Hoofdstuk 13

2.4K 58 3
                                    

~Edited 21-11-2018~

Op z'n minst ben ik drie keer wakker geweest vannacht. De eerste keer was toen Noah even kwam kijken rond 2 uur 's nachts. Toen heb ik overigens gedaan alsof ik sliep. En daarna nog twee keer zonder een specifieke reden.

De klok die in de kamer hangt, wijst nu 7 uur aan. Het is zeker niet laat en ik ben nog steeds moe, maar ik kan niet meer in slaap komen. Buiten is het nog donker. Ik knip de lamp aan en ik loop naar het raam. Verlangend staar ik naar buiten. Ik zou er veel voor over hebben om daar nu te zijn.
Plotseling valt mijn oog op een soort schroefje dat in het kozijn zit. Ik breng mijn hoofd dichterbij en ik bekijk hoe het kozijn eigenlijk in elkaar zit (zie foto!) Het lijkt wel alsof het een apart onderdeel is dat aan de rest van de kozijnen geschroefd is. De andere kozijnen zijn precies zo geconstrueerd.

Als ik nou iets van een schroevendraaier had...

En dan gaat opeens het lampje aan! Natuurlijk! Ik haast me naar de trui die ik de vorige avond gedragen heb. Ik heb hem over de stoel in de slaapkamer gegooid. Raar dat ik er niet meer aan gedacht heb. Ik zoek in de zak van de trui en ik voel het koele omhulsel van het zakmes. De schroevendraaier steekt er duidelijk uit en hij past tot mijn geluk precies in de kop van de schroefjes.  Dit gaat het worden, ik weet het zeker!

Ik hoor voetstappen op de gang. Ik kruip zo snel als ik kan weer terug in 'mijn' bed en verstop het zakmes onder het kussen.  Net op tijd. Er wordt aan het slot gemorreld en de deur gaat langzaam open. Het hoofd van Matt komt tevoorschijn. 

'Oh, je bent al wakker? Noah vroeg me of ik je wakker wilde maken.'

Ik knik kort. Waarom eigenlijk? Als hij het toch niet chill vind dat ik er ben, kan hij me toch net zo goed de hele tijd in bed laten?

Nadat ik even in de badkamer ben geweest loop ik met Matt mee naar beneden. Hij neemt me mee naar de keuken, waar ik nog niet eerder geweest ben. Er bevindt zich een waar kookeiland. In de hoek bij het raam staat een eettafel met leren stoelen. Matt gebaart echter dat ik op één van de hoge barkrukken moet gaan zitten bij het kookeiland. Hij zet eten voor me neer en ik begin te eten. 

'Waar is Noah?' vraag ik. 

'Zaken... je weet wel.' 

Nee, ik heb werkelijk geen idee.

'Wanneer komt hij terug?'

Matt grinnikt. 'Je doet alsof je hem mist? Is mijn gezelschap niet goed genoeg?'
Ik kijk hem boos aan. 'Doe niet zo stom. Natuurlijk mis ik hem niet en jouw gezelschap is zeker niet goed genoeg, nee.' Ik denk even na. Matt is aardig, misschien heb ik bij hem een kans... 'Kan jij me helpen hieruit te komen?'

Matt schudt resoluut zijn hoofd, maar voordat hij zijn mond kan open doen om een ontkennend antwoord te geven, klinkt een andere stem vanuit de deur: 'Je gaat hier niet wegkomen, Evy en geen grote bek meer. Denk aan de regels.' Noah staat tussen de deurposten en zijn brede postuur heeft een zelfverzekerde houding. Hij kijkt me waarschuwend aan. Ik ben hem zo verschrikkelijk zat.

'Denk aan de regels', praat ik hem chagrijnig na.

Natuurlijk, super stom. Hij kijkt dan ook absoluut niet blij. Nee, in tegenstelling: het verbaast me dat er nog geen stoom uit zijn neus komt. Hij komt letterlijk op me afgestormd.  Ik spring van de kruk af, ik ren naar Matt en ga achter hem staan.

'Matt, aan de kant bro. Ze moet voor nu en altijd weten wie ze voor zich heeft.'

'Volgens mij sta ik voor haar', probeert Matt met een grapje het conflict van de baan te vegen.

Noah gromt een vloek en staat op het punt om zelfs Matt een flinke vuistslag te geven. Zijn vuist flitst in de lucht en komt midden in het gezicht van Matt. 'Auw!' grauwt deze en hij betast met zijn handen zijn gezicht. Noah heft echter weer zijn hand op. Hij is helemaal over de rooie, sneller dan een jaguar van 0 tot 100 km per uur toeneemt. Gelukkig wordt hij op tijd van achter vast gepakt door twee van de andere jongens. Ik herken Steve in één van hen. 

'Calm the heck down, dude!' roept Steve. 

Met argusogen staar ik naar de jongens voor me. Pas als Matt me voorzichtig naar de woonkamer duwt, merk ik pas hoe erg ik geschrokken ben. Ik sta te trillen op mijn benen. Er is echt iets mis met die jongen, je slaat toch niet één van je beste vrienden. Hij is echt het paadje kwijt. Ik zie dat Matt zijn linkeroog helemaal paars kleurt. Het ziet er niet zo fraai uit. 

'Doet het pijn?' vraag ik met een bibberstem.

Matt schudt zijn hoofd en wil me een knuffel geven, maar ik duw hem weg. Hij mag dan de aardigste zijn, hij laat mij net zo goed als de anderen ook niet gaan. Ik ga in de verste hoek van de kamer zitten en trek mijn knieën op, te bang om te bewegen. Ik weet niet hoelang ik er gezeten heb, maar na een tijdje komen de anderen binnen, behalve Noah. 

'Hij moest even naar buiten om af te koelen', verklaart een jongen als Matt er naar vraagt. 

Hoe moet ik me dat voorstellen?

De jongens doen net alsof ik er niet ben en praten met elkaar. Het is net ochtend, maar het lijkt wel alsof ik de hele tijd maar moe ben. De gesprekken van de jongens gaan dan ook langs me heen, totdat ik iets interessants hoor. 'Dus morgenavond gaan we weer een slag slaan.' Ik spits mijn oren om alles goed op te vangen. Als ik hier weg ben dan ga ik ze voor zoveel mogelijk dingen aanklagen.
'Straks als Noah er is dan bespreken we de details', zegt Matt. 

Plots schiet me iets te binnen. Ik moet ook de namen leren, want dat is ook wel handig voor de politie. Ik ken nu drie namen en ik ken er drie niet.

En ik moet nog mijn ontsnappingsplan concreet maken. Dan kan ik gaan.

------------------------------
Hoihoi!

Zoals jullie kunnen zien is er ook nog een supermooie (ja, ik ben ironisch uiteraard) tekening van mij bij gevoegd. Dan is het misschien wat duidelijker!

-X-

GekidnaptWhere stories live. Discover now