Hoofdstuk 21

1 0 0
                                    

We zijn inmiddels een week verder en het is nog steeds even saai. Ik help

Roos, eet wat, maak schoon en dan lig ik in bed. En als ik in bed lig slaap ik

niet, dat lukt niet. Ik ben, denk ik, bang dat er dan iets gaat gebeuren.

Maar er gebeurt dus niets, want we doen altijd hetzelfde. Niemand heeft

iets verkeerd gedaan omdat niemand het durft en verder is er ook niets

interessants gebeurd. Eigenlijk wil ik proberen te ontsnappen, maar ik

weet niet wat de consequenties zijn als dat niet lukt. En daar ben ik bang

voor, die consequenties. Ik weet niet waar die man toe in staat is, straks

krijg ik niks te eten voor een aantal dagen en ga ik dood. Nee wacht dat

kan hij niet doen, dan wordt hij meteen opgepakt. Of hij houdt me

verborgen en zegt het tegen niemand. Oké ik moet ophouden met hier

over na te denken. Ik maak mijzelf gek. Het is raar wat hij hier allemaal

doet, maar zo ver zal hij niet gaan. Toch...


Ik loop naar de zitkamer waar Roos tv zit te kijken. Als ik binnenkom zie ik

mijn moeder op tv verschijnen. Ik luister mee en hoor dat mijn moeder

een ongeluk heeft gehad. Shit, dat wist ik helemaal niet omdat ik mijn

telefoon niet heb. Straks is het heel ernstig of heeft ze me heel vaak

gebeld. Ik besluit om eerst Roos in bed te leggen en daarna Thomas te

vragen of ik mijn moeder kan appen. Waar ik best zenuwachtig voor ben

want ik heb nog nooit iets gezegd tegen Thomas, tenminste niet in deze

situatie. Straks is praten tegen hem verboden en gebeurt er iets.


Als Roos in bed ligt ren ik naar de trap waar Thomas staat. Hij wil mij

vastpakken maar ik ontwijk zijn greep. Voordat ik iets kan zeggen drukt hij

zijn hand op mijn mond en houdt hij me steviger vast dan normaal. Ik

probeer mezelf los te krijgen, maar het lukt niet. Met moeite sleept

Thomas mij mee naar de slaapzaal, met nog steeds zijn hand voor mijn

mond. Als we bij mijn bed zijn aangekomen, wilt hij me op het bed duwen

maar dat lukt niet. Ik zie dat hij Vince wenkt en samen met Vince tilt hij

mij op het bed. Ik span mijn spieren samen zodat ik niet vastgebonden

word, maar ze zijn te sterk. Als ik vastgebonden zit haalt Thomas

voorzichtig zijn hand van mijn mond. Meteen zeg ik dat ik mijn moeder

moet spreken, maar ik merk dat dat langs hem heen gaat. Ik weet dat ik

het duidelijk moet maken, dus ik begin nog harder te roepen. Thomas

zegt dat ik mijn mond moet houden, maar dat doe ik niet. Ik ben opeens

niet meer bang. Ik moet weten hoe het met mijn moeder is en wat ze

eraan over heeft gelaten. Ik begin te smeken en te huilen dat ik haar wil

spreken en merk dat iedereen naar mij kijkt. Maar dat boeit me niet,

Thomas moet gewoon even normaal doen! Inmiddels rollen er tranen

geboeid voor het levenOnde histórias criam vida. Descubra agora