Hoofdstuk 5

70 6 2
                                    

Na de rest van het boottochtje en de wandeling naar het kasteel komen we aan op Zweinstein. Het is echt prachtig! Maar ik heb het wel koud aangezien ik net in het meer ben gevallen.

We lopen binnen en een streng uitziende vrouw met haar haren in een knotje en een grote hoed op staat te wachten. 'Eerste jaars hier!' roept ze. We lopen naar haar toe. 'Welkom op Zweinstein. Ik ben professor Anderling. Zometeen worden jullie ingedeeld in een afdeling. De afdelingen zijn Griffoendor, Ravenklauw, Huffelpuf en Zwaderich. Zometeen komen jullie in de Grote Zaal en dan gaan jullie op het krukje zitten als ik je naam noem. Ik zet je dan een hoed op en die deelt je ik in je afdeling. En willen mevrouw Willems en Evers en meneer Potter, Zwarts, Pippeling en Lupos even een stapje naar voren doen?' onzeker doen ik een stap naar voren. Geen straf. Geen straf, niet nu al. Ze geeft ons geen straf maar ze zwaait met haar toverstokje en onze kleren worden droog.

'Jullie dachten toch niet dat ik jullie zo zou laten worden ingedeeld?' zegt ze grijnzend. 'Dankuwel professor, het is natuurlijk ook niet fijn als die hoed op onze natte hoofdjes wordt gezet,' voegt Sirius er grijnzend aan toe. Professor Anderling geeft hem een knipoog en maakt de deur van de Grote Zaal open en alle eerste jaars lopen naar binnen. Achter haar aan. De sorteerceremonie is begonnen. En de spanning neemt toe bij de eerste jaars. Nadat de hoed een lied heeft gezongen begint professor Anderling met het voorlezen van de namen.
Na een tijdje hoor ik.
'Evers, Lily'
'GRIFFOENDOR'

En even later,
'Lupos, Remus'
'GRIFFOENDOR'

En weer wat later,
'Pippeling, Peter'
'GRIFFOENDOR'
'Potter, James'
'GRIFFOENDOR'

En nog iets later,
'Sneep, Severus'
'Zwaderich'
Ik zie Severus naar de Zwaderichtafel lopen en hij en Lily kijken elkaar verdrietig aan. Hij gaat bij zijn vrienden zitten die ook ingedeeld zijn.

En dan bijna als laatst ben ik aan de beurt.
'Willems, Hannah'
Ik loop naar het krukje toe, ga zitten en voel de hoed op mijn hoofd.

'Hannah Willems. Eens kijken. Je bent zeker slim, heel slim. Maar niet altijd even wijs. Huffelpuf zou ook kunnen, je bent heel aardig en loyaal. Lastig, lastig. Zeer veel moed. Absoluut geen Zwaderich, je vader is een dreuzel. Ik denk dat ik het weet. GRIFFOENDOR' dat laatste woord schalt er door de Grote Zaal. En ik loop naar de tafel. Ik ga naast Remus en tegenover Lily zitten. We zitten op de hoek van de tafel. Yes ik zit in Griffoendor!

'Zwarts, Sirius'
'GRIFFOENDOR'

Aan de Zwaderichtafel begonnen ze al met klappen, totdat ze de hoed 'Griffoendor' hoorden roepen. Aan die tafel kijken ze eerst verward, en daarna boos naar Sirius. James daarentegen is super blij en roep heel hard: 'Ik zei toch dat je wel in Griffoendor zou komen!' Sirius kijkt eerst blij en begint daarna een beetje bezorgd te praten.

