Hoofdstuk 2

5.7K 340 34
                                    

Hoofdstuk 2

Daan - 8 jaar

Dinosaurussen vielen het thuisfront aan, verpletterden het. Woest dat ik was smeet ik met al mijn krachten een van de dino's weg. De volgende kwam op mij af gestormd, ik gaf hem een flinke klap tegen zijn hoofd aan, en ook die dino vloog uiteindelijk weg. Ik riep de lava op, die uit de grond spoot en de overige dinosaurussen doodde. Een triomf gevoel maakte meester van mij toen ik besefte dat ik de dinosaurussen verslagen had. Ik stampte op de grond en schreeuwde. 'Daan, doe eens rustig mannetje', de warme stem van mijn moeder trok mij weer in het nu, althans voor zover dat ging. 'Maar mama, er waren dinosaurussen, echt heel groot, en ze vielen mij aan. Mijn huis', ik wees naar het zandkasteel dat ik had gebouw in de zandbak. 'Oh, en wat heb je met ze gedaan?' Vroeg mijn moeder en haar ogen werden groot. Ik stond te springen op mijn kleine voetjes terwijl ik haar heel mijn verhaal vertelden. De twee dinosaurussen die ik weg had geslagen, zo sterk was. En dat ik de lava had opgeroepen. 'Zo Daantje, dat is erg goed van jou', zei mijn moeder en ze gaf mij een aai over mijn bol. 'Wat doe jij mama?' Vroeg ik en keek nieuwsgierig naar het tijdschrift dat ze in haar handen had. 'Ik lees een tijdschriftje en dadelijk ga ik koken.'

Ik knikte, mijn aandacht was alweer ergens anders op gevestigd. Het was zo mooi, hoe het daar fladderde. Met zijn kleuren zo fel, nog feller door het zonlicht dat er op viel. Het was de schoonheid zelve. Vol bewondering rende ik achter de vlinder aan , hopend het te pakken te krijgen. Hoppend het aan mijn kant te krijgen, samen vechtend tegen de grote dinosaurussen. Maar de vlinder kwam niet. Hij vloog weg. Steeds hoger en hoger. Ik liet mij boos op het gras vallen. 'Stomme vlinder', mopperde ik. Een vermoeidheid overviel mij en ik sloot mijn ogen.

'Daan? Daan, wakker worden jongen.' Iemand schudde mijn kleine lichaampje heen en weer en vermoeid opende ik mijn ogen. 'Het eten is klaar', de stem van mijn vader baande zich een weg via mijn oor naar mijn hersenen. Mijn vader tilde mij handig op, zijn spieren waren duidelijk zichtbaar onder zijn shirtje. Hij zette mij op de grond neer en samen liepen we naar binnen. Mama had wortelstamp gemaakt. Ik had mijn armpjes over elkaar heen geslagen, niet van plan geweest mijn bordje leeg te eten. 'Dinosaurussen eten ook geen wortelstamp', had ik als commentaar gegeven. Mijn vader rolde met zijn ogen.

'Net zei je nog dat de dinosaurussen je vijanden waren?' Vroeg mijn moeder fronsend.

'Ja maar-'

'Daan, eet je bordje leeg.'

Zuchtend was ik begonnen met lepel voor lepel het eten naar binnen te werken. Het kostte mij veel moeite, maar uiteindelijk was het gelukt. Ik was meteen van tafel gesprongen, ook al mocht dat niet van mijn vader, en naar buiten gerend. Mijn vader was woest achter mij aangekomen en wilde mij net weer mee naar binnen trekken, toen zijn aandacht ergens anders op gevestigd was. Een grof gebouwde man kwam onze oprit oplopen. Zijn haar zat in een soepele paardenstaart, en instinctief dook ik weg achter mijn vader. Ik voelde aan dat mijn vader alles behalve op zijn gemak was, zijn been trilde. 'Arie', zei mijn vader terwijl de zenuwen in zijn stem doorklonken. 'Jan, zullen we even een babbeltje maken? Als ik binnen mag komen.' De stem van de man duldde geen tegenspraak. Zwijgend ging mijn vader Arie voor naar binnen. Ik hield de broek van mijn vader stevig vast terwijl ik mijn vader volgde. Arie glimlachte naar mij, waardoor ik mij nog steviger aan mijn vader vast klampte. Mijn moeder liet van schrik bijna een pan op de grond vallen toen ze Arie zag. 'Dag Anna', zei hij en glimlachte naar haar. 'Uhm hoi', zei ze terwijl ze snel de pan op het aanrecht neer zette en vervolgens het aanrecht begon te poetsen. Mijn vader haalde mijn handen van zijn broek af. 'Blijf maar bij mama', zei hij. Ik knikte naar hem en ging snel naast mijn moeder staan, die beschermend haar hand aanreikte. 'Oh mag ik je zoon niet bewonderen? Kom eens', zei Arie en stak zijn hand naar mij uit. Ik wilde niet. Ik wilde niet naar die enge man die papa ook de stuipen op het lijf joeg. Mijn moeder gaf mij bemoedigend een duwtje, al voelde ik dat ze dat eigenlijk niet wilde. Ik pakte zijn hand vast en hij trok mij mee naar de kamer. Hij liet zich in de bank vallen en trok mij op zijn schoot. 'Wat is jouw naam ook alweer?' Vroeg hij mij en streelde een plukje blond haar uit mijn gezicht. 'Daan', zei ik helder, zonder enige twijfel.

'Ah ja. Luister Daan. Jouw papa moet mij nog betalen. Als hij dat nu niet kan', - het was mij niet ontgaan dat hij mijn vader een betekenisvolle blik toe wierp- , 'dan ga jij met mij mee. Met ome Arie naar de dierentuin, goed?'

Het woordje dierentuin was het enige dat bleef hangen in mijn woord. Ik knikte enthousiast. Mijn vader stond op en kwam even later weer terug met een enveloppe in zijn hand. 'De rest krijg je later Arie, ik heb het spul nog niet kunnen verkopen.'

Arie's ogen vernauwden zich. 'Je weet dat ik het jongetje van je af pak als je niet luistert', siste hij.

'Ja ik weet het, en dat zal niet gebeuren. Volgende week heb ik het spul verkocht, ik beloof het je', zei mijn vader haast wanhopig. Arie zette mij van zijn schoot af en snel rende ik naar mijn vader toe. Hij stond meteen op en drukte mij stevig tegen zich aan. 'Goed, dan zie ik je volgende week weer', zei Arie. Hij beende zonder verder nog een woord vuil te maken het huis uit. Dat was mijn eerste aanraking met de ellende waarin mijn vader zich bevond.

Daan.Where stories live. Discover now