Deel 32

921 60 3
                                    

Gestresst zwaaide ze beide met hun armen. "Ja aba!" Ze zagen hoe hun vader aan de deurklink rommelde. "Wacht even aba ik ben naakt." "Stagfirallah!" Nassira schoof onder het bed wat lastig gaat als je zwanger bent. Nassim duwde haar snel eronder en opende hijgend de deur. "Met wie was je aan het praten?" Vroeg zijn vader terwijl hij zijn kamer doorzocht. "Niemand." "En wat doe je nu nog wakker?!" Hij stopte met het zoeken en ging recht voor zijn zoon staan. "Aba jij hebt me wakker gemaakt." "Niet liegen ik hoorde je praten." Sprak hij in het perfect Nederlands. "Aba ik was niet aan het praten." Zijn vader keek zoekend naar de grond en Nassim wist wat het betekent. Nassim trok een sprintje naar de andere kant van het huis, zijn vader zocht naar wat hards om op zijn zoon te gooien. "Je hebt vriendin yak a weldhram!" "Nee aba echt niet." Riep Nassim naar de andere kant van het huis. Nassira zetten haar hand voor haar mond om het geluid van haar lach niet los te laten. Het ging hier vaker zo aantoe. Altijd komt Nassim met problemen thuis en krijgt hij er dan ook flink van langs. Nassim hoorde zijn vader stoppen met rennen en hij volgde zijn voorbeeld. "Laat me je nog één keer horen praten en je slaapt vandaag buiten!" En hij sloeg de deur van zijn slaapkamer dicht. Hijgend liep Nassim zachtjes naar zijn kamer. "Nassira." Fluisterde hij naar haar. Nassira kwam onder het bed vandaan en hield met moeite haar lach in. "Jij slaapt op het bed." "Waarom?" "Uhh omdat je zo een bolle buik hebt, je past zeker niet weer onder het bed." Nassira wist dat hij gelijk had en ging zonder verder in discussie te gaan in het bed liggen. Ze trok het dekbed tot over haar hoofd en viel zo in een rustgevende slaap. In tegendeel to Nassim, hij sliep onder het bed en kon nauwelijks bewegen. Maar hij heeft het allemaal over voor zijn grote zus, wat ze in zo een korte tijd heeft meegemaakt is zeker niet niks. En ook hij viel zo in een diepe slaap.
"Nassim word je wakker!" Riep hun moeder voor de tweede keer deze ochtend vanuit de keuken. Geschrokken werd Nassira wakker, ze stond op en trok met al haar kracht Nassim vanonder het bed vandaan. Nog slapend keek hij haar aan. Ze schudde haar broertje door mekaar. "Doe eens rustig man." "Dat gaat nog al moeilijk als we niet snel wat verzinnen." Het leek wel of hij net zag dat zijn zus recht in zijn kamer stond met de deur open. "Je moet hier weg!" "Nee dat meen je niet." En ze rolde met haar ogen. Hij pakte al haar spullen bij mekaar en gooide ze uit het raam. "Wat doe je nou?!" "Je gaat via het raam naar beneden klimmen." "Dat kan toch niet! Stel dat ik val!" "Denk er niet te lang bij na." Nassira zette één been over de vensterbank het raam uit en twijfelde ongelofelijk erg over of ze dit wel moet doen. "Gewoon doen!" Net op het moment dat ze haar andere been het raam uit wou zetten hoorde ze een half snikkende stem haar naam zeggen. "Nassira." Beide hoofden draaide zich om naar waar het geluid vandaan kwam. 'Shit.' Ging er door broer en zus hun gedachte heen.
En daar stonden ze dan, al zeker 5 minuten keken ze mekaar sprakeloos aan. "Waar ben je al die tijd geweest?" Nassira zette haar hoofd scheef en deed één wenkbrauw omhoog. "Is dat serieus een vraag?" Fluisterde ze naar Nassim. Hij haalde enkel zijn schouders op en liep weg. 'Wat doet hij nou?!' Dacht Nassira. Haar moeder rende naar haar toe en knuffelde haar stevig. "Ik heb je gemist." Zei ze in het Arabisch. "Ik jou ook mama." Huilend hielden ze mekaar vast. "Kom, kom eten." Haar moeder sprak altijd in het Arabisch, tegen haar kinderen en man behalve als ze boos was. Ze sprak dan automatisch in haar gebroken Nederlands. Erg schattig vond de rest van de familie dat. "Mama aba is daar." "Breng jij Nassim naar school dan regel ik de rest." "Maar mama ik kan echt niet via het raam gaan." "Ben je gek!" Ze trok meteen haar kind van het venster af en duwde haar richting de deur. "Kom in de middag weer terug." Zonder op antwoord te wachten sloeg ze de deur voor haar neus dicht. Even later kwam Nassim naar buiten en zo liepen ze kletsend richting Nassim's school. Bij de school aangekomen hield ze hem nog even tegen. "Wat ben jij een tof broertje." En ze woelde door zijn haar heen. "Heb je misschien wat held voor me?" Ze zette haar tanden om elkaar en zette haar hand voor zich uit. Nassim haalde zuchtend een briefje van 10 euro zijn tas en overhandigde het aan zijn zus.
Thuis zat de moeder van de moeder van Nassira en Nassim diep na te denken. Hoe heeft ze haar dochter weg kunnen sturen? Ze moet wat bedenken om hem hier weg te houden. "Rhimo wat is er?" Ze keek op en zei maar niks. "Wat is er?!" "Niks!" Nooit konden ze ook maar een normaal gesprek voeren. Hij was grof en gemeen. Ze moest nu wat bedenken. Iets wat hem genoeg zou doen om minstens een paar maanden weg te blijven. "Je zus is ziek!"

Machakil.. (voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu