51. Nacht 5: zeg het • Mike

1.8K 104 29
                                    

Mike Schmidt, 2000

"Oké... Jij zoekt Katniss, en ik ga achter Loena aan", zeg ik tegen Kytthin. Ze knikt langzaam. We staan in de Western Hall, en we kunnen elkaar nog net zien. "Over vijf minuten precies weer bij de deur aan de linkerkant", zegt ze. Ik knik. "Succes", zeg ik. "Jij ook", zegt Kytthin. "En eh... Niet dood gaan, hè?" Voegt ze eraan toe. Ik grinnik. "De enige die nog doodgaat hier is Keith". Ze werpt me nog een laatste glimlach toe, en stapt dan naar rechts. Oké Mike, je staat er nu alleen voor. Langzaam sluip ik richting de Diner Room, waar ik eerst langs moet.

"Moaaaaaah..."

Oh mijn god! Ik duik naar de muur en ga als een klein hondje door mijn hurken zitten.

Ze zijn er... Ze komen...

Ik wacht, en wacht...

En er komt niks. Ik haal diep adem. Oké Mike... In één keer rennen. Drie, twee, één...

Ik spring op en sprint naar de dinerroom. Go, go, go!

Ik rem mijzelf af in de grote ruimte. Stilte... Een helse stilte vult de ruimte. Het irriteert me. Waar zijn die verdomde robots toch? Ik word gelijk bang bij het idee dat ze achter mij kunnen staan... Ik ga weer rechtop staan, en laat mijn ogen wennen aan het donker. De grote ruimte is erg leeg, in vergelijking met wat het overdag is. Ik herken de silhouetten van de stoelen met daarop al de borden voor morgen ochtend, maar toch geeft het me de rillingen, zoals een plek als deze me altijd af gaf. Het is bedoeld om blijdschap uit te stralen, een leuke plek te zijn. In plaats daarvan is het een plaats delict geworden. Ik neem diep adem, klaar om verder te lopen naar de backroom. Stap voor stap, heel langzaam...

"Moaaaah..."

Gelijk duik ik onder een tafel, terwijl ik erg goed oplet om niet mijn hoofd te stoten. Ineens voel ik een rilling door mijn hele lijf gaan. Het stemmetje is terug... Geen traumabijwerkingen! Ze komen, je dode vrienden, de paarse man... "Wa... Waar zijn jullie? Monsters!" Zeg ik zachtjes, maar natuurlijk tevergeefs. Ik wacht nog een half minuutje op een wellicht komende animatronic gaap.

Geen reactie. De kust is veilig.

Ik sta weer op, en kijk om me heen. Ik zie nu pas dat ik bij de Pirate Cove sta, maar van Foxy is geen teken te bekennen. Nog een keer adem ik diep in, en verzamel moed. Ik kan beter maar een sprintje trekken. Ik draai mijn rug naar de Pirate Cove toe, klaar om weer te rennen. Maar wanneer ik net een voet naar voren wilt zetten, voel ik plots een zware steek door mijn schouder. 

Een metalen hand pakt me van achter beet! "Jez... Ah!" Tweede steek schiet door me heen, dit meer door mijn onderrug. Moeizaam maar snel draai me om.

"Foxy!"

De rode vos zijn ogen gloeien kwaadaardig, en nu ik nog dichterbij dan eerst ben merk ik hoe vies de robot wel niet is - overal vlekken, waaronder bloed... Mijn adrenaline level schiet omhoog, maar ik kan niet vluchten: de metalen hand laat niet makkelijk los. Een zacht geluid komt vanuit de animatronic, maar ik hoor het pas duidelijker wanneer het steeds harder wordt: een kort woordje wat steeds herhaald wordt. "Wraak, wraak... Wraak!" "Nee!" Roep ik zo hard mogelijk, in de hoop dat Kytthin of misschien de andere me kunnen horen. De vos zijn klem wordt steeds harder. Shit, ik kan niet weer roepen. Straks hoort Keith me!

Foxy klemt zijn haak aan mijn blouse en sleept me langzaam mee naar Pirate Cove, waar hij me op de grond smijt. Zijn roodgloeiende ogen blijven zich richten op mij, en zijn elektronische maar angstaanjagende stem blijft het woord maar herhalen. Zijn hoofd draait plots een klein beetje, en de robot opent zijn kaak. Langzaam verplaatst hij zich zodat hij tegenover mij staat, terwijl ik nog steeds beduusd op de grond lig. Wacht, Mike, vlucht! Ik stribbel moeizaam een klein stukje overeind, maar voordat ik mijn kans kan nemen duikt de vos vol op me en duwt me nu met zijn volle gewicht tegen de houten vloer van de Pirate Cove aan.

"Nee, Foxy! Stop, iemand help me!" Schreeuw ik, hopend dat Keith niet degene is die me nu komt 'helpen'.

Foxy heft zijn haak.

"Nee!"

"Pats".

Hij boort de haak in de grond, nog geen centimeter naast mijn hoofd. Net mis. Hij heft hem weer.

"Foxy! Stop! Ik ben het, Mike!"

"Pats". Opnieuw een haar na... Ik begin het heel erg warm te krijgen, en heb het gevoel dat ik elk moment over mijn nek kan gaan. Je traumabijwerkingen zijn plots wel weg realistisch! Nee, nee... Dit is niet Perry. Traumabijwerking, niks meer! Alle keren, alle jaren, alles lag aan mij! Of toch... Ik houd dit niet vol, ik moet het wel proberen. Dit is mijn enige kans om een heel ander stuk van mijn zogenaamde traumabijwerking te verklaren: is dit Foxy, of is dit mijn dode vriend Perry? Nu ga ik erachter komen of het inderdaad een trauma bijwerking was. Of ik gek was. Of dat het echt was...

De haak komt dichterbij, en dan schreeuw ik de naam, de ene naam die een verschil gaat maken tussen leven of dood.

"Perry!"

Five nights at Freddy's: het hele verhaal • FNAF boek 1 (voltooid)Där berättelser lever. Upptäck nu