hoofdstuk 34

241 27 4
                                    

Als de aftiteling loopt, kijkt Raoul met een kleine glimlach toe terwijl Milo zachtjes snurkt, opgekruld tegen Rob's zij. De man heeft een arm om zijn schouders, kijkt naar zijn jongste zoon met de zachtste glans in zijn ogen, vingers die achteloos met zijn krullen spelen. Koen, uitgestrekt op de andere bank, lijkt zelf ook klaar om weg te doezelen - zijn ogen zijn halfgeloken en zijn telefoonscherm belicht zijn gezicht terwijl hij het in de donkere kamer probeert te zien.

Het is bijna etenstijd, maar ze zitten allemaal vol met koekjes en warme chocolademelk, dus hij veronderstelt dat het vanavond wat later wordt. Toch vergeet hij niet dat Matthyas niet heeft gegeten sinds ze binnen zijn gekomen, hij is niet eens uit zijn kamer gekomen. Dus strekt hij zich uit, leunt naar voren en glimlacht naar zijn vriend aan het andere uiteinde van de bank.

"Ik ga even bij Mat kijken," fluistert hij, terwijl hij zich bewust is van het slapende kind tussen hen in.

Rob kijkt op en glimlacht, knikt een keer. "Prima. Ik hou van je."

Raoul glimlacht bij die woorden, zijn hart fladdert alsof hij ze voor het eerst hoort. "Ik hou ook van jou," mompelt hij terwijl hij opstaat, zachtjes lachend om Koens gefluisterde 'bah' vanuit de kamer.

De gang naar de kamers van Koen en Matthyas is doodstil, dus hij pauzeert buiten de kamer van zijn zoon, denkend dat hij slaapt. Hij was meteen bezorgd toen de jongen bezwaar maakte tegen het blijven in de woonkamer om een film met hen te kijken, want Matthyas is nooit het type om tijd met zijn familie over te slaan, behalve als er iets aan de hand is.

Dus hij klopt voorzichtig, wacht een moment op een antwoord dat hij niet krijgt, duwt dan de deur open en stapt rustig naar binnen. Hij stopt met fronsen wanneer hij het lege bed van de jongen vindt, de dekens lichtjes verfrommeld en alles lijkt onaangeroerd; elk item perfect op zijn plaats.

"Mat?" roept hij, een moment in verwarring. Zijn jas hangt nog steeds aan een van de onderste spijlen van zijn bed, vochtig van de sneeuw eerder, maar zijn schoenen zijn weg. Op dat moment verandert zijn verwarring in paniek. "Verdomme. Mat?" roept hij opnieuw, luider, haastig de kamer uit en kijkend in de badkamer, maar ook die is leeg.

Met bonzend hart draait hij zich zo snel om dat hij recht in de borst van Rob botst, de kortere man vangt zijn armen op en kijkt hem aan met wilde bezorgde ogen. "Wat is er? Wat is er aan de hand?" vraagt hij meteen.

Raoul haalt bevend adem, schudt zijn hoofd. "Ik kan Mat niet vinden, Rob, ik kan niet - hij is niet in zijn kamer en-"

"Oké, oké," zegt Rob snel, ogen wijd maar kalm, terwijl hij een hand op de borst van Raoul legt. "Ik weet zeker dat hij ergens is. We hebben hem niet naar buiten horen gaan en de ramen in zijn kamer gaan niet open, dus hij zal hier ergens zijn, ik weet het zeker. Neem gewoon een adempauze, oké?"

Met zijn schouders hijgend van de inspanning haalt Raoul diep adem en laat weer los. Hij knikt, kijkt met tranen in zijn ogen naar de andere man en probeert zijn zenuwen te bedwingen. "Oké," fluistert hij, ook al gaat zijn gedachten nog steeds naar de donkerste plaatsen omdat Matthyas weg is, zijn kind is weg en - oh, god, hij heeft zich de laatste tijd niet goed gedragen, wat als -"

"Roel," ademt Rob, zijn arm lichtjes knijpend. "We vinden hem wel. Ik ga nu proberen zijn telefoon te bellen, oké? Jij controleert gewoon de andere kamers, misschien is hij gewoon in slaap gevallen in iemands anders bed. God weet dat Milo dat de laatste tijd vaak genoeg doet."

Hij twijfelt daaraan, maar hij probeert zo hard om niet in paniek te raken dus knikt hij en kijkt toe terwijl de andere man zijn telefoon tevoorschijn haalt en een nummer begint te draaien, zijn adem inhoudend en zijn handen onder zijn kin gevouwen terwijl hij wacht. Het trillen van een telefoon uit de kamer waar hij net vandaan kwam trekt hun beider aandacht en hij haast zich weer de gang op, met Rob vlak achter hem aan.

samengesteldWhere stories live. Discover now