Deel 7

1.6K 93 1
                                    

Ze sprak deze woorden uit in het Marokkaans-Arabisch. Iets wat ze bijna nooit doet. Dit is een teken dat ze gekwetst is. "Nassira, groj." En ze wees naar de deur. "Is goed mama, ik laat je met rust over een kwartiertje kom ik terug en praten we erover." Ik wist dondersgoed wat ze bedoelde maar ik wou de waarheid niet onder ogen zien. "Nassira, groj." "Maar mama alsjeblieft. Ik heb spijt." Ze stond op legde de test onder m'n bed. En op het moment dat ze opstond viel er een half volle fles drank om. Ze draaide zich bliksen snel om en greep naar de fles. "WAT IS DIT?!!" Ik keek haar enkel huilend aan. "WAT IS DIT?!!" Ik draaide me om, ik moet weg. Maar ik werd voor de zoveelste keer deze dag tegen gehouden. Ze trok ontzettend hard aan m'n paardenstaart en sloeg de fles op m'n hoofd. Op een wonderbaarlijke manier ging de fles niet kapot maar vervolgde ze schreeuwend "GROJ NU!" Ik liep de deur uit en voelde gelukkig nog de sleutels in mn zak rommelen.
Strompelend liep ik over de straten heen.
Elke dag liep ik als een gek over de straten van mijn eigen stadje Amsterdam heen en ik kreeg nog steeds elke dag belletjes van een onbekend nummer, alleen werd er deze keren niet gesproken. Een week gingen voorbij, vaak ben ik bekenden tegen gekomen. Niet dat ze me herkenden, gelukkig niet zeg ik dan maar achteraf. Ik heb ons huis dagen in de gaten gehouden, ik moet m'n spullen ophalen maar niemand kwam in of uit het huis. Geen idee of de rest ervan wist. Elke dag at ik slecht tot niks. Ik dronk enkel uit de kraantjes op straat en sliep op de bankjes in het park.
Ik heb lang gehad om na te denken en dat heb ik zeker gedaan. Ik ben ondertussen erg gehecht geraakt aan mijn kind, nooit dat ik m weg zou doen. Maar als ik voor hem wil kunnen zorgen moet ik wel wat doen en ik heb een idee. Niet dat ik er trots of blij mee ben maar het moet, ik heb geen andere keus.
Ik heb besloten om nog één keer langs mijn ouderlijk huis te gaan, wie weet wat er uit zal komen? Ik belde aan en in alle spanning wachtte ik af. M'n broertje deed open en zei iets wat m'n hart in miljoen stukjes brak. "Wie ben jij?" "Nassim doe niet zo raar en geef je grote zus een knuffel." Zei ik half lachend met een paar snikken erbij. "Nassira, Ben je zwanger? Ga weg mama en papa mogen je niet zien." En hij duwde me naar achteren terwijl hij achter zich om naar binnen keek. "Nee Nessim, ik kom hier om met ze te praten." "Is dat het slimste wat je kon verzinnen?" Ik trok hem in een knuffel en plette hem tot ik merkte dat ie geen adem meer kreeg. Vervolgens duwde ik heb aam de kant en liep richting de woonkamer daar trof ik m'n ouders aan. Normaal alsof er niks aan de hand was. Ze keken naar 2M en me moeder nam een slok van haar stofende na3na3 thee. "Nassim wie is deze dame die jij naar binnen hebt gelaten?" Vroeg hij op een verdacht kalme toon. "Aba dit is Nassira." "Wie is Nassira weldi." Spijtig keek Nassim me aan. "Aba ik ben het herken je me niet meer?" "Sorry maar ik weet niet wie je bent. Rhimo weet je wie dit is?" Vroeg hij in het Arabisch aan zijn vrouw. "N-nee sorry." Ik las de pijn in haar ogen. Nooit dat ik zoiets mij eigen bloed aan zal doen. "Nassim wil je haar misschien de deur wijzen?" Mijn vader was erg jong toen hij naar Nederland vertrok, zo heeft hij het echte Amsterdamse accent opgepikt en hij spreekt de Nederlandse taal goed. "Willen jullie niet praten? Geen probleem heb ik ook niet perse de behoefte aan. Maar ik kom enkel mijn spullen meenemen." En ik draaide me in een ruk om. Tot mijn grote verbazing kwam niemand me achterna zelfs Nassim niet. Ik sleurde de grote koffer vanonder m'n bed en begon alles in te laden. Dit keer zonder tranen, ze zijn het niet waard. Ik snap dat je boos bent en je het liever anders had gewild maar ik kan er nou ook niks aan doen. Als je dit je eigen kind aandoet zit er toch echt een draadje bij je los. Ik ruimde ook nog al m'n pasjes, pasport, spaargeld en wat andere belangrijke spullen en stopte die in een aparte handtas. Er stond nog één foto lijstje waar we allemaal op stonden inc.  mijn overleden broer. Allah y rahmo. Ik weet het nog als de dag van gisteren, we waren op vakantie in Marokko, het was een typische tour vakantie aangezien wij niet veel familie hebben daar.
We gingen naar chefchaouen, deze foto is genomen voor de grap maar achteraf vonden we het allemaal een toffe foto. We hebben de foto jaren bewaard en nu kijk ik er sinds kort weer echt naar. Hoe gelukkig we daar waren, geen problemen geen stress.
We keken allemaal op onze eigen manier. Me moeder met haar toen nog neutrale blik, me vader met zijn strenge blik, Nassim met zijn gekke bekken, Nasr met zijn bigsmile waar z'n spierwitte tanden duidelijk te zien waren en ik stond er met een glimlach op. Wat was ik trots op mijn familie, wat was ik blij met ze en kijk eens aan, ze steken me een mes in m'n rug. Nooit maar dan ook nooit verwacht van hun.
Een verloren traan viel midden op het fotolijstje en ik stopte hem na een grote twijfel toch in m'n koffer. "Nassira je moet gaan." Ik knikte maar wat en ritste de koffer dicht tilde hem op en liep van de trap af.  Al hun ogen voelde ik prikken op m'n rug. Maar draaide me niet om. Niet naar m'n vader, niet naar m'n moeder en nee ook niet naar Nassim.
Buiten stond er een zwarte Mercedes Benz op haar te wachten met enkel 2 mannen die veel deuren voor haar zouden openen. Ze stapte in, keek uit het geblindeerde raam en zag alle 3 de hoofde vanonder het gordijn uitsteken.
"Ik doe het." De mannen grinnikten en keken haar via de spiegel met een brede grijns aan. En zo reden ze met plank gas de straat uit.
Op weg naar Rotterdam...

Machakil.. (voltooid)Where stories live. Discover now