht van de slaap, wat haar een duffe, maar schattige uitstraling geeft. Ik kan me niet meer voorstellen dat ik haar vreselijk vond.

Ik gris mijn telefoon nog mee die op de wastafel ligt en verlaat dan de badkamer. Wat moet ik nu. Er schiet iets in mijn gedachten, wat ik gelijk daarna weer verwerp. Dat zou ze me nooit vergeven, denk ik. En ik zou het begrijpen. 

***

Het is 1 uur 's middags. Evy zit tegenover mij en drinkt haar glas met water leeg. Het zal niet lang meer duren of... 

'Noah, vind je het goed als ik even ga liggen? Ik ben belachelijk moe opeens.'

Ik glimlach liefjes. 'Geen probleem. Ik vermaak me wel.'

Als ze eenmaal in diepe slaap is, waag ik het er op. Ik loop naar de deur en trek hem even later achter me dicht. Ik hoor de vrouw bij de balie iets naar me roepen, ik steek mijn hand op en loop haastig door. Ik sla al snel het portier van mijn Range Rover dicht en scheur naar het bos. Het is dichtbij. Ik ben minstens een kwartier te vroeg. Ik parkeer op de parkeerplaats en ik houd nauwlettend alles in de gaten. Minuten verstrijken, een vrouw met een kinderwagen gaat naar binnen. Peinzend staar ik haar na, maar ik kan me niet voorstellen dat zij mijn informatiegever is. Het was een mannenstem aan de telefoon.

Na twintig minuten ben ik het wachten zat. Grote kans dat die man al binnen zit. Ik loop met zelfverzekerde tred naar het restaurant. Ik neem alle aanwezigen goed in mij op. Er is één man die me opvalt. Hij zit met zijn neus achter een krant verscholen, dus ik kan hem niet geheel zien. Hij kijkt zo nu en dan over zijn krant naar mij. Dat kan hem zijn, maar helemaal zeker ben ik er niet van. 

Ik plof zelf ook maar ergens neer, ver van andere mensen. Direct komt er een ober naar me toegesneld en ik bestel eten. Nu maar afwachten dan. Ik blijf verstolen blikken op de man werpen.

En ja, bingo, hij staat op na zo'n tien minuten. Komt hij naar mij toe? Hè, wist hij maar meer over die man die de voicemail ingesproken heeft.

'Mooie auto heb je,' klinkt opeens een stem achter me. Ik was zo gefocust op de krantenman dat mijn hart opeens een sprongetje maakt. Ik draai me pas om als ik zeker weet dat alle schrik van mijn gezicht verdwenen is. Ik kijk in het gerimpelde gezicht van een gespierde man. Zijn grijze haar is gemillimeterd en hij loopt in kokskleding. 

'Bedankt,' mompel ik. In tussen is de krantenman weer terug gelopen naar zijn stoel. 

Ik kijk vragend naar de kok die grijnst. 'Ik heb een voicemail bericht voor je achtergelaten.'

Ik knik bedachtzaam, mensen uit de onderwereld vermommen zich wel vaker. 'Juist.'

Zou mijn vader hem gestuurd hebben?

GekidnaptМесто, где живут истории. Откройте их для себя