Deel 27

1K 60 2
                                    

"Je liegt." Zei ze met open getrokken mond. "Jij, Nassira, gaat vreemd. En ook nog eens met mijn broer." Haar mond vormde langzaam een glimlach en ze legde haar hand erop. "Ben je niet boos?" "Nee zeker niet, ik ben verbaasd." "Ik weet echt niet wat ik moet doen Romaissa, help me." "Pff, badgirl dat je bent. Zodra ik thuis kom gaan we het hierover hebben." Ze knikte met haar hoofd en sloot de deur. Ze netselde zich in de bank en sloot haar ogen.
Geschrokken werd Nassira wakker, automatisch legde ze haar hand op der bolle buik. Het was een jongetje, hij was bloedmooi. Ze probeerde te achterhalen wat er precies gebeurde maar hoe hard ze haar best ook deed het lukte niet. Ze stond op en zag dat ze een aantal gemiste oproepen had van Hamza. Ze belde hem terug en boos nam hij op. "Nou dat werd eens tijd." Zei hij opgelucht. "Ik loop je al uren te bellen." "Ja sorry lag nog te slapen." Antwoordde Nassira half gapend. "Gaan we vandaag wat leuks doen? Heb echt wat afleiding nodig." De adem van Nassira stokte en ze begon hevig te hoesten. "Gaat het?" Het dringt nu pas tot haar door wat ze aan het doen is, ze bedriegt hem, de jongen die zo geweldig is en waar ze alles voor zal doen. "Nassira?" "Ja, ja is goed." "Dan haal ik je vanavond op." Hij maakte een kus geluid en hing op. Met een verveeld schuld gevoel heeft Nassira de hele ochtend op de bank gezeten. "Een wandeling kan geen kwaad." En zo liep ze met de sleutels in haar hand de deur uit. Het was middag en de zon hing hoog in de hemel. Youssef woonde helemaal alleen, zijn huis stond ver weg van de andere en is omringd met enkel gras. Nassira is hier niet zo van, ze is liever de drukke stad. Achter zich hoort ze een auto hard aan komen rijden. Ze moet haar nagels in haar handpalmen drukken om zich niet  te draaien maar dat gaat moeilijk, vooral als de auto vlak naast haar schoenen tot stilstand komt. Nassira draait haar langzaam om en slaakt een zucht van opluchting als ze ziet wie zich in de auto bevind. "Judensio jonge je liet me schrikken." Riep ze door het gesloten raampje. Hij maakte het gebaar dat ze moet instappen. Ze stapte in en Judensio bleef stilstaan op de plek waar Nassira net buiten stond. "Waarom kom je me opzoeken?" Vroeg ze na een lange stilte. "Andi wil je zien." Zei hij zonder zijn hoofd naar haar toe te draaien. "Hoezo wil Andi mij zien?" "Omdat je zijn kind draagt." "Nogmaals Judensio ik weet niet zeker of hij het is." "En toch wil ik dat je het met hem bespreekt." En hij begon te rijden. "Laat me me tenminste fatsoenlijk kleden." "Nassira het moet nu, het kan alleen nu." Zonder te reageren keek Nassira stilletjes voor zich uit. Na een halfuurtje rijden stonden ze voor het politie bureau in Amsterdam-oost. "Judensio wat doen we hier?" "Andi is in de ochtend aangehouden. Voor hij word overgeplaatst wil hij jou nog spreken." In haar veels te grote pyjama broek en badjas lopen ze samen het bureau binnen. Toen de agent achter de bali Andi zag werden ze meteen naar binnen gestuurd. En daar trof ze hem aan, hij zat vol met schrammen en blauwe plekken. Ze nam tegenover hem plaats en keek hem geconcentreerd aan. "Wat is er gebeurd?" Vroeg ze kalmpjes. Het deed haar niets, hij mag dan wel haar maagdelijkheid hebben afgenomen maar ze heeft nooit een speciale band met hem op kunnen bouwen. "Teveel. Ik wil je alleen één ding vragen." "Ga je gang." Hij nam een lange pauze, te lang was het voor Nassira. "Komt er nog wat van?" Vroeg ze kattig. "Ik wil dat je het kind weg haalt."

Machakil.. (voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu