Living with Severus Snape

3.4K 225 40
                                    


In kleermakerszit zit ik in Sneeps leunstoel met een boek op schoot. 

Dag drie, en ik heb nog steeds niet de behoefte iets te doen. Alles voelt zo, leeg. Zo voelde ik me ook toen ik besefte dat ik niet meer terug kon naar mijn eigen wereld en tijd. 

Het boek dat op mijn schoot ligt gaat over illegale spreuken, een toepasselijk boek, dat op een van de boekenplanken stond. Zou Sneep er wel eens een uit gebruiken? 

"Ga je je nog nuttig maken vandaag?" Sneep slaat zijn armen over elkaar en kijkt me nors aan. 

"Is lezen niet nuttig dan?" 

Hij trekt zonder pardon het boek uit mijn handen en gooit het op tafel, en ik kijk hem aan. 

"Als je toch niks beters te doen hebt, kun je de keuken schoonmaken," zegt hij. 

Ik zucht diep en weet me met moeite uit de stoel te hijsen. In die twee dagen heb ik geleerd dat ik maar beter kan doen wat Sneep tegen me zegt. Niet dat ík het nuttig vind, het liefst zou ik met de deken over me heen in bed blijven liggen. Maar dat gaat ook niks oplossen. 

Ik zwiep met mijn toverstok en een sponsje dat in de gootsteen lag begint uit zichzelf het chroom te poetsen. Uit de bezemkast laat ik een bezem en een dweil komen. Het voelt een beetje alsof ik in de Disneyfilm Fantasia zit, en The sorcerer's apprentice speel. Die gedachte zorgt voor een miniem glimlachje om mijn mond, ik heb altijd al van Disney gehouden. Jammer dat dat er niet is hier. Ik moet het met mijn herinneringen doen. Maar, die herinneringen brengen ook weer herinneringen aan mijn jeugd met zich mee, aan mijn vader, mijn moeder. En de herinnering dat ik eigenlijk vreselijk egoïstisch ben geweest. 

Een nieuwe stortvloed aan tranen dwingt zich weer een weg naar buiten, en mid track valt de dweil met een klap op de grond. De emmer water klettert omver en ik word zeiknat. Het kon me niet minder schelen. De tranen blijven toch wel over mijn wangen stromen. 

Sneep komt de keuken in, en met een zwiep van zijn toverstok zorgt hij ervoor dat alles weer op de goede plek terecht komt. 

"Wat is er nu weer?" Hij heeft weinig sympathie over gehouden voor mijn constante huilbuien. 

Ik wrijf ruw met mijn mouw langs mijn ogen, "niks."

"Dit ziet er niet uit als "niks"," hij gebaard naar mijn kleren. 

"Niks," zeg ik opnieuw, zijn blik ontwijkend. Zijn blik is koud en hij kan er toch niks mee. Dat dit wéér om mijn ouders gaat is voor hem allang oud nieuws. Bovendien heeft hij niet het karakter om er mee te zitten. Hij duwt me naar de keukentafel, op een stoel, en gaat tegenover me zitten. Ik wil weer opstaan, maar ik hoef maar één blik op hem te werpen of ik weet dat ik dat beter niet kan wagen. 

Zoveel begrepen stille communicatie. Verbeten blijf ik daarom zitten, en sla mijn armen over elkaar ten teken dat ik toch niet ga praten. 

"Denk je dat zij er iets aan hebben als je steeds zo instort als je aan ze denkt?" Sneep slaat zelf ook zijn armen over elkaar, hij heeft een strenge ondertoon in zijn stem zitten. Het blijft stil.

"Nou?"

Langzaam schud ik mijn hoofd.

"Dus, wat zou je dan kunnen doen?"

Ik haal mijn schouders op, "Voldemort vermoorden?" stel ik voor. 

Sneep kan er niet om lachen, "dat kan niet." 

"Moet jij eens opletten!" nu kijk ik hem wel degelijk aan. 

Hij buigt zich iets naar me toe, "jij weet net zo goed als ik dat Potter dat moet doen!" snauwt hij, "dus, in plaats van constant te zitten sikkeneuren, wat kun je doen?" 

Lost in Harry PotterWhere stories live. Discover now