Hoofdstuk 42

2.1K 152 20
                                    

Hoofdstuk 42

Daan – 21 jaar

Een maand kon voorbij vliegen. Ik kon mijn ding doen, om vervolgens te beseffen dat er weer een maand verstreken was. Ik kon vrolijk ''21-4-13'' op mijn tentamenblaadje schrijven, terwijl de maand april allang plaats had gemaakt voor de maand mei. Maar hier, hier leken maanden wel jaren te duren. Hier leek de tijd een eigen leven te leiden. Een eigen definitie aan het begrip gegeven te hebben. Ik staarde naar mijzelf in de spiegel. In een maand tijd was er belachelijk weinig aan mijn uiterlijk veranderd. Alsof het niet binnen drong. Alsof het gevangenisleven mijn cellen niet kon bereiken. Mijn lichaam was nog steeds in vorm, ik was dan ook met eigen gemaakte dingen aan het trainen gegaan. Mijn haren kon ik elke morgen weer keurig in model brengen, doordat een van de gevangenbewaarders zo vriendelijk was geweest gel te regelen. Want kom, ik moest er ook goed uitzien ín de gevangenis. Mijn huid was nog steeds even egaal als altijd. En mijn ogen stonden nog altijd kil. Om even mijn poëtische kant te laten horen, mijn ogen waren nog altijd een kille, diepe, blauwe zee. En dat gaf mij hoop. Mijn uiterlijk gaf mij hoop. Zwijgend bleef ik terug staren naar mijn spiegelbeeld. Wat wel veranderd was, was de cel waarin ik mij bevond. Ik had nu een luxere versie gekregen, eentje die mij onbewust vertelde dat er een gevangenisstraf boven het hoofd hing. Er stond een bed, een bureautje en een computer. Helaas wel zonder internettoegang. Ook stond er een klein tv'tje, waar ik dagelijks vele uren mee kon doden. In de hoek stond een kleine wasbak, met daarboven een spiegel. Hier moest ik het dan nog vele jaren mee doen. Ik bewoog mij in de richting van mijn bed, toen er plots op mijn deur geklopt werd. Het kloppen had ik al die tijd al als nutteloos ervaren – ze kwamen toch wel naar binnen. En ook nu, toen mijn reactie uitbleef, werd de deur geopend. Verveeld keek ik de cipier aan. Margaret, dat was haar naam. En ik had een bloedhekel aan haar, en wederzijds. 'Handsome', begroette ze mij vrolijk.

Kil keek ik haar aan. 'Wat is er?'

'Er is bezoek voor je.' Haar stem klonk minder vrolijk dan daarnet.

Fronsend keek ik haar aan. Ik had geen idee wie dat moest zijn. Ik krabde achter op mijn hoofd. Misschien was het een van de jongens. Een zucht glipte tussen mijn lippen door. 'Als het Dion is, ik wil die gast niet spreken.'

'Het is een meisje.'

Nu was mijn volledige aandacht gewekt. Een meisje? Vragend keek ik haar aan.

'Kom nou maar', zei Margaret ongeduldig, en tikte met haar voet op de grond.

Zuchtend stond ik op, en liep langs haar de cel uit. Meteen volgde ze mij. Want ik zou ook eens kunnen ontsnappen. Ik stopte voor de deur, waarna Margaret haar pasje ervoor hield, en de deur geopend werd. Ik liet haar voor, omdat ik geen idee had waar ik heen geleid werd. Uiteindelijk werd ik naar een verhoorkamertje gebracht. 'Ga zitten', beval zij mij.

Bevelen waren nooit mijn ding geweest. En al helemaal niet van een vrouw. Het hoorde verdomme andersom te zijn. Maar ik was te nieuwsgierig naar wie mij kwam bezoeken, dat ik besloot zonder commentaar te gaan zitten. 'We maken je handen vast aan de tafel.'

Fronsend keek ik naar de boeien die op de tafel lagen. Ze zaten met een ketting ergens onderaan de tafel vast. 'Waarom?' vroeg ik vol argwaan. Verdomme, wie kwam er?

Ze negeerde mij, en maakte behendig mijn polsen vast. Margaret verliet de kamer, en een mannelijke agent nam haar plaats in. Minuten tikten voorbij. Mijn hersenen maakten overuren. Was het Jolene? Waarom zou ze. Maar iemand anders kon ik niet bedenken. Ik kon mij onmogelijk voorstellen dat Sarah mij nog wilde zien. De deur werd geopend. Ik moest moeite doen mijn verbazing niet te laten zien. Haar blonde haren vielen dof rondom haar schouders. Haar ogen stonden dof, moe, verdrietig, maar bovenal leeg. Ze beet ongemakkelijk op haar lip, wat bij mij een grijns ontlokte. Ze nam tegenover mij plaats, wat niet heel soepel verliep. Een stilte nam tussen ons plaats. Ongeduldig tikte ik met mijn voet op de grond, een dorsaalflexie, wist ik mij nog te herinneren van mijn studie. 'Wat kom je hier doen?' vroeg ik haar, nadat zij nog steeds haar lippen niet van elkaar bewogen had. Ze schrok lichtjes van mijn stem. Nog zo helder. Zo hard. Ik keek haar indringend aan. Ongemakkelijk schoof ze heen en weer op haar stoel. 'Ik weet het niet.'

