Hoofdstuk 40

2 0 0
                                    

Ik ben inmiddels op de grond gaan zitten, het is al een kwartier later. Er

zijn drie mannen weggegaan, maar er zijn er nog twee. Eén man zit

tegenover mij op de bank en de ander zit op zijn knieën naast mij. Hij

heeft een pompje om mijn arm gedaan om mijn hartslag te meten en kijkt

ondertussen op internet hoe het pompje werkt. Ik zeg geen woord en kijk

alleen maar naar de klok, de minuten gaan heel langzaam voorbij en ik

heb geen idee hoe het met het plan gaat. Ook weet ik niet waar Thomas

nu is, ik ben bang dat hij betrapt is. Hij had gezegd dat hij meteen terug

zou komen nadat Bella was weggerend, zodat ik weet dat ze weg is. Maar

dat is niet gebeurt, dus ik weet niks. Ik weet niet of ze weg is of ze gepakt

zijn of dat ze überhaupt uit het hoofdgebouw zijn gekomen. Maar dan

hoor ik wat... Het is heel ver weg, maar ik weet precies wat het is. Sirenes!

Het is gelukt! Ik probeer mijn blijdschap te onderdrukken, omdat de brede

mannen het nog niet doorhebben. Het geluid komt steeds dichterbij en

dan horen de mannen de sirenes ook. Ze kijken elkaar geschrokken aan en

zijn helemaal in paniek. Ze ijsberen door het huis heen en overleggen

ondertussen in paniek wat ze moeten doen. Ik zit stil tegen de bank aan

want ik ben helemaal bevroren. Ik ben zo blij, maar ondertussen weet ik

ook echt niet wat ik moet doen. Straks vergeten ze mij hier en zit ik hier

nog langer. Misschien moet ik naar buiten. Ik sta op en wil naar de deur

lopen, maar ik word tegengehouden door de mannen. 'En waar denk jij

heen te gaan!' Ze schreeuwen nog wat woorden die ik maar niet ga

herhalen. Dan word ik op de bank geduwd. Ik ga in het hoekje zitten van

de bank zodat ik zo ver mogelijk van hen vandaan ben. Ik wil gaan

schreeuwen maar één van de mannen doet zijn hand voor mijn mond en

de andere man haalt tape tevoorschijn. Hij plakt het over mijn mond heen

en pakt mijn armen hardhandig vast terwijl daar ook tape omgedaan

wordt. Eén van de brede mannen pakt mij op en zet mij op de grond neer

voor de bank. Mijn benen worden ook aan elkaar getapet, ik wil eigenlijk

tegenstribbelen maar ben bang dat ze mij dan iets aandoen.


Ik kijk naar de mannen die inmiddels het hele huis overhoop halen,

waarschijnlijk op zoek naar een wapen. Ze pakken allebei een mes en ze

gaan allebei dichtbij mij staan. Inmiddels is de politie al op het terrein

want door de ramen zie ik de blauwe lichten knipperen. En dan zie ik ze!

De politie komt met 5 mensen aanrennen en ze hebben allemaal een

kogelwerend vest aan en een pistool in hun handen. Als ze bij de

deuropening staan schreeuwt een vrouw dat ze het wapen neer moeten

leggen en de handen op het hoofd moeten doen. Eén van de brede

geboeid voor het levenWhere stories live. Discover now