Hoofdstuk 42.2

3K 283 52
                                    

[A/N oké ik moet jullie even iets vertellen en het is vet vaag. Altijd als ik ga schrijven, maak ik warme chocolademelk ( yum ), maar toen ik net opstond om het te maken knakte ik door mijn knie heen (ik heb te lang stil gelegen om After 2 te lezen omg) en dat was zooo raar! Ik heb serieus de hele weg naar de keuken vet raar gelopen en kfjaldkjfalkj het was echt vet raar, alsof ik niet meer kon lopen.
Maar m'n chocolademelk is klaar, en die ga ik even halen. Wish me luck with walking ghehehe

Drie minuten en een selfie later: alles is gelukt en ik zit veilig op de bank met een paddington mok met chocolademelk :D]

Een half uur later word ik wakker. Ik kijk recht in de ogen van mijn ouders, en ik deins terug. "Eh," begin ik, maar dan herinner ik het me. Jake. Vuur.
Ik schiet overeind. "Waar is hij?" Ik wil het ziekenhuis bed uit springen, maar mijn moeders kalme handen houden me tegen. "Wacht even."
"Maar-" zeg ik haastig. De spieren in mijn lichaam trillen van ongeduld.
"Nee, wacht even. De dokter komt zo, hij wil even naar je kijken." Zegt mijn moeder met een rustige stem. Ik herken haar bijna niet meer. Zo doet ze normaal nooit! En ze zou al helemáál niet in een ziekenhuis zitten, laat staan op een plastic stoel. Ze zou eisen dat alles naar huis zou worden gebracht en dat ik daar zou blijven. Of dat er een bank of andere gemakkelijke zetel naar binnen zou worden gebracht, zodat ze rustig kon zitten.
Ik knijp mijn ogen even samen. "Ik voel me prima. Laat me naar Jake, straks gaat hij dood en-" ik haal beverig adem. Het idee dat Jake doodgaat.. ik ril.
"Ach, ik zie dat de patiënt al wakker is!" hoor ik opeens een strenge maar vriendelijke stem. Ik kijk met waterige ogen op naar de dokter, die binnen komt wandelen. Hij heeft een kaal hoofd, maar op zijn kin en wangen groeit een zwart baardje. Hij is niet een van de dunste mannen; het witte ziekenhuis jasje staat bol. Bovenop het hoofd van de man is geen haartje te bekennen.
"Ik ben Dokter van Duivelen," de man steekt zijn hand uit.
Ik neem hem aan en schud hem. "Selena."
"Dag, Selena. Hoe gaat het met je? Heb je ergens pijn of heb je klachten?" Dokter van Duivelen pakt ook een stoel en gaat naast mijn bed zitten.
"Het gaat goed en ik heb geen klachten."
"Dat is mooi." De dokter schrijft wat op een blaadje, dat vast is gemaakt aan een klembord.
"Weet u hoe het met Jake gaat?"
"Jake? Oh, Jake. Juist, maar eerst wil ik je graag uitnodigen voor een gesprekje in mijn kamer."
"Een gesprekje? Mogen wij mee?" spreekt mijn vader.
De dokter schudt zijn hoofd. "Momenteel niet, nee. Later wil ik even een gesprek met jullie samen hebben."
"Zonder Selena?"
"Ik ga er van uit dat ze dan bij haar vriend is. Maar Selena mag mee." De dokter kijkt van mij naar mijn ouders.
Ik knik. "Graag."
"Nou, kom maar mee." De dokter helpt me overeind, ook al hoeft dat niet. Waarom gelooft niemand me als ik zeg dat ik oké ben? Ik ben vroeger nogal een aanstelster geweest (yep, dat dringt nu pas tot me door), dus als ik zeg dat ik oké ben, ben ik serieus oké.
"We zijn in een klein half uurtje terug." Belooft de dokter mijn ouders.
Ze mompelen wat en knikken dan.
Voordat mijn moeder op kan staan om me te omhelzen alsof ze me nooit meer ziet, glip ik de kamer uit. Er hangt een ongemakkelijke spanning tussen mij en de dokter terwijl we door de gangen lopen. De dokter opent de deur naar een kamer, en laat me binnen.
"Zo," Zegt hij, als we allebei een plekje hebben gevonden om te zitten. "Hoe gaat het er mee?"
"Eh," begin ik. Moet ik dit nu weer zeggen. "Goed, maar dat had ik u al verteld...?"
De dokter schudt zijn hoofd, en neemt zijn bril even van zijn gezicht. Hij leunt iets naar voren. "Ik bedoel van binnen. Van buiten zie ik geen schade."
Ik frummel even met mijn vingers. Van binnen?
"Wat je hebt meegemaakt is niet niets." Vult Dokter van Duivelen aan. "We hebben voor een aantal mensen die de ramp mee hebben gemaakt een gesprek met psychologen, mensen die je kunnen helpen met het verwerken van de hele gebeurtenis, voorgeschreven. Ik ben een van die psychologen." Hij glimlacht vriendelijk naar me. Aan de zijkant van zijn ogen komen rimpeltjes, wat hem er erg sympathiek uit laat zien.
"Hoeveel van die mensen zijn er dan? Die zo'n gesprek hebben?"
"Een stuk of vijftig, zestig." Er valt even een stilte, en dan verschuif ik een beetje op de met blauwe stof bedekte stoel. "Hoeveel.. hoeveel mensen zijn er omgekomen?"
"Twee," zegt Dokter van Duivelen in een bedrukte toon. "Een oude vrouw en een baby."
"E-Een baby?" stamel ik. "Maar..." ik staar voor me uit.
"Het kind was waarschijnlijk alleen thuis, want de ouders waren nergens te vinden."
"Wat afschuwelijk..." breng ik uit. Dan kijk ik voorzichtig op naar de dokter. "Weet u toevallig hoe het met Jake is?"
"Jacob? Het.. Het gaat redelijk goed. Hij komt er met littekens vanaf."
Mijn hart maakt een sprongetje. "Dus hij gaat niet dood?"
"Nee! Nee, hij overleeft het."
"En hij ligt niet in een coma of zo?"
"Oh nee, hij slaapt op dit moment. Hij is onder narcose en waarschijnlijk helemaal stoned van alle pijnstillers, maar ik geloof dat het wel goed met hem gaat."
"Mag ik naar hem toe?" vraag ik ongeduldig.
Dokter van Duivelen lacht een bulderende lach. "Ik geloof dat het verwerken bij jou gemakkelijk gaat, hè?"
"Ik wil gewoon echt heel erg graag naar hem toe."
"Eigenlijk mag alleen familie naar binnen."
"Maar Meneer van Duivelen, zijn familie zit in Engeland en-"
"Momenteel zitten ze in het vliegtuig, maar ga verder,"
"en ik wil niet dat hij alleen wakker wordt. Alstublieft, ik heb hem nodig."
Dokter van Duivelen denkt even na. Ik kijk hem met een hoopvolle blik aan. "Nou ja dan. Ik zal het overleggen met de artsen. Als jij hier wacht; ik ben zo snel mogelijk terug!" de dokter staat op en ik moet moeite doen om niet triomfantelijk te gaan grijnzen.
De deur valt dicht achter het lichaam van de man, en ik laat me achterover zakken. Mijn hele buik zit vol kriebels, omdat ik weet dat ik Jake zo ga zien. Ik ben zenuwachtig en bang, omdat hij er waarschijnlijk heel slecht aan toe is. Maar ik ben ook blij, omdat hij de enige is bij wie ik me veilig voel.
Er zou een heel leger om me heen kunnen staan met schilden en geweren en tanks en weet ik veel wat om me te beschermen, maar ik zou me daar niet zo veilig kunnen voelen als in Jake's armen.
Het is ongelofelijk dat Jake en ik ooit uit elkaar zijn geweest. Wat een drama voor niets.
De deur gaat open, en Van Duivelen stapt binnen. "Gelukt! Je mag er heen!"
Ik spring overeind. "Echt!?" roep ik uit. Ik hoopte wel dat het zou lukken, maar omdat iedereen altijd zegt dat het ziekenhuis zo streng is met hun 'alleen familie' regel, dat ik nooit had gedacht dat het écht zou lukken.
"Ja. Op een paar voorwaarden."
"Ja, ja, ja, sure, natuurlijk!" ik struikel over mijn woorden van enthousiasme.
"Eén; je doet rustig. Twee; je gaat meteen weg als de dokters het zeggen en drie; geen seks," Dokter van Duivelen lacht (duivels, ha).
"Oké, deal, ik beloof het. Mag ik nu gaan?"
"Je houdt wel echt heel veel van hem hè?" zegt de dokter met een geamuseerde lach terwijl hij de deur openhoudt.
Ik knipper even met mijn ogen. Hou ik van Jake? Ik realiseer me dat ik voor het eerst in mijn leven echt heel erg veel van iemand hou. Ik hou ook van Fleur, maar dat is iets anders.
Ik knik. "Ja. Heel erg veel."
"Nou, rennen! Kamer 501!"
"Dankuwel!" roep ik, voordat ik keihard begin te rennen. Ik volg de bordjes met mijn ogen. Ik kom er achter dat de verdiepingen op nummers zijn: de kamers met 500 zouden op de vijfde verdieping moeten zijn. Ik begin meteen naar een trap te zoeken, en ik ren tree voor tree naar boven. Mijn hoofd voelt licht aan, en ik voel het bloed bijna door mijn aderen stromen. Nog even en ik zie Jake.
Ik ren door de gangen, zoek naar de bordjes.. en sta dan met een ruk stil. Kamer 501.
Ik haal even diep adem en open dan heel langzaam en voorzichtig de deur. Daar, op het witte ziekenhuis bed ligt Jake. Ademloos loop ik naar hem toe. Ondanks het gebrek aan hoofdhaar, en al het verband en slangetjes die op zijn lichaam zijn geplakt en geprikt, ziet hij er perfect uit.
Met trillende handen kniel ik naast het bed neer. Heel voorzichtig pak ik zijn met verband inpakte hand en ik geef er een kus op. "Ik hou van je." Fluister ik heel zacht. Uit het niets begin ik te huilen. Van angst, van opluchting, door van alles. "Ik hou zo veel van je."
In romantische films zou Jake nu wakker worden en me vertellen dat hij van me houdt. Maar dat doet hij niet. Hij ligt gewoon stil. En het enige antwoord dat ik krijg, is het bliepen van een monitor en voor de rest... Doodse stilte.

[a/n Hiiiii sunshines :D ik zit nog steeds veilig op de bank, alleen is m'n chocolademelk op (awwhh 😔).
Zijn er nog directioners onder ons die zAYNS HAAR HEBBEN GEZIEN LIKE HOLY FUKCING SHIZZEL HIJ WIL ME DOOD en zo snel mogelijk.

Anyways, vergeet niet te stemmen 😊 Comments zijn ook (heel heel heel heel heel) erg welkom. Ook al stuur je alleen 'leuk' of weet ik veel wat je van dit hoofdstuk vindt 😘 ]

The Balloon (a Dutch Love Story)Tahanan ng mga kuwento. Tumuklas ngayon