'Moest het van je psychiater?' ik vermoedde dat ze er een had, zeker wist ik het niet.

Ze opende haar mond, maar sloot die vervolgens weer.

Ik zuchtte diep. 'Ze vertellen mij ook weleens dingen', loog ik soepel, en wierp kort een blik op de agent, maar hij leek mijn woorden niet gehoord te hebben. Sarah wendde haar blik af. De gevangenbewaarster die Sarah binnen gelaten had, zette een stapje naar voren. 'Wil je weg meisje?'

Ze negeerde de woorden. Leek even na te denken, en keek mij toen strak met een vastberaden blik aan. Fronsend keek ik haar aan. Wat had zij nou ineens.

'Waarom mij?'

Verbaasd keek ik haar aan. Eigenlijk had ik elke vraag verwacht, behalve de meest voor de hand liggende. De waarom vraag. Ik trok snel mijn gezicht weer in de neutrale stand. 'Omdat ik jou wilde hebben', zei ik simpel. En dat was het eigenlijk ook gewoon. 'Het had net zo goed iemand anders kunnen zijn, maar jij maakte dingen in mij los', verduidelijkte ik mijn vorige woorden.

'En je kon er blijkbaar niet mee omgaan', beet ze mij plots toe.

Kil keek ik haar aan. 'Dat kan ik allang niet meer.'

'Waarom niet?'

Mijn ogen maakten een rollende beweging. Ik vond haar vervelend. En het liefst zou ik haar nu slaan, en daarna neuken. Maar dat ging niet. 'Wat wil je hiermee bereiken Sarah?'

Even leek ze in de war. 'Ik wil antwoorden', bracht ze twijfelend uit.

Een lachje perste zich tussen mijn lippen door. 'Want? Bereik je hier iets mee?' mijn stem klonk hard, kil.

Afwachtend keek ik haar aan. 'Waarom gebruikte je mij? Als je normaal had gedaan dan was ik misschien wel verliefd op je geworden', zei ze. Geen twijfel meer. Ik moest moeite doen haar niet vol ongeloof aan te staren. Verliefd? Op mij? Ik schudde mijn hoofd. Natuurlijk niet. Ik herpakte mijzelf snel weer. 'Je geeft dus toe dat je verliefd op mij bent?'

Ze rolde met haar eens zo prachtige ogen. 'Nee.'

'Ik zie zoiets toch wel', zei ik kil, en mijn blik bestudeerde ongeïnteresseerd de saaie kamer. Mijn blik gleed terug naar Sarah. 'Wat wil je specifiek weten Sarah? Wil je weten waarom ik niet ''normaal'' kan doen? Ben je klaar voor die waarheid?' Mijn waarheid.

'Hoe kom je aan dat litteken?' vroeg ze plots.

Weer een vraag die ik niet verwacht had. 'Die op mijn hart?'

Ik kon er niets aan doen dat ik moest lachen. 'Iemand dacht mij kapot te kunnen schieten.'

Nog nooit had ik zo over mijn litteken gepraat. Nog nooit had ik er überhaupt over gepraat.

'Is het leven jou wel iets waard?'

'Nee', zei ik zonder enige aarzeling. Het leven had mij kapot gemaakt. Hoe kon het dan enige waarde voor mij hebben?

'Meisje, ik denk dat het beter is als je afscheid neemt', mengde de gevangene bewaarster zich twijfelend in ons gesprek.

Sarah knikte twijfelend. Verwachtingsvol keek ik haar aan. Ik was benieuwd naar wat ze nog ging doen, of zeggen, voordat ze definitief uit mijn leven verdween. Plots wist ik wat mij te doen stond. Een laatste teken, een teken dat haar voor altijd aan mij zou herinneren. Een teken waardoor ze zou beseffen dat ze toch van mij was. Ik schoot overeind, en drukte mijn lippen op de hare. De gevangenbewaarster schoot naar voren, en duwde mij terug. Ik liet het toe. 'Dag schatje, ik heb genoten van onze tijd', zei ik met een brede grijns rondom mijn lippen. En toen werd ze weggetrokken. Weggetrokken uit mijn leven. Alweer werd er iemand weggetrokken uit mijn leven.


---------------------------------------------------------------------------------------------------

Hierboven zien jullie de gloednieuwe trailer van het boek! Laat me weten wat jullie ervan vinden. :)


Daarbij, nog maar een hoofdstuk en een epiloog... :o

Daan.Where stories live. Discover now