Professor Perkamentus is gaan staan en hij zegt: 'Welkom allemaal! Ik wil jullie allemaal een heel fijn jaar wensen. Maar eerst nog even een paar mededelingen. Na tien uur mogen jullie niet meer op de gangen zijn. Het verboden bos is verboden en in de bibliotheek lenen we boeken, dus niet stelen. Voor de rest van de regels kun je kijken bij het kamertje van meneer Vilder, de conciërge. En nu heb ik nog maar één ding te zeggen; eet smakelijk!' Hij gaat weer zitten en het eten verschijnt op tafel. Jemig, dit ziet er lekker uit. Ik pak wat frietjes, appelmoes en nog wat vlees. Daarna pak ik nog wat salade, gewoon om te showen dat ik gezond ben. (A/N doen jullie dat ook altijd?)

Van de klassenoudste hebben we te horen gekregen dat Lily, Lies Protser, Marlène Magister en ik samen op een kamer slapen. (A/N ik kon de meisjesnaam van Lies Lubbermans nergens vinden dus ik heb maar wat verzonnen) Vet gezellig. Alice en Marlène zaten ook in de buurt dus daar kletsen we gezellig mee. Remus zit naast me een boek te lezen. Het is nog steeds dat boek over fabeldieren. Ik ben heel benieuwd hoe dat dier nou heet, alleen ik ga het hem nu niet vragen, omdat ik zijn leesplezier niet wil verstoren.

'Maar Lilyflower waarom ga je om met Secreetje?' vraagt James ineens. Hij deed dit extra hard zodat Severus het zelfs kon horen aan de andere kant van de zaal. Lily kijkt hem boos en geïrriteerd aan. 'Omdat Severus, want dat is zijn naam, wél hersenen heeft. In tegenstelling tot jou, Potter' zegt Lily. 'Jaaah Lily, you go girl,' roep ik enthousiast. Lily kijkt me dankbaar aan en de rest keek me vragend aan. Remus lacht zachtjes. 'Wat?' vraag ik. 'Nou wat Lily zei was niet bepaald aardig,' legt Sirius uit met bekakte stem. 'En wat James zei ook niet,' zeg ik met een grijns en een bijna net zo bekakte stem.

Iedereen gaat gewoon weer door met eten. Ik dus ook. Ookal is dit gesprek nog lang niet afgerond. 'Dankje Hannah' zegt Lily. 'No problemo' lach ik. 'Ik snap echt niet dat Potter zo gemeen doet tegen Sev' zegt Lily. 'Nee, ik ook niet' 'Hij is toch gewoon hartstikke aardig?' 'Ja klopt Lils, ik denk gewoon dat Potter een beetje jaloers is op hem ofzo' 'Waarom dat dan?' 'Geen idee, misschien wilde hij stiekem ook wel in Zwaderich ofzo?' 'Nee denk het niet, hij leek behoorlijk blij dat hij in Griffoendor kwam' 'Nouja dan weet ik het ook niet' zeg ik en ik eet mijn bord leeg.

Toen ik net mijn laatste stukje vlees wilde pakken verdween al het eten ineens en kwamen er toetjes. 'Hé, ik was nog niet klaar' hoor ik Sirius geërgerd mompelen. 'Reem' zeg ik. Remus kijkt op en glimlacht naar me. 'Hoe kan het dat het eten ineens verdween. Want ik dacht dat je eten niet kon toveren,' zeg ik. 'Ik heb gelezen in een boek dat er Huiselven hieronder om de keukens zitten en dat ze daaronder exact dezelfde tafels hebben. De elven zetten het eten dan daar neer en dan varplaatst het hierheen. Maar hoe dat precies werkt, geen idee,' antwoord hij. 'Oh zo, maar wat was dat nou voorn dier op dat boek in de trein?' vraag ik. 'Dit is een hippogrief,' zegt hij. 'Ik vind het zelf echt hele mooie beesten.' 'Ja hij, of zij, ziet er inderdaad heel indrukwekkend uit!' 'Ja vind ik ook, maar ik vind Feniksen ook hele mooie dieren.' 'Wat zijn dat dan?' vraag ik. En Remus legt het me allemaal uit terwijl we ons toetje opeten.

Mijn Leven Op Zweinstein // Hannah WillemsWhere stories live. Discover now