H87

2.1K 64 2
                                    

'Hallo mevrouw...' Begint iemand en ik neem de uitgestoken hand aan.

'Trust, Sterre Trust. Aangenaam.' Zeg ik.

'Hallo mevrouw Trust. Mijn naam is Dexter, Dexter Fischer. Ik ben hoofd bewaker van deze afdeling in Schiphol. Ik hoorde dat er een probleem was.' Zegt Dexter en ik knik een keer.

'Ik heb deze sporttas mee willen nemen naar de eerste rang in de oorlog.' Zeg ik en ik wijs naar de tafel met de spullen. Dexter knikt een keer en loopt naar de tafel toe.

'Je gaat echt naar de oorlog he?' Vraagt hij terwijl hij de wapens bekijkt.

'Ja, mijn vriend werd erheen geroepen en we hebben al een aantal maanden niets meer gehoord behalve dat hij mogelijk dood kan zijn. Ik trek het niet meer. Ik wil dat dit stopt.' Mompel ik. Ik laat mijn hoofd hangen en hoor even helemaal niks meer.

'Je mag gaan. Met de tas. Ik wil alleen dat die tas bewaakt word. Voor de rest zijn er geen problemen. Verder heb je niks mee toch?' Ik kijk Dexter aan en schud wild mijn hoofd.

'Fouilleer me maar als je dat wil. Ik heb niks te verbergen.' Zeg ik en ik zie Dexter lachen.

'Alleen door dat antwoord weet ik al genoeg. Ik zal je naar het vliegtuig brengen.' Zegt hij en ik knik. Ik begin met het weer inpakken van mijn tas en even later lopen we naar tunnel die naar het vliegtuig leid.

'Ga maar ergens zitten. Ik regel de rest wel.' Zegt Dexter en ik knik. Ik loop de zitruimte in en zie dat het helemaal vol zit. Ik loop langzaam langs de rijen met stoelen en hoor mensen fluitsteren. Wanneer ik vooraan ben draai ik me om en kijk ik door de ruimte heen naar plekken die vrij zijn. Dan pas heb ik door dat er alleen jongens in het vliegtuig zitten. Dan zie ik 2 jongens zitten die zacht met elkaar aan het praten zijn. Hun ogen zijn nog rood van het afscheid nemen maar er is wel een plek tussen hun in vrij. Ik loop langzaam naar ze toe en ga naast de stoel staan van een van de jongens.

'Zou ik hier mogen zitten?' Vraag ik en ik zie de jongens opkijken. De jongen die aan het gangpad zit kijkt naar boven en meteen worden zijn ogen groot. De andere jongen lacht heel even en knikt dan.

'Ja je mag hier gaan zitten.' Zegt hij en hij duwt de benen van de andere jongen aan de kant zodat ik erlangs kan. Ik bedank hem en neem rustig plaats.

'Bedankt.' Zeg ik terwijl ik mijn sporttas op schoot zet. Ik leun met mijn rug tegen de stoel en zucht een keer terwijl ik mijn ogen sluit.

'Waarom zit je eigenlijk op dit vliegtuig? Als ik vragen mag natuurlijk.' Hoor ik recht van me gevraagd worden. Ik open mijn ogen en kijk naar de jongen.

'De oorlog eindigen.' Mompel ik in mezelf en net op dat moment komt een stewardess aangelopen.

'Heb jij die tas die ik moet meenemen naar achteren?' Vraagt ze en ik knik.

'Pas op, hij is zwaar en laat hem alsjeblieft niet vallen.' Zeg ik terwijl ik hem optil van mijn schoot en hem aan haar geef. Ze pakt hem aan en zakt voor een groot deel in elkaar door het plotselinge gewicht.

'Wat is er in die tas?' Vraagt de jongen maar ik schud licht mijn hoofd.

'Hoe heet je eigenlijk?' Vraagt de jongen links van me. Ik kijk hem even aan en steek dan mijn hand uit.

'Sterre Trust. Aangenaam.' Zeg ik terwijl ik zijn hand schud.

'Ezra Dimontri.' Zegt de jongen die links van me zit. Dan draai ik me naar de rechterkant.

'Xanderias Trioples. Noem mij maar gewoon Xander.' Zegt hij en ik knik even.

'Jullie leken een diepgaand gesprek te hebben voordat ik kwam. Waar kennen jullie elkaar van?' Vraag ik zo voorzichtig mogelijk.

'We kennen elkaar al sinds de geboorte bijna. We leerde elkaar kennen op de peuterspeelzaal.' Zegt Xander en ik knik.

'Jij gaat niet voor jezelf weg of omdat je dat moest van de regering, he?' Vraagt Ezra voorzichtig en ik schud langzaam mij hoofd.

