Hoofdstuk 43

2.2K 165 28
                                    

Luister alsjeblieft het liedje terwijl je leest. ;) Je hart breekt. Althans, de mijne is gebroken.


Hoofdstuk 43


Daan – 21 jaar


Dit was het dan. Als je mij als klein jongetje had gevraagd hoe mijn leven eruit zou zien, had ik zeker niet mijn situatie van nu benoemd. Ik had dromen. Als klein jongetje al wilde ik arts worden. Later kwam de wens om een gezin te stichten, om mij na de opleiding te specialiseren tot de hersenen. De grote computer van ons leven. Alles wat wij waren, wie wij zouden worden, het lag allemaal vastgelegd. In word documentjes leek het wel. Elk jaar werd er een nieuwe geopend. En hoe verder het jaar vorderde, hoe meer ervaringen, hoe meer woorden er verschenen. Hoe meer woorden vertelden wie wij waren. Mijn hersenen hadden nooit een goed leven voor mij in petto gehad. Zwijgend staarde ik opnieuw naar de muur. De muur die ik de rest van mijn leven zou bekijken. Waarvan ik later elk klein detail nog zou herinneren. Zelfs de geur. De geur van de muur zou nooit meer uit mijn hersenen verdwijnen. Levenslang. Levenslang had ik de tijd om elk klein detail in mijn hoofd te prenten, de smaak van het eten in mijn smaakpapillen te graveren en de geur in mijn neus op te slaan. Ze hadden mij net zo goed de doodstraf kunnen geven.


Het leven liep nooit zoals gepland. Dat was iets wat ik nooit meer zou vergeten. Ik had misschien wel de pech gehad dat ik in een slecht gezin opgegroeid was. Al kon ik niet boos op ze blijven. Ze waren mijn ouders. Ik hield van ze. Daarom vermoordde ik ze.


En misschien was ik altijd al slecht geweest. Was het een cel in mijn lichaam, die zich wist te delen, wat uiteindelijk uit zou groeien tot een soort kankercel. Want kanker was ook slecht.


Ik had nu alle tijd om na te denken. Mijn fouten in te zien. Naast mijn levenslange gevangenisstraf, kreeg ik ook nog een psychiater toegewezen. TBS was een stap te ver. Ze geloofden niet dat ik aan een psychiatrische aandoening leed. Ik ook niet. Lachend schudde ik mijn hoofd. Alsof een psychiater mij nog kon redden.


En toch kwam ze. Ik was enigszins verbaasd dat het een vrouw was. Zenuwachtig stapte ze de ruimte binnen, en liet bijna haar tas uit haar handen vallen. Ze glimlachte kort naar mij, streek haar jurkje glad, en stak haar hand uit. Zwijgend stond ik op, en pakte haar uitgestoken hand, om die vervolgens te schudden. 'Daan.' Mijn achternaam zei ik nooit.

'Rani De Vadder', stelde zij zichzelf voor.

Ik knikte, en ging weer zitten. Ze nam plaats tegenover mij, en begon in haar tas te rommelen. Uiteindelijk haalde ze een dossier tevoorschijn, gevolgd door een aantekeningenblok, en een roze pen. Ze streek een plukje bruin haar achter haar oor, voordat ze mij strak aan keek. 'Ik moet bekennen dat ik echt net afgestudeerd ben, en jij mijn eerste cliënt bent.'

'Ah meteen een heftig geval.'

Ze glimlachte ongemakkelijk. 'Ach, ik zie het als een uitdaging.' Ze bekeek haar papieren, en begon iets door te lezen. Ongeduldig trommelde ik met mijn vingers op het tafelblad. Rani bleef lezen, wat mij alle gelegenheid gaf haar te bestuderen. Haar bruine haren had ze vluchtig vastgebonden, waardoor er wat plukjes uitstaken. Haar groene ogen schoten alle kanten op, wat verraadde dat ze de tekst aan het scannen was. De deur werd geopend, waardoor ze opkeek. Ze slikte hoorbaar toen ze mijn blik ving, en wendde haar hoofd vervolgens af. Een agente kwam binnengelopen, en zette een mok thee voor haar neus neer. Vervolgens werd er een mok met koffie mijn kant opgeschoven. De gastvrijheid. Ik knikte dankbaar, al kostte mij dat veel moeite. 'Bedankt', zei Rani, en een glimlach vond haar lippen.

