H29

3.7K 95 4
                                    

Pov Daniël.

'WAT? Nee dat kan niet. Het mag niet. Waarom? Waarom zij en niet ik?' Ik begin te huilen wanneer ik hoor dat Sterre in coma ligt. Sterre ging naar de wc bij biologie vandaag en toen zag ik mijn broer lopen. Ik rende naar buiten en ik vroeg of hij weg wilde gaan. Hij pakte zijn mes en begon ons neer te steken. Sterre begon toen ook een gevecht maar ze wist niet wat hij allemaal deed om zijn zin te krijgen. Ze won het gevecht uiteindelijk wel maar ze raakte vreselijk gewond. Op weg naar het ziekenhuis raakte ze in een coma en dat heb ik net  gehoord.

'Het spijt me zeer maar het is wel zo.' Zegt een dokter en dan heb ik het niet meer. Ik ga nog harder huilen.

'Misschien als het helpt. U mag haar bezoeken.' Ik kijk hem aan met ongeloof. Ik begin te knikken. Hij loopt voor me naar de kamer waar Sterre ligt. Er staat een stoel en ik ga erop zitten. Ik pak Sterre's hand en ik houd hem vast.

'Kom terug. Alsjeblieft. Ik heb je nodig.'

'Wij hebben je nodig.' Hoor ik een stem zeggen. Ik draai me om en ik zie Max staan. Hij pakt ook een stoel en gaat erop zitten.

'Wat is er gebeurd?' Vraagt hij een beetje bang. Ik kijk hem aan en dan begin ik.

'Mijn broer is er gebeurd. Hij heeft mij en mijn vrienden neergestoken. Sterre heeft de school verdedigt, maar ze is in haar rug gestoken. Ze heeft mijn broer uitgeschakeld maar daarna is ze in mekaar gezakt. Ze heeft onderweg naar hier het bewustzijn verloren. Nu ligt ze in coma.' Zeg ik en ik buig mijn hoofd. Ik voel me schuldig. Sterre is gewond omdat ik niet tegen een klein steekje kan. Ik had haar moeten beschermen.

'Bij ons kwam er politie aanzetten met haar portemonnee en een van haar messen. Ze zijden dat Sterre niet werd aangehouden. Alle wapens die ze heeft staan in de computer en ze heeft er vergunningen voor. Ik heb niet naar het gesprek geluisterd. Ik heb meteen gevraagd waar ze was en ze hebben me hierheen gebracht.' Zegt hij zacht en de tranen stomen over zijn wangen.

De deur word opengeslagen en de jongens komen binnen samen met de meiden.

'Ze ziet er niet gewond uit.' Zegt Sophie en ze zet een kaartje op het kastje naast het bed, ook zet ze er een knuffeltje bij. Jack zet er ook een kaart neer. Alice zet een kaart neer en ze geeft Sterre een kusje op haar hoofd. Melanie zet er een beertje neer. En Nathalie komt aanzetten met een hele grote knuffel. Er zit een kaart om zijn nek en de jongens zette gewoon een kaart neer. Dan gaan ze weer weg en Max word opgehaald door hun moeder. Zij blijft ook even maar dan moeten ze weg.

'Hallo.' Zegt een zuster die binnenkomt.

'Hallo.' Zeg ik hees. Ik heb geen zin in mensen en dat merk je ook aan me.

'Ik zou u eigenlijk weg moeten sturen. Het bezoekuur is voorbij maar ik kan u ook laten slapen bij mevrouw Trust.'

'Ooh ik ga wel weg... Wacht zij u nou net dat ik mag blijven slapen?' Vraag ik verbaast.

'Ja. Dan kunnen we een bed voor u neerzetten in deze kamer en dan kan u langer blijven.' Zegt ze opgewekt.

'Alstublieft als dat kan dan wil ik dat heel heel heel erg graag.' Zeg ik en ik begin bijna te smeken.

'Oké dan zetten we hier zometeen een bed voor u neer.' Zegt ze en ze loopt weer weg. Ik blijf waar alleen achter samen met Sterre en ik ga weer op de stoel zitten. Ik pak haar hand vast en dan leg ik mijn hoofd neer naast Sterre's benen. Ik leg mijn handen op mijn hoofd en ik doe mijn ogen dicht. Ik val langzaam in slaap.

Ik word wakker gemaakt omdat er eten voor me is. Ik eet alles op en dan ga ik weer op dezelfde manier liggen. Ik val weer in slaap.

Ik word wakker door een zuster.

'Meneer, wij willen u vriendelijk verzoeken om in uw bed te gaan liggen. Dat is beter voor uzelf.' Zegt ze vriendelijk en ik sta op. Ik loop om het bed van Sterre heen en de zuster gaat weer weg. Ik doe mijn kleren uit en ik ga alleen in mijn boxer aan slapen. Ik kijk naar Sterre en dan val ik in slaap. Een droomloze nacht tegemoetgaand.

