93.

122 5 18
                                    

Onbewust knijp ik iets harder in Kaylees hand, hopend steun of hulp te krijgen. "Kan ik bij jullie in de auto?" Klinkt zijn stem tussen de lichte regendruppels door. Ik trek een spijtig gezicht. Ondanks mijn mimiek probeert hij me te overtuigen, waarschijnlijk denkende dat ik een uitvlucht probeer te bedenken op dit eigenste moment. "Je weet dat mijn fiets nog steeds kapot is en aangezien het regent dacht ik misschien..." De rest van de zin laat hij als een raadsel tussen ons in zweven. "Ik zal hem morgen proberen te maken. Het is eenmalig" Probeert hij nog hulpeloos. "Sorry neefje." Zijn blik schiet omhoog, maar meteen herneemt hij zich na mijn onverwachte aanspreking. Ik hoor een claxon op het plein weerklinken. Ik kijk om en zie Lucca zwaaien als teken dat we klaar zijn koers te zetten richting tantes huis. "Sorry," Herhaal ik spijtig mijn zin. "maar onze auto zit vol." Ik hou mijn hand in de lucht, doelend op de verstrengelde vingers van Kaylee en mij. Ik word door Kaylee meegetrokken naar de straatkant, de kasseienweg achterlatend. "Misschien een andere keer?" Vraag ik nog overbodig, eerder uit vriendelijkheid. "Ik zie je zo." Stel ik nog vast terwijl ik achterom kijk, aangezien ik aan mijn hand meegesleurd wordt door een ongeduldige krullenbol. En met die woorden dooft het gesprek tussen James en mij voor de zoveelste keer vandaag uit.

Eenmaal aangekomen bij de, voor mij, bekende wagen open ik de deur voor Kaylee en laat ik haar als eerste de auto betreden. Ik kijk even vluchtig om en in mijn ooghoek zie ik James nog net de hoek om lopen. Onze blikken kruisen nog even wanneer hij achterom kijkt bij het opzetten van zijn capuchon. Een licht schuldgevoel bekruipt mijn lichaam, maar ik laat het van me afglijden. Voor deze ene seconde dan toch.

Dit was de beste keuze.

De hand van Kaylee prikkelt de huid van mijn bovenbeen en uit automatisme tik ik even op de hare met mijn hand, ter goedkeuring van de aanraking. Mijn hand blijft echter rusten op de hare. Het voelt vertrouwd. Alsof ik eindelijk een rustoord heb gevonden waar ik al mijn zorgen een ogenblik kwijt kan. Even komt de gedachte zelfs in me op dat Kaylee mijn problemen zou kunnen wegnemen, maar deze vervliegt weer zo snel als ze gekomen was. Wat maak ik mezelf wijs?

Ik zit hier in de auto met mijn zus, mijn gestoorde vader en mijn 'vriendin', waar ik in alle waarschijnlijkheid over durf te zeggen dat ik niet eens gevoelens voor haar heb.

Haar hand ligt nog steeds op mijn been. De aanraking voelt uiterst bijzonder. Toch blijf ik me schuldig voelen over het feit dat ik mijn neef te voet naar huis heb gestuurd in dit grauwe weer. Ik koos voor mezelf en dat ben ik niet gewend. Hij had best mee kunnen rijden, dat wist hij zelf ook, alleen zag ik dat hij de fut niet meer had om tegenwoord te geven. James schijnt de strijd die ik deze afgelopen tijd aan ga met mezelf te accepteren. Alsof hij al weet wat de uitslag is. James begint het op te geven. Óns op te geven en dat besef maakt me intens triest. De aanraking met Kaylee is dan wel innig, het zou nooit één contact met James kunnen vervangen. Ik geef een kort kneepje in Kays hand. Onze blikken kruisen wanneer ik een lichtje volg dat langs haar raam voorbij raast.

Is dit rust? Is rust liefde? Is liefde rust?

Gedachten overvallen me in allerlei vormen. Ik laat een geladen zucht en deze wordt opgemerkt in de auto. Naast een scheve blik van Mijnheer achter het stuur, blijft het echter vredig stil. Mijn aandacht vestigt zich op de regendruppels die tegen het glas van de auto kleven. Ik voel me opnieuw kinds wanneer ik tot het besef kom dat ik een eeuwen oude race zit te aanschouwen; regendruppel tegen regendruppel.

Zou de linker winnen van de rechter?

Door de wind die langs hen heen raast, wijkt het pad voor beiden lichtelijk af, maar toch lijkt de linker het voortouw te willen nemen. Mijn ogen zijn sterk gefixeerd op de spannende race en ik heb geen aandacht meer voor alles om me heen.

En dan gebeurd het; de twee, eerst vijandelijke, druppels versmelten als twee mensen, twee geliefden, die elkaar eindelijk accepteren. Eens zo ver uit elkaar getrokken als omstandigheden kunnen, eens zo dicht zijn ze nu. Aantrekkingskracht blijkt nog maar eens een drijvende kracht in ons leven te zijn. De regendruppels gedroegen zich als twee geliefden die eerst van plan waren te winnen, maar beseften dat er zonder elkaar enkel verliezers achter blijven. Ondanks alle andere omstaande druppels deden ze wat voor hen voorbestemd was; versmelten.

En die gedachte was bijzonder aangenaam.
-
A/N
Ik wil mij excuseren. Ik ben zonder aankondiging of waarschuwing zomaar verdwenen van deze app. Sorry hiervoor. Ik had even de drang te verdwijnen. Ik had nood aan mezelf, boeken en stilte, al besefte ik niet dat het inmiddels al een maand geleden is dat ik jullie een update heb gegeven. Ik ben een poosje niet meer actief geweest op vlak van schrijven. Ik had wel inspiratie, maar de noodzaak om mijn ideeën uit te werken of uberhäupt op te schrijven voelde ik even niet meer. Ik zit mentaal even op een ander niveau, maar ik kon jullie niet laten wachten natuurlijk.
Ik hoop dat jullie me het lange wachten kunnen vergeven. Ik heb nog veel voor jullie in petto namelijk en daarom een iets langer hoofdstuk. Jullie verdienen het! Door de grootte van mijn hoofdstukken lijkt er vaak weinig te gebeuren, maar ik beloof dat het het wachten waard is. Dat is leven namelijk ook ;)
All the love,
X Yess

Besmet met liefde *BxB*Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu