82.

203 7 3
                                    

Ik probeer de armen rond mijn middel te negeren, al blijkt dit niet zo simpel als eerst vermoed. "Wat ga je dragen morgen?" "Mijn herdenkingskostuum." Zeg ik simpel, maar een duidelijke toon is te merken in mijn stem. Alsof ik wil benadrukken dat hij een domme vraag stelt. Omdat het niet mijn bedoeling is om onbeleefd over te komen, vraag ik hem dezelfde vraag, waarop hetzelfde antwoord te horen is.

"Gaat Tante Carla het wel oké vinden als je morgen met paars haar de Kerk binnenkomt?" Ik vermoed dat hij een gebaar maakt, want het blijft een tijdje stil voordat hij antwoord. Ondertussen sla ik links af waarna zijn grip om mijn heupen versterkt, door de plotse drempel waarover we rijden. Ik probeer het innerlijke gevoel van lichamelijk contact te onderdrukken en de blijk van waardering te negeren. "Dat zullen we morgen te weten komen." Ik lach schamper om zijn onverschillig antwoord. "Ach, het is niet alsof ze er iets aan kan veranderen nu. Het is nu paars en daarnaast zal ze het waarschijnlijk niet eens merken. Ze kijkt amper naar me om." Ik maak een hummend geluid, al weten we beiden dat ik niet helemaal akkoord ben met die stelling. Ik besluit de rust die net was wedergekeerd tussen ons immers zo lang mogelijk te bewaren.

"Het is trouwens tijdelijke verf dus binnen een paar weken heb ik mijn natuurlijke haarkleur toch terug." "Oh, spijtig. Het staat je wel goed eigenlijk." Is mijn reactie. "Ga je het dan terug blond kleuren?" Wint mijn nieuwschierigheid het. "Dat weet ik nog niet zo goed. Misschien? Dat zien we dan wel." "Waarom?" Klinkt het enkele seconden later. "Oh nee gewoon. Ik vind het ombre blond best saai worden." Geef ik eerlijk toe. "Daarom is het nu ook paars." Ik lach. "Ja, steek de schuld maar op mij. Ik heb dat niet gedaan! Geef nu maar gewoon toe dat je stiekem even intens houd van unicorns als ik." Grap ik dollend. Terwijl ik James' straat insla antwoord hij: "No comment."

Ik lach verder tot op het moment dat mijn telefoon begint te rinkelen. De tune van My Little Pony weerklinkt doorheen de straat en ik kom tot stilstand voor James' huis. Hij stapt af aangezien ik met mijn fiets tussen mijn benen blijf staan. Onderhand haal ik mijn telefoon uit mijn broekzak wanneer mijn neefje naar de voordeur loopt. Hij drukt op de bel en enkele seconden later staat tante hem al uit te schelden met het bevel het pand te betreden. Ik kijk op mijn scherm en zie de foto van mijn kleine zusje op haar elfde verjaardag verschijnen waarna er zich een glimlach op mijn gelaat vormt. Ik kijk nog even naar James' voordeur, waar ik kort oogcontact maak met mijn neefje die net de deur achter zich sluit. Onnodig steek ik dan ook nog even mijn hand in de lucht als afscheid, maar ik vermoed dat hij dit niet eens gemerkt heeft door de schreeuwende en belabberde stem achter hem.

"Hey zussie." Neem ik op. "Hey Jackie! Ben je bijna thuis? Ik heb spaghetti gemaakt en het wordt bijna koud." "Ja hoor, ik ben onderweg. Binnen 5 minuutjes ben ik thuis." "Oké toppie! Ik wacht wel. Haast je!" "Ja ja!" En met die woorden beeïndig ik ons gesprek en kruip ik nogmaals op mijn zadel. Nog geen straat verder ben ik met mijn gedachten zo ver weg in mijn fantasieën gesleept dat ik recht in een kapot bierflesje fiets. Ik word terug in de realiteit gezogen wanneer mijn band een knisperend geluid maakt met het asfalt en daarna de strijd met de zwaartekracht verliest.

Platte band.

Met mijn telefoon in de aanslag en mijn fiets aan de andere hand sta ik klaar om Lucca op de hoogte te brengen van mijn forse vertraging. "Hey, Jack!" Ik kijk om na het horen van mijn eigen naam en zie meteen de bekende krullen vanonder de brommerhelm vandaan komen.

"Heb je een lift nodig?"

Besmet met liefde *BxB*Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu