35. Tijdreizen

2.1K 111 34
                                    

Keith Trepp, 1985

Het kleine jochie blijft stil op de grond liggen. Het eerste slachtoffer is gevallen. Het lijkt Sammy wel. Ergens schiet er een steek door mijn hart, maar snel druk ik het weg. Ik ben dit nu, ik moet het andere vergeten. Ik zucht. Laten liggen, of... In de verte hoor ik de sirenes. Oh shit, niet nu! Ik kijk om mij heen, waar kan ik heen? Mijn enige optie is naar binnen...

Zonder na te denken doe ik het mes in mijn binnenzak van mijn jasje, en ren naar binnen. Ik kijk rond. Het is niet erg druk... De twee robots, de hoofdmascottes, lopen rond en zijn aan het zingen. Voor de rest zitten er hier en daar wat kinderen met hun ouders, en niemand die het lijkje daarbuiten opvalt.

"Keith?"

Shit! Iemand kent me! Ik draai me om. "Zack?" Zeg ik. "Hi..." zegt Zack moeizaam. Mijn oudere beste vriend staat voor me. "Dat is lang geleden", zeg ik kort. "Man, waar ben je al die tijd geweest? Hoe is het met je vader?" Vraagt Zack. "Hier en daar, in se gevangenis...", zeg ik onopvallend. "'Man, gaat het wel? Ik bedoel... Hoe ben je hier? Geeft dit niet te veel herinneringen?" Ik rol met mijn ogen. "Ik weet het, ik weet het... Hey, oude vriend, laten we even een rustigere plek nemen om dit uit te praten..." Zack kijkt mij bedenkelijk aan. "Ik weet wel iets", zegt hij. "Ik werk hier nu. Nachtbewaker. Pittig saai werkje, maar zo leer je wat van deze plek. Zie je die deur daar?" Zack wijst naar grote deur, met een bordje met under construction. "Daar bouwen ze een of andere prijzenkamer. Het enige wat ik erover weet is dat er een doos staat waar een pop dan uitkomt maar die zijn ze nog aan het maken, denk ik". "Prima", zeg ik, en ik loop richting de deur.

Ik wil naar binnenlopen, als ik ineens een meisje in de kamer zie. Ik schrik me kapot. "Wat de..." Ze kijkt me aan met haar heldere, blauwe ogen. "Hoi", zegt ze. "Ik ben Henry kwijt. Heb jij hem gezien?" Zack staat achter me, maar is te verbaasd om te reageren. Het meisje is een jaar of 8, gok ik, en heeft glanzend zwart haar. "Wie is Henry, kind?" Vraag ik. "Mijn broer", zegt ze. "We doen verstoppertje. Maar hij is onvindbaar!" Ik zucht. "Kind, je weet dat je hier niet mag komen, hè?" Zeg ik. "Ik heet Chelsea hoor, niet Kind. En ik ga al", zegt ze. Zack duikt naar binnen, en ik strek mijn arm uit om de deur open te houden.

"Kleng..."

Mijn mes, het is op de grond gevallen! Zack raapt het op. Het bloed zit er nog aan. "W... Wat is dit?" Stamelt hij. Het meisje staart met grote ogen naar mij. Ik smijt de deur dicht. "Waarom heb je een mes?" Vraagt ze. "Met... Bloed?" "Sorry kind, jij gaat helemaal nergens heen". "Ik heet geen Kind, ik heet Chelsea. En nu wil ik naar mama!" Ik kijk naar Zack, die mijn mes, die onder dat jochies bloed zit, nog steeds vast heeft, en niet weet wat hij ermee moet doen.

"Doe het", zeg ik. Zack kijkt me met grote ogen aan. "Wat?" Vraagt hij. "Ze heeft ons beide gezien! We zijn allebei zo opgepakt als dit kind gaat lullen!"

"Ik heet geen Kind, maar Che..."

"Houd je kop!" Schreeuw ik. "Zack, doe het, of ik doe het en dan mag jij met haar mee!" Ik barst van woede. De angst staat in Zack's ogen.

"Ik doe het licht uit, oké?" Ik loop naar het knopje en druk het uit.

"Eh, meneer, waarom gaat het licht uit?" Vraagt Chelsea stilletjes. "Nu even niet, kind", antwoord ik. "Eigenlijk heet ik Chelsea, maar u mag mij best kind noemen hoor", zegt ze.

"Zack!" Sis ik.

"Dus, als u mij Kind mag noemen mag ik dan gaan? Dan kan ik Henry g..."

Hij doet het. Mooi. Ik doe het licht weer aan. Chelsea's nek ligt open, en bloed stroomt met een snel tempo de grond op. "Dump het in die doos", beveel ik. Zack grijpt het levenloze lichaampje, en gooit het zo snel mogelijk in de doos.

"En nu weg hier", zeg ik.

Five nights at Freddy's: het hele verhaal • FNAF boek 1 (voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu