Deel 99 (herschreven)

776 44 1
                                    

Vanuit de auto zagen broer en zus hoe Nassira stevig in haar schoenen stond. Ze waren blij dat ze niet liet zien hoe kwetsbaar ze eigenlijk wel niet is. "Dus jij beweert te weten waar Hamza en Ismael zijn." "Als jou zoontje Ismael heet wel ja. En, wie is de vader? Youssef daar, of toch maar een andere scharrel?" Vermakend keek Samir haar recht in de ogen aan. Nassira telde in haar hoofd tot tien en bleef hem strak aankijken. Ze moet zich inhouden, ze gaat zeker niet op het laatste moment alles verpesten. Deze man die zich voor haar bevond was de sleutel tot oplossing en dat laat ze zeker niet zomaar gaan. "Laten we dit zo snel mogelijk afsluiten, als jij rijd rijden wij achter jou aan." Nassira wou de eerste stap van het voertuig af zetten maar werd al snel tegen gehouden door zijn zware stem. "Zo gaat dat niet schatje, mij hou je niet voor de gek. Hier met dat geld en dan gaan we pas verder met wat we moeten doen." "En dat klinkt logisch in jou oren? Luister we hebben het hier over mijn zoon, het dierbaarste dat ik tot het mijne kan benoemen. Ik kom hier dan ook echt niet naartoe zonder te hebben wat jij wil, dus laten we het gewoon doen dan heb ik sneller mijn zoontje en jij je geld. Klinkt dag niet goed? Nou tempo en rijden." Ze gaf een paar tikjes op het dak van de auto en liep zonder te wachten op een antwoord naar Youssef's auto. "Wat was dat nou?" Vroeg Romaissa met een verbaasd gezicht. "Die man dacht serieus dat hij me in zijn valkuil kon lokken, nou dacht het dus niet. Nu zien of hij heeft gelogen of netjes de waarheid heeft gesproken." Snel startte Youssef de auto weer en reed achter die van Samir aan. Gespannen keken de drie naar het kleine autootje, ze mochten hem hoe dan ook niet uit het zicht verliezen. Elke seconde die er voorbij ging leek wel een uur te duren, even stonden de harten stil toen ze hem de ring af zagen rijden. "Daar gaan we dan." Zei Youssef met een trillende stem. Zijn handen kneep hij in het stuur van spanning, hij wil dit zo snel mogelijk gehad hebben. Samir stak zijn hand uit het raam en wenkte naar ze dat ze hem moest volgen. Ongeduldig volgde ze hem nauwkeurig met hun ogen. Ze kamen aan bij een normaal flat gebouw, niks spannends aan. Een klein klimrek voor het grote gebouw en een paar meiden die stonden te kletsen op een bankje dat zich enkele meters achter klimrek bevond. Samir parkeerde zijn auto net tegen het stoepje aan en Youssef volgde zijn voorbeeld. Ze zagen hoe Samir uitstapte en nonchalant naar de ingang van het gebouw liep. Nassira nam een diepe zucht en voelde hoe de adrenaline door haar lijf gierde.
Met een trillend lichaam stapte ze zo snel mogelijk de auto uit en liep achter Samir aan. In een versnelde pas hoorde ze hoe Youssef en Romaissa achter haar aan snelde. Samir hield met zijn voet de deur open, druk was hij aan het typen op zijn telefoon en keek ongeduldig op naar de drie die voor zijn gevoel veelste langzaam liepen. "Komen jullie nog of moeten we hem brengen." Nassira wou haar mond open trekken maar klapte n'm al weer snel dicht. Strak hield ze de handvat van het mesje dat Youssef haar eerder gaf vast, voor de zekerheid. Met z'n allen stapte ze de lift in, nauwkeurig lette Nassira op elke beweging die Samir maakte, hij drukte op het knopje van de vierde verdieping en ging weer verder met het typen op zijn telefoon. Een 'ting' die aangaf dat ze aan waren gekomen jaagde Nassira's gevoel alleen maar meer op, ze had hier een slecht gevoel over. Voor iemand zou dit niet goed aflopen. Ze liepen de galerij op en stopte al voor de tweede deur, Samir klopte aan op een manier alsof het een geheime code was.
De deur werd geopend door een onbekende jongen man, hij leek rond de 19 en was spug lelijk als het aan Nassira lag. Romaissa en Youssef deelde dezelfde gedachte maar lieten van buiten niks zien. Hij knikte naar Samir en liet ze door, het was een klein appartement. Net groot genoeg voor twee personen om in te wonen, Youssef nam de omgeving om zich geen hoed in zich op, er hing een vreemde sfeer in het huis, hij wou hier zo snel mogelijk weg komen. Samir liep voorop en plofte uiteindelijk op de kleine leren bank neer. "Moeten we een zoektocht naar hem starten of breng jij hem ons?" Floepte Nassira uit.
Ze beet hard op haar lip als straf voor zichzelf. Met een scheve glimlach keek hij op. "Jij bent niet op je mondje gevallen he? Daar de eerste deur links." En hij wees terug de gang in. Youssef liep dit keer voorop, nog steeds had Nassira haar hand strak om het mes heen gelegd. Met trillende handen duwde Youssef het handvat omlaag, hij draaide zich om en keek de twee dames knikkend aan. Nassira slikte een flinke brok weg, ze keek over de schouder van Youssef heen de kamer in.
Daar was hij dan, de kleine Ismael, hij was zo groot geworden. Zo mooi, hij is echt op zijn vader gaan lijken. Stilletjes zoog hij op zijn speentje en lag hij vredig in de armen van Hamza. Met een walgende blik keek ze hem aan. "Jij vuile hond!" Ze duwde broer en zus aan de kant en liep dreigend met haar vinger naar hem uitgestoken naar hem toe. "Wat denk jij wel niet?! Hoe kan je het over je hart krijgen om een kind van zijn moeder te ontnemen." "Schreeuw niet zo tegen me, ik heb je zoontje nog steeds in me armen, dat je het maar weet." Ze gooide haar haar over haar schouder naar achteren en keek hem afwachtend aan. "Waarom?" Piepte ze dit keer zachtjes. Hamza lachte hardop en stond op met de kleine Ismael in zijn armen. "Waarom denk je? Geld natuurlijk." En hij wreef met zijn vingers over mekaar heen. Verward keek ze hem recht in de ogen aan. "Wie heeft jou dit dan gevraagd?"
"De enige echt Samir." Hij wees met zijn hand naar de deuropening waar Samir achter Youssef stond. Vragend keek Romaissa hem aan. Zonde vind ze het, het is zeker wel een mooie jongen. Youssef gaf zijn zusje een stoot tegen haar rug toen hij haar blik las. Samir liep naar voren en keek enkel en alleen Nassira aan. "Dacht je serieus dag ik je zomaar zou laten gaan? Je hebt heel mijn bedrijf naar de grond geholpen. Jij stom wijf, één ontevreden klant was al genoeg om alles te verpesten." Er vormde zich nogmaals een ongelofelijk grote brok in Nassira's keel die dit keer niet meer weg te slikken was.
Samir reikte naar Ismael die hem nog steeds zuigend op zijn speentje aankeek. Hamza overhandigde hem en nam weer plaats op dezelfde plek waar hij daarnet zat.
Het liefst had Nassira haar zoontje nu uit zijn armen getrokken, ze wil niet dat hij in aanraking komt met zo een monster als hij.
"Dit is allemaal je eigenschuld Nassira." Zonder erbij na te denken maakte ze een onverwachte beweging en trok haar zoontje uit zijn armen. Het zelfde moment stak ze het mes in zijn onderbuik, kreunend viel hij neer
Romaissa en Youssef bekeken met open getrokken ogen het voorval.
Met het mes in een lichaam gestoken opende ze haar ogen, ze keek recht in de verwarde ogen van haar zoontje.
Daar lag hij dan, levenloos op de grond. Ze had geen spijt, ze was eerder blij. Opgelucht. Alles is voorbij, ze heeft haar zoon terug en daar gaat alles om. Die verdomde Samir, wat heeft hij voor ellende gekost...

Machakil.. (voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu