Hoofdstuk 26

50 5 1
                                    

Die zelfde avond zit ik met Remus nog best wel laat in de leerlingenkamer, we maken een verslag voor toverdranken.

"Hannah?" Ik kijk hem vragend aan. "Vandaag was echt een goede dag," zegt hij. Ik knik en ik glimlach. "Dat is zeker zo." Ik leg mijn hand op zijn arm en kijk hem glimlachend aan. Hij kijkt van mijn hand naar mijn ogen en glimlacht ook.

"Ik ga denk ik slapen," verbreek ik de stilte, "het is al best laat." Hij knikt. "Laat is het zeker, maar ik wil dit verslag nog echt afmaken." "Ik doe het morgen wel," zeg ik. Ik heb er nu echt geen zin meer in.

Ik wil eigenlijk gewoon met Remus zijn nu. "Anders gaan we nog even lezen ofzo? Kom op Reem, het is nu echt te laat voor huiswerk," zeg ik wijs. Ik zie dat hij twijfelt, maar hij gaat toch akkoord. "Oke dan," zegt hij terwijl hij zijn spullen bij elkaar pakt.

We staan op en lopen naar de haard, er zit nog een zevende jaars te lezen. We gaan zitten op de bank. Ondanks dat ik niet weet hoe Remus reageert ga ik dichter bij hem zitten dan normaal.

Remus lacht zachtjes en slaat zijn arm om me heen, hij geeft me een knuffel. Ik leg mijn hoofd op zijn borst. Zachtjes drukt hij een kus op mijn hoofd. Ik kijk op en glimlach.

Wat maakt deze jongen mij blij! Het is een ander blij dan dat bijvoorbeeld Lily en Sophie me maken. Bij deze blij krijg ik het warm van binnen. En de neiging te lachen is nog sterker.

Remus en ik kijken elkaar aan. Het ziet er vast uit als een ongemakkelijke houding, maar dat is het niet. "Ik ben echt zo blij nu," zegt hij, "want dit wilde ik al zo lang." "Hoelang vond jij mij dan al leuk? Leuker dan alleen vrienden bedoel ik." "Een paar maanden voor het einde van vorig schooljaar." "Ik kwam er in de vakantie denk ik achter..." zeg ik.

"Ik kwam er toen pas achter dat je een jongen bent," lach ik zachtjes. "Sorry, maar ik had je gewoon nog nooit op die manier bekeken eerder." Remus lacht. "Ik wist wel dat je een meisje bent, maar ik had daar ook nog nooit echt over na gedacht eigenlijk."

Best gek eigenlijk, dat je elkaar zo lang kent, en daar nooit over na denkt.

Het is niet dat ik nooit met jongens ben bezig geweest. Voor Zweinstein had ik wel eens een vriendje gehad, niet serieus, maar toch. Remus is wel de eerste persoon waar ik échte verliefd op ben, denk ik.

Remus maakt zich langzaam los uit onze omhelzing. "Ik ga toch maar slapen," zegt hij. Ik knik. "Ik ook."

Ik sta op en loop richting de trappen. Ik kijk nog om en ik zie Remus naar zijn slaapzaal lopen.

Als ik binnen kom in mijn slaapzaal zie ik dat de rest al slaapt. Ik maak me snel en zacht klaar en ga stil in bed liggen. Ik val langzaam in slaap.

*

"Hannah, wakker worden," hoor ik Lily's stem zeggen, "we moeten echt niet te laat komen bij het ontbijt, hè. Anders moet je wachten tot de lunch." "Ik wil slapen," kreun ik, "het is zaterdag, kom op."

Ik gebruik de zaterdag eigenlijk als een smoes om in bed te blijven. Gister was het fijn, maar ik ben bang dat dat nu weg is. Ik ben bang dat ik Remus toch eigenlijk niet zo leuk vind als ik dacht. Misschien had het gewoon bij die ene kus moeten blijven en hadden we inderdaad als vrienden verder moeten gaan.

Lily lacht. "Je weet dat Remus er ook is, hè?" "En jij weet dat James er ook is hè?" Ze kijkt me quasi boos aan en stampt ze slaapzaal uit. Ik draai me nog een keer om en val weer in slaap.

Niet veel later wordt ik wakker van getik op het raam. Het is Donna met een brief. Ik loop naar het raam toe en pak de brief. De brief is opgerold met een lint eromheen. Die moet van mijn ouders komen! Mijn moeder is dol op mooie versiersels en al haar brieven hebben altijd een mooi lint. Ik maak het lint los en rol de brief uit. Ik begin te lezen.

Lieve Hannah,

We moeten je iets vertellen en je gaat het niet leuk vinden. We moeten verhuizen en dat betekent dat je na de kerstvakantie niet meer naar Zweinstein gaat. Wij begrijpen dat je veel vragen hebt, maar die kunnen we nu niet beantwoorden. Dit is ook niet wat wij wilden, het spijt ons heel erg.
Tot snel,

Pap en mam.

Dit moet toch een grap zijn! Dit kunnen ze toch niet serieus menen? Waarom moet ik mee verhuizen als ik toch al praktisch in Zweinstein woon? En hoe zit het met Lily, Sophie, als mijn vrienden en Remus? Moet ik ze dit vertellen? Of moet ik gewoon ineens verdwijnen? Wat zou het minst pijn doen?

Ik denk een tijdje na over doet vraag en besluit dat het heet best is als ik niets zeg en ineens verdwijn. Ik laat wel een brief achter ofzoiets. Maar nu wordt het lastiger. Nu moet ik de komende maand nog doen alsof er niets aan de hand is. En dat is niet leuk.

Ik ben wel benieuwd wat er nu met me gaat gebeuren, en wat de reden is van deze mysterieuze verhuizing.

Ineens vliegt de deur open. "Hann! Je moet komen kijken, James en Sirius halen een geniale prank uit bij Vilder!" Ik rol mijn ogen en lach. Ik stop snel de brief onder mijn kussen.

"Wat is dat?" vraagt Lily. "Oh niks bijzonders, brief van mijn ouders." "En wat schreven ze?" "Ze vroegen of Slakhoorns feestje leuk was," zeg ik, "ik schrijf ze vanavond denk ik terug."
Dat ga ik dus niet doen, want ze beantwoorden geen vragen. Ik zorg gewoon dat ik met kerst naar huis ga en al mijn spullen inpak. Maar de komende weken moet ik nog even genieten van deze plaats.

"Wat was dat nou met die prank?" vraag ik grijnzend. Lily pakt lachend mijn hand en trekt me mee de gangen door richting de tuinen.

Ik denk dat ik ongeveer 1 of 2 keer per week kan/ga updaten aan dit boek.

Mijn Leven Op Zweinstein // Hannah WillemsOnde histórias criam vida. Descubra agora