'Meneer. Hallo. Wakker worden.' Zegt iemand in mijn oor. Ik doe mijn ogen open en ik kijk in het gezicht van een zuster.

'Het ontbijt is beneden klaar. U kan ernaartoe gaan en ontbijten. Het buffet is gesloten om 10:30.' Ik kijk op de klok en ik zie dat het 8:00 uur is.

'Dankjewel.' Zeg ik tegen de zuster en ze gaat weer weg. Ik stap uit mijn bed en ik doe mijn kleren aan. Ik loop naar Sterre.

'Ik ben zo weer terug, ik beloof het je.' Zeg ik en ik loop de kamer uit. Ik doe de deur dicht en ik loop naar beneden. Ineens zie ik een klein meisje. Ze wil de trap af maar ze heeft een paal die ze mee moet nemen. Ik loop naar een dokter toe.

'Mag ze naar beneden?' Vraag ik aan hem. Hij knikt.

'Iedereen die aan deze kant van het ziekenhuis zit mag naar beneden. Er is een afgesloten afdeling maar die zit hier van losgekoppeld.' Zegt hij en dan gaat hij verder. Ik loop naar het meisje toe.

'Moet ik jou even helpen?' Vraag ik aan haar ze kijkt me eerst bang aan maar ik steek mijn hand uit.

'Dankjewel.' Zegt ze en ze pakt mijn hand. Ik pak de paal vast en ik til hem een stukje op. We lopen langzaam naar beneden en dan zet ik de paal weer neer.

'Wil je bij me komen zitten?' Vraagt het kleine meisje en ze wijst naar het ontbijt.

'Ja, natuurlijk maar zijn jou papa of mama niet op jou aan het wachten?' Vraag ik aan het meisje.

'Mijn papa is niet meer op aarde. En mijn mama moet werken. Ik ben alleen dus je kan bij me gaan zitten wanneer je dat maar wild.' Zegt ze vrolijk. Ik knik en ik loop met haar mee. Ze wijst aan wat ze wil eten en ik schep het allemaal op.

'Wat is jou naam?' Vraagt ze verlegen.

'Ik ben Daniël. Wie ben jij?' Zeg ik.

'Ik ben Anne. Waarom ben je hier eigenlijk? En hoe oud ben je?' Vraagt Anne verder.

'Ik ben 18 jaar oud en ik ben hier omdat een vriendin van mij in haar rug is gestoken met een mes.' Zeg ik.

'Ooh, dat is niet mooi. Ik ben trouwens 8 en ik moet hier zijn voor iets wat ik niet weet. Maar ik weet wel dat ik deze rollende stok niet mag vergeten. Maar hoe gaat het met je vriendin?' Vraagt ze wanneer we aan een tafeltje zitten en we aan ons ontbijt zijn begonnen.

'Ik weet het niet. Ze ligt in een coma.' Zeg ik. Anne kijkt me aan.

'Wie is jou vriendin?' Vraagt ze dan.

'Sterre Trust.' Zeg ik zacht. Ze kijkt me in mijn ogen aan en dan kijk ik weg.

'Ik ken Sterre nog wel. Ze heeft lang donkerblond haar en grijs-blauwe ogen. Haar haar zit altijd in een hoge staart en ze kwam vaak het ziekenhuis binnen door gevechten op school en thuis, toch?' Ik kijk haar met open mond aan en dan knik ik. Haar beschrijving klopt helemaal.

'Hoevaak ben jij hier? In het ziekenhuis bedoel ik.' Vraag ik voorzichtig.

'Bijna altijd. Eerst waren het alleen controles maar nu is er nog iets gevonden wat niet goed voor me is en ik mag hier niet weg tot het beter met me gaat. Ik loop meestal rond in het ziekenhuis om nieuwe mensen te leren kennen. Veel opa's en oma's kijken me aan wanneer ik op hun deur klop. Dan loop ik naar binnen en brengen we hele dagen met elkaar door. Het is dan heel gezellig en de meeste mensen vinden mijn opvrolijkend. Zusters halen mij soms zelfs op om even te kletsen. Of om me nieuwe mensen te verwelkomen. Ik wil zelf nog een keer naar de wegloop mensen. Om hun wat gezelschap te bieden. Ik heb namelijk een heel ziekenhuis om in rond te lopen en mensen te ontmoeten. Zij hebben alleen een verdieping. Meer niet.' Ik heb de hele tijd stil geluisterd. Dit meisje weer veel over de mensen hier en ze is echt heel slim. Ze is een groot voorbeeld. Ik wil haar wel een keer meenemen naar school. Laten zien hoe slim ze wel niet is. Ik wil haar helpen.

'Kunnen we zometeen misschien naar Sterre toe? Ik wil haar weer een keer zien.' Zegt Anne zacht wanneer ik weer opkijk.

'Als het mag dan kan het wel denk ik.' Zeg ik. Dit meisje is het een groot voorbeeld.

StrongerWhere stories live. Discover now