Hoofdstuk 25

1 0 0
                                    

Het is een paar maanden later en er is niet heel veel gebeurt en ik heb

ook nog niet geprobeerd om te ontsnappen. Maar misschien vandaag,

ook al zeg ik dat ook al maanden. Het voelt elke keer gewoon niet goed.

Er is altijd wel iets of iemand die het tegenhoudt. Soms staat er één van

de jongens voor de deur naar de hal en soms worden we meteen naar een

taak gebracht. De taken zijn koken, schoonmaken, tuin verzorgen of

naaien. Ja, ik meen het echt, naaien, wat ik helemaal niet kon. Maar nu

kan ik het wel en ik vind het eigenlijk best leuk. En koken vind ik op zich

ook wel prima, maar schoonmaken daar heb ik nog steeds een hekel aan.

En de tuin verzorgen ook, want dat is zowat alleen maar grasmaaien.

Hoewel we nu ook een moestuintje hebben aangelegd, dus dat maakt het

wel iets beter.


Ik kom net onder de douche vandaan en sta mijn tanden te poetsen bij

een wasbak. Bella staat er ook, dit is namelijk de plek waar we altijd met

z'n tweeën praten. We hebben het over Rosanne en Lily, Lily is het kindje

waar Bella op past. We vinden ze zo lief en ze zijn zelfs beste

vriendinnetjes van elkaar. Als er in het weekend geen activiteit is gaan we

altijd iets met z'n vieren doen. Dat is heel leuk en deze zaterdag is er geen

activiteit, dus we zijn aan het bedenken wat we gaan doen. Aangezien wij

niet van het terrein af mogen is er niet heel veel keus. Waarschijnlijk

wordt het weer een spelletjes middag of gaan we weer dansen in één van

de zalen.


Na een half uur praten met Bella en nog meer meiden, loop ik naar

buiten. Aangezien de jongens hier toch niet komen blijven we altijd heel

lang, ze kunnen ons in de badkamer niks verplichten. Als ik de deur

uitloop zie ik allemaal jongens wachten en ze kijken heel verveeld.

Thomas komt eraan gelopen en maakt mij vast. We lopen naar de eetzaal,

waar nog een paar meiden staan. Maar er zijn ook al veel meiden weg,

waarschijnlijk naar hun oppaskindje. Ik kijk voorzichtig naar de deur die

naar de hal leidt en zie dat daar niemand staat. Ik kijk opzij en er zijn maar

5 jongens in de zaal, dus dit is mijn kans. Ik kan proberen te ontsnappen

en dan ben ik vrij en kan ik hulp halen. Tenminste als het mij lukt, want

mijn conditie is niet heel goed. En er staan wel hele sterke jongens in de

zaal, die waarschijnlijk heel hard kunnen rennen. Maar als ik het nu niet

doe, doe ik het waarschijnlijk nooit. En Thomas heeft mijn handboeien al

afgedaan en hij houdt mij minder stevig vast dan anders. Oké misschien

moet ik het gewoon doen, ik zie wel wat er gebeurt als het niet lukt. Oké

daar ga ik dan...


Ik trek mij los uit de greep van Thomas en ren naar de deur. Ik trek aan de

deur en gelukkig gaat hij open. Ik ren naar de hal en wil naar de

hoofdingang, maar daar staat één van de jongens. Ik durf niet naar

achteren te kijken maar ik hoor wel voetstappen snel mijn kant op komen.

Ik kan dus niet naar de rechterkant, het is links of rechtdoor. Ik besluit

naar links te gaan want anders kom ik langs het kantoor van de directeur.

Ik ren naar links, naar de deur van de gymzaal. Als ik daar aankom zie ik

dat er geen code meer op de deur zit. Ik open de deur en zie dan dat de

nooduitgang is weggehaald. De enige uitgang is de deur waar ik net

doorheen ben gekomen of de deur waar de jongens altijd doorheen

kwamen. Ik kijk snel achterom en zie dat Thomas en Vince vlak achter mij

zitten. Ik ren door de andere deur. Aan het einde van de gang zie ik een

uitgang. Ik ren er heen en hoor drie paar voetstappen mijn kant op

komen. Ze zitten vlak achter mij, dus ik probeer nog sneller te rennen. Ik

voel mijn hart kloppen in mijn keel en voel dat mijn energie opraakt. Maar

ik moet door als ik hier weg wil. Ik ren zo hard als ik kan en kom dan bij de

deur die naar buiten leidt. Ik maak het open en wil verder rennen, maar ik

merk niet dat Brian om de hoek staat. Het lukt hem net om mij bij mijn

armen vast te grijpen. Hij trekt mij naar hem toe en hij drukt iets voor

mijn mond. Ik voel dat het een stuk stof is, ik adem diep in en uit want ik

ben helemaal buiten adem. Dan merk ik dat mijn spieren langzaam

verslappen. Langzaam wordt het wazig voor mijn ogen, maar ik zie nog

wel dat Brian en Thomas bij mij staan. Brian houdt mij stevig vast en ik zak

langzaam in elkaar. Ik kan niet meer helder nadenken, er zit iets in die

doek en die richt dit bij mij aan. Inmiddels lig ik in de armen van Brian en

wordt het steeds waziger voor mijn ogen en dan wordt het zwart...

geboeid voor het levenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu