Hoofdstuk 18

49 6 3
                                    

De zwerkbal wedstrijd gaat verder want Zwaderich heeft een invaller geregeld.

Ik hoor ineens allemaal mensen juichen. De snaai is dus gezien. Ik heb de slurk en gooi hem nog snel door de ring. Het wordt haast niet opgemerkt door de commentator.

'Terwijl Brandt en Valster achter de snaai aan zitten heeft Griffoendor blijkbaar nog gescoord, ik vermoed Potter of Willems.' Ik zwaai naar de commentator. 'Oke het was Willems die de 120-60 voor Griffoendor heeft veroorzaakt.'

Dan begint het publiek heel hard te juichen, behalve de Zwaderaars. 'Brandt heeft de snaai, Griffoendor wint de eerste zwerkbalwedstrijd van het jaar met 270-60!' roept de commentator. Ik juich mee en vlieg een rondje om het veld.

Daarna land ik naast Potter en Zwarts die me geamuseerd aankijken. Dan rent het hele team naar elkaar toe en geven we elkaar een groepsknuffel.

'We hebben gewonnen,' schreeuwt Kors luid. 'Dat weten we,' zeg ik rustig en sarcastisch. Hierdoor beginnen de meeste mensen te lachen, behalve Kors die kijkt me heel zuur aan.

Als blikken konden doden, lag ik hier al redelijk dood op de grond.

'Hannah! Je hebt zo goed gespeeld!' roept Lily als ze aan komt rennen. 'Thanks Lils!' zeg ik blij.

Lily geeft me een knuffel. Daarna komt Severus naar me toe gelopen.

'Goed gespeeld Hannah,' zegt hij. Hij glimlacht. 'Thanks Sev, maar ik heb wel mooi jouw afdeling ingemaakt,' grijns ik. Dan komt Zwarts aangelopen en hij slaat een arm om me heen.

Ik kijk hem aan mijn een wat-doe-je-blik maar die negeert hij.

'Secretus, jammer hé, dat Zwaderich verloren heeft,' grijnst hij. 'Ja wrijf het er lekker in Sirius,' lach ik terwijl ik zijn arm van me afsla.

Dan beent Severus weg en Lily rent er achteraan. Ik loop met de rest van Griffoendor naar de leerlingenkamer. Remus komt naar me toe.

'Wat was dat nou met Sluipvoet?' vraagt hij. 'Sluipvoet?' 'Sirius.' 'Waarom noem je hem Sluipvoet?' 'Leg ik een andere keer wel uit, maar wat deed zijn arm rond jouw schouders?' 'Jaloers?' grijns ik. 'Nee maar ik vroeg me gewoon- laat maar,' zegt hij dan.

'Ik weet ook niet waarom hij dat deed, misschien om Sev te irriteren?' 'Ja denk het,' zegt Remus een beetje afwezig.

Hij lijkt wel, jaloers... Apart.

'Maar Reem-' 'Hé je noemt we weer Reem,' glimlacht hij. 'Mag dat dan niet?' 'Jawel.' 'Maar waarom heb je me nou een maand genegeerd? Of deed je dat niet? Want zo kwam het op mij over.'

'Gaffel, euhm ik bedoel James, zei dat hij het stom vond dat je met Severus om ging en dat ik maar wat afstand van je moest nemen.' 'En jij luistert daarna? Remus zo ben jij niet, nu wil ik de waarheid horen,' zeg ik.

'Het is echt zo, ik weet niet wat me bezielde. En daarbij zijn we ook druk bezig met een nieuwe prank,' grijnst hij. 'Maar ik heb gister besloten dat het echt heel stom van me was, dus zullen we er met z'n tweeën tussen uit knijpen en gaan lezen om de gemiste tijd in te halen?' lacht hij. 'Oke is goed,' zeg ik. 'Ik heb een boek bij me, kom je mee?' 'Sure,' antwoord ik. En samen lopen we naar de zesde verdieping.

Remus loopt een paar keer heen en weer voor een muur en dan verschijnt er een deur.

We lopen de kamer binnen en het is echt perfect om te lezen. Het is een redelijk kleine kamer met bed en een bank. Verder staat er een boekenkast met allemaal boeken die we beide nog niet gelezen hebben.

'Wat is dit voor een kamer?' vraag ik. 'Dit is de Kamer van de Hoge Nood.' 'De Kamer van de Hoge Nood,' herhaal ik zachtjes.

Remus pakt het boek en we ploffen neer op de bank en we beginnen te lezen.

Ik leun met mijn hoofd op zijn schouder en hij slaat losjes zijn arm om me heen.

Er schieten allemaal vonkjes vanaf zijn vingers door mijn lichaam heen. Zijn handen zijn zo mooi en groot en zijn sterke arm die mij aanraakt laat me lichtjes blozen.

Ik negeer het gevoel en probeer me op de tekst te focussen. Wat na een tijdje aardig lukt. Na twee uurtjes slaat Remus het boek dicht.

'We moeten maar weer terug gaan, anders krijgen we straf,' zegt hij. 'Ja je hebt gelijk,' zeg ik. En we lopen weer terug naar de rest van de leerlingen.

Ineens voel ik zijn hand tegen mijn hand komen. Ik kijk hem aan en ik zie dat hij bloost.

Zo ziet hij er echt heel schattig uit.

Oké dat kan ik niet ontkennen. Dat hij bloost laat me ook blozen en ineens zijn mijn voeten heel interessant.

Ik staar een beetje naar de grond terwijl mijn voeten me naar de leerlingenkamer brengen. Dan stopt Remus en hij houd me tegen. Ik staar nog steeds naar mijn voeten. Dan komt hij voor me staat en ik doe mijn hoofd omhoog.

Ik sta nu zo dichtbij hem. Zijn hazelbruine ogen kijken me doordringend aan.

Even krijg ik het idee om hem te zoenen. Hannah doe normaal. Je kunt je beste vriend niet zoenen. Remus en ik zijn vrienden. Niets meer. Gewoon vrienden.

'Is er wat?' vraag ik dan maar om het moment te verpesten. 'Euhm nee hoor, maar je was zo stil en ik vroeg me af of er iets was?' 'Nee, nee, er is niets,' zeg ik. Dan draait Remus zich om en loopt verder naar de leerlingenkamer. Ik volg hem.

Pov Remus Lupos

Ik draai me om en loop verder naar de leerlingenkamer.

Ik had Hannah zojuist bijna gezoend. Man, wat zou ik dat graag willen. Mijn lippen op de hare. Ze zien er zo zacht uit. Hannah is perfect. Ze is zo mooi, lief, leuk en grappig. Daarbij helpt ze me met mijn transformaties en ze deelt mijn liefde voor lezen en chocola.

Hannah is perfect.

Ik had bijna het mooiste meisje van de school gekust. Maar als ik dat had gedaan, had ze me weggeduwd. En had ik mijn beste vriendin verloren.

Wat was ik blij toen ze begon te praten. Haar stem is zo mooi.

Hannah loopt achter me aan en moet haast rennen om me bij te houden.

Remus kom op. Gedraag je. Ga haar nu niet negeren dadelijk denkt ze nog dat je boos op haar bent. Dadelijk denk ze dat het komt omdat je haar wilde zoenen.

Hannah mag nooit te weten komen dat ik dat wilde. Nooit.

Mijn Leven Op Zweinstein // Hannah WillemsWhere stories live. Discover now