'6 maanden geleden is mijn vriendje vertrokken. Na 3 maand kregen we een brief waarin stond dat het waarschijnlijk te laat voor hem was. Vandaag was ik die brief weer aan het lezen en trok ik het niet meer. Ik ben afstandelijk geworden van mijn vrienden en familie en doe eigenlijk niets anders dan eten, slapen en trainen. Ik heb een briefje achtergelaten en vertrokken.' Mompel ik en ik voel me lichtelijk schuldig. Ik heb iedereen gewoon achtergelaten en ben egoïstisch bezig maar het is nu te laat.

'Buckle up boys, we are about to fly.' Zegt de piloot in het Engels en meteen hoor ik een paar jongens grinniken. Het klinkt echt alsof we een super leuke vakantie gaan hebben. Was het maar zo.

Ik doe mijn gordel om en leun tegen de rugleuning aan. Ik sluit mijn ogen en val bijna in slaap tot ik 2 trillende handen voel. Ik pak van Xander en Ezra allebei een hand vast vlak voor ik helemaal wegzak in een lichte slaap.

'Sterre, Sterre. We gaan zo landen.' Hoor ik iemand in mijn oor zeggen. Ik open langzaam mijn ogen en kijk in de grijzige ogen van Ezra.

'Thanks.' Mompel ik terwijl ik in mijn ogen wrijf om de slaap eruit te krijgen. Na enige tijd landen we dan uiteindelijk en stapt iedereen rustig uit. Ik stap als laatste uit en blijf op de trap even staan en kijk naar mijn omgeving.

'Mevrouw, uw tas.' Zegt de stewardess eerst weer en ik pak mijn sporttas aan.

'Dank u wel.' Ik leg de band van de tas over mijn schouders en loop rustig naar beneden, de trap af.

'Sterre!' Hoor ik Ezra en Xander ineens roepen. Ik kijk op van de grond en zie dat er 3 pick-ups wegrijden. In de achterste zitten Ezra en Xander naar me te zwaaien. Zonder na te denken begin ik te rennen.

'Shit!' Mompel ik boos tegen mezelf. Wanneer ik dichtbij de pick-up ben gooi ik mijn sporttas in de armen van Ezra. Ik sprint nog iets sneller en klim dan ook in de wagen.

'Hoe kan jij met deze tas rennen?' Vraagt iemand en ik kijk naar Ezra die op de bodem van de pick-up ligt, met de tas bovenop zijn buik. Ik lach kort en til de tas met één hand op.

'Trainen.' Zeg ik lachend en ik trek Ezra omhoog. Alle plekken zijn bezet dus ik ga tegen de voorkant van de truck leunen. Ik kijk naar de jongens die in de wagen zitten en zie ze allemaal naar me staren. We rijden voor ongeveer een uur door en dan horen we ineens een stem uit de cabine komen.

'Nou jongens. En een meid? Oké what ever. Zoals jullie weten is het hier eerste rang oorlog. Veel van jullie zullen het waarschijnlijk niet overleven. We komen zo meteen aan in het kamp waar jullie een tag krijgen. Die moeten jullie altijd dragen. Echt altijd. Daarmee kunnen we een lijk identificeren. Daarom krijg je ook eigenlijk 2 tags maar het is 1 ketting. Wanneer je je tag hebt dan krijg je een tent aangewezen met een bed. Het zijn of stapelbed of drie stapelbed. Er kan onderling gewisseld worden maar houd er dan wel rekening mee dat je bij de verkeerde naam genoemd worden kan. Jullie krijgen de kans om brieven te schrijven naar familie en vrienden maar dat betekent niet dat ze altijd aankomen. Heimwee kennen we hier niet. Huilen ook niet. Begrepen?' Van iedereen hoor je een ja komen en dan kijkt de man mij recht in mijn ogen aan.

'Ik weet niet hoe je hier gekomen bent maar ook niet waarom je hebt gekozen om hier te zijn maar... euhm... ja, al het sanitair is betreed baar voor iedereen en op elke tijd. Er is geen onderscheid tussen heren en dames aangezien jij de enige dame in het kamp bent. Dus ja, succes.' Met dat gezegd te hebben kruipt hij weer in de cabine en draai ik me weer om, om vervolgens weer met mijn rug tegen de cabine te leunen. Ik kijk naar alle jongens en zie dat ze met veel, heel veel lust aankijken. Ik steek mijn middelvinger op en sluit dan mijn ogen om te luisteren naar de wind die langs mijn oren gaat. Het brommen van de motor en het geluid van de wielen op het grint. Mijn gedachten word, na ongeveer een half uur, onderbroken door een luid geluid uit de cabine.

'Welcome to hell guys.'

StrongerWhere stories live. Discover now