Hoofdstuk 29

49 5 2
                                    

"Dat kan niet Hannah, wij zullen elkaar weer zien. Wij horen bij elkaar," zegt hij, "Ik zal altijd op je wachten en je blijven zoeken." Ik smelt van deze woorden. Remus is het ideale vriendje: zo lief, knap, echt een schat. Hij weet altijd precies het goede te zeggen. "Ik ook," glimlach ik. Deze belofte maak ik niet alleen met hem, maar ook met mezelf. En ik zal me eraan houden.

Hij pakt mijn linkerhandhand en schuift dichter naar mij toe. Zijn linkerhand doet haren achter mijn oor en pakt mijn hoofd teder vast. Hij streelt met zijn duim over mijn wang. Hij doet het zo voorzichtig dat ik het gevoel krijg dat ik breekbaar ben. Hij glimlacht. Daarna leunt hij in en geeft me een kus op mijn lippen. Ik beantwoord die door hetzelfde te doen.

*

De volgende dag wordt ik met een naar gevoel wakker. Eigenlijk voel ik me de afgelopen dagen al zo. Ik wil gewoon echt niet weg. Ik ga mijn bed maar uit en trek mijn kleren aan. Ik loop met mijn boeken voor de dag naar beneden naar de Grote Zaal. Ik ga eerst ontbijten. Ik zie James en Sirius al op de Griffoendortafel dansen. Ik besluit om aan de andere kant van de tafel te gaan zitten, ik heb even geen zin in hun stomme grapjes.

Helaas hadden ze me zien binnenkomen, want ze rennen nu over de tafel naar me toe. Het maakt ze niets uit dat ze daarbij in het eten van verschillende zesdejaars gaan staan. "Hé, kijk uit kleuter!" roept er een. Zijn buurman, volgens mij Pieter Stam, gooit een stuk brood naar Sirius. Hij bukt net op tijd, maar daardoor krijgt Sophie het in haar nek. Die gooit het rustig terug naar Stam. Ze lacht en eet rustig verder. Tom de Jong - een blonde, redelijk gespierde zesdejaars, waarvan ik me altijd al heb afgevraagd waarom hij geen Zwerkbal speelt - volgt Pieters voorbeeld en niet heel veel later doen zo ongeveer alle zesde-, vijfde- en vierdejaars mee. De zevende jaars liggen nog te slapen.

Sirius en James laten deze kans natuurlijk niet aan zich voorbij gaan en gooien al het eten ook weer terug. Gelukkig zit ik aan de hoek en vliegt het eten niet om mijn oren. Ik kijk naar rechts en zie Banning zenuwachtig om zich heen kijken. Anderling moet duidelijk haar lach inhouden en Perkamentus geniet er volgens mij ook wel van. Totdat Sirius iets te enthousiast een scone in het gezicht van Anderling gooide ging het prima.

Maar toen dat gebeurde stond ze op, veegde ze de jam uit haar gezicht en schreeuwde dat het klaar was. Sirius en Pieter moest met haar mee naar haar kantoor. Die krijgen waarschijnlijk vet veel straf. "Ik gooide die scone niet," zegt Pieter verontwaardigd. "Maar je begon wel met dit gevecht," zegt Anderling.

Iets te zelf voldaan eet ik een scone met jam. Vervolgens pak ik mijn spullen en ga ik richting de kerkers. "Hannah, wacht!" hoor ik Lily roepen. Eigenlijk heb ik geen zin om deze week nog heel erg sociaal te doen, dus ik doe alsof ik haar niet hoor.

"Hannah!" roept ze nog een keer. Niet veel later voel ik haar om m'n nek vliegen. "Lils!" Ze lacht. "Hee, waarom stopte je niet?" "Ik wist niet dat je er was," zeg ik onschuldig. "Maar hoe was het gister met James," knipoog ik. Ze zucht. "We zijn gewoon vrienden, Sev zou zo'n hekel aan me hebben als ik wat met hem begin."

"Met wie wat begin?" zegt Severus ineens. Ik had hem helemaal niet horen aankomen maar blijkbaar was hij er ineens. We hebben altijd toverdranken met Zwaderich. Het is Severus' favoriete vak, en hij is er ook mega goed in. Lily en ik kunnen er ook wel aardig wat van, moet ik zeggen.

"Oh niemand bijzonder," zegt Lily. "Je bent een soort broer voor me en broers vinden het niet leuk als hun zusje een vriend heeft." Arme Sev, ik zie wel hoe leuk hij Lily vindt. Sev kijkt inderdaad ook een beetje gebroken. Hij lacht en zegt: "Hebben jullie ook zo'n zin in de vakantie?" Lily wordt gelijk enthousiast. "Jaa!!" roept ze en ze begint enthousiast te vertellen over haar plannen. Aan het eind van haar verhaal zucht ze en zegt: "Dus ja ik heb er wel zin in!"

"En jij Hannah?" zegt Severus. Ik zeg dat het voor mij niet zo bijzonder wordt en lach een beetje ongemakkelijk. Ik moet het Lily nog wel vertellen, maar ik weet gewoon niet hoe. Gelukkig hebben we deze vakantie niets afgesproken, Lily had het te druk. Ik vraag aan Severus of hij nog plannen heeft. "Niet echt," zegt hij schouderophalend.

Voordat hij mij gaat vragen of we samen wat doen loop loop ik snel een toilet in. Ik kom er achter dat dit een jongens WC is doordat Sirius staat zijn handen te wassen. Hij mag dan wel haar tot op zijn schouders hebben, maar hij is nogsteeds en jongen en is daar zelf ook erg bewust van.

Ik loop rood aan, stamel een "sorry", draai me om en ren snel weg. Als ik de deur achter me dicht doe staat Remus daar. "Wat doe jij nou?" lacht hij. "Ja helemaal naar, ik liep de verkeerde WC in omdat ik even weg wilde van een gesprek over de vakantie," lach ik. Remus' gezicht verandert van uitdrukking. We hebben er beide absoluut geen zin in, in de vakantie. Want dat betekent dat we niet weten wat erna zal gebeuren.

"Wat als je niet terugkomt naar Zweinstein?" zegt hij ineens, "Wat als je bij het begin van ons vijfde jaar nog weg bent?" Ik weet wat deze vragen betekenen. Hij wil het uitmaken. "Ik weet het niet, Reem." "Ik vind het heel naar om te zeggen, echt waar Hannah, maar misschien is het beter als we een pauze nemen." "Waarom zouden we?" probeer ik nog, "Heeft het zin als we dit ook nog kapot maken?" "We komen weer bij elkaar. Echt waar. Als we elkaar weer zien zal het vast voelen of je nooit bent weggeweest," probeert hij. "Dus wij is klaar?" "Nee, het is onderbroken door die brief," en voor nu is het nog niet klaar. Hij glimlacht. "We hebben nog een paar dagen," oppert hij. Ik knik en loop door. Ik wil er even niet over na denken.

Remus maakt het met me uit door die brief, waarvan ik niet eens weet wat er aan de hand is. Hoe moet ik dit doen? Wat gaat er gebeuren? En, misschien wel het belangrijkst, kom ik ooit nog wel terug op Zweinstein, zie ik Remus nog? Ik hoop met heel mijn hart dat ik mijn vrienden nog kan schrijven. Maar ik voel wel aan dat dat moeilijk zal worden.

Ik loop het toverdranken lokaal in. "Ah, mevrouw Willems. Welkom!" zegt Slakhoorn blij. Ik ga naast Lily zitten. We zitten met drie aan een tafel, Lily, Sev en ik. Lily zit in het midden. Ik zit rechts van haar bij de muur. Even later verwelkomt hij ook Remus en zijn vrienden. Ik kijk ongemakkelijk om en zie Remus naar me kijken. Zijn lippen vormen een: "Ik wou dat het anders was."

A/N: Ja ik zit nu in een soort toetsmaand, er zit nu een week op en ik moet nog 1,5 week. Dus dat is de reden dat ik nu even niet zo veel update. Ik probeer wel minstens 1x per week. Over twee weken zal dat dus wel wat vaker zijn want dan heb ik eindelijk vakantie!!
xx M

Mijn Leven Op Zweinstein // Hannah WillemsWhere stories live. Discover now