'Goed', begon ze, en ordende haar papieren. 'Daan dus. Ons eerste gesprek is een kennismakingsgesprek, dus nog geen heftige dingen, wees niet bang.'

Ik lachte spottend. 'Ik ben niet bang mevrouw.'

Meende ik nou iets van een licht blosje op haar wangen te zien? Ze schudde haar hoofd. 'Nee, natuurlijk niet.'

Dreef ze nou de spot met mij? Lang de tijd om daarover na te denken had ik niet.

'Dus Daan, 21 jaar, je broer is overleden aan kanker op jonge leeftijd, ouders zijn door moord om het leven gekomen. Heb je nog verdere familie?' geïnteresseerd keek ze mij aan.

'Een hoop ellende', mompelde ik, voordat ik haar antwoord gaf. 'Ja. Maar die zie of spreek ik nooit meer.'

'Ze waren inderdaad ook niet bij de rechtszaak', zei ze peinzend. 'Ik vraag mij af of dat niet zwaar voor je is?'

'Kennismakingsgesprek, toch? Dus geen emoties en shit.'

Ze glimlachte. 'Ooit zal je daarover moeten praten.'

'Maar nu niet', waarschuwde ik haar.

Ze nam een slokje van haar thee, waarna ze iets op opschreef. 'Gevoelens zijn dus lastig.'

Ik knikte. 'Ze zijn er niet meer', vertelde ik haar naar waarheid. Ik voelde niets meer.

'Ze zijn verdrongen, dat is iets anders Daan.'

Mijn lippen vormden een geluidloze ''oh.''

'De volgende vraag zou zijn wat je leuk vindt om te doen', begon ze twijfelend.

'Uitgaan', was mijn simpele antwoord. Ik had nooit tijd gehad om andere hobby's te proberen in de jaren waar ik mij bezig hield met de meiden. Ze knikte, en schreef het vervolgens op. Fronsend staarde ze naar het formulier, waarna ze het aan de kant schoof. Ze zuchtte diep. 'Vergeet het formulier, begin bij het begin', zei ze, en vouwde haar handen ineen. Geïnteresseerd staarde ze mij aan. 'Dat formulier moet toch ingeleverd worden?' vroeg ik haar verbaasd.

Ze haalde haar schouders op. 'Al die vragen hebben geen nut. Je zit vast nu, ik heb er niets aan om te weten wat je lievelingseten is.'

Een klein lachje ontsnapte tussen mijn lippen door. Ze was verdomd slim. En zo begon ik voor het eerst in mijn leven te praten over alle gebeurtenissen. Ik voelde mij begrepen, al bleef de angst dat zij een spelletje met mij speelde. Maar zij leek te begrijpen hoe diep het verdriet om mijn broer nog steeds zat, leek te begrijpen waarom ik mijn ouders vermoord had en leek zelfs enigszins te begrijpen waarom ik Sarah al die dingen aan gedaan had.


Sarah.


Al die tijd bleef zij in mijn hoofd spoken. Ik begon steeds meer van mijzelf te walgen, in hoeverre ik dat nog niet deed. Ik had haar leven verpest. Haar leven verpest zodat ik er zelf beter van kon worden. Maar dat was ik niet. Ik was er niet beter van geworden. Ik was er alleen maar slechter van geworden. Voor het eerst welde er spijt op in mijn borstkas.


Het duurde niet lang of Luuk werd ook opgepakt, die Dion erbij lapte. Gezien ik veel met de twee omging, moest ik ook mijn verhaal komen vertellen. Ik zweeg in alle talen over Luuk. Maar over Dion vertelde ik hun alles wat ik wist. Hij zou zijn verdiende loon krijgen. Nee – correctie – wij zouden allemaal onze verdiende loon krijgen.


Ik werd gedwongen om over mijn leven te praten. Gedwongen om over de jongens te praten. Gedwongen om over Sarah te praten.


Sarah.


Ik voelde nog steeds haar zachte lippen op de mijne.


----------------------------------------------------------------------------------------

Opgedragen aan Rani, volgens mij heeft dat geen verdere uitleg meer nodig. 

Ik ben blij dat jij mijn vrouwtje bent. <3   (''tje'' ja, want je bent nog altijd kleiner dan ik.)

Daan.Where stories live. Discover now