3. Hogwarts.

6.1K 332 217
                                    

Ik kneep mijn handen nerveus tot vuisten. Het was nauwelijks te bevatten, zometeen zou ik op weg zijn naar Zweinstein - een school voor Heksen en Tovenaars. Professor Anderling had me een week geleden verteld over Zweinstein, maar nog steeds kreeg ik kippenvel als ik er aan dacht. Volgens mensen op de Wegisweg was het een prachtig kasteel, met lessen over spreuken, toverdranken en vreemde wezens.

Ik voelde het enthousiasme bij die gedachte door mijn aderen stromen. Het moedigde me aan, waardoor ik eindelijk met een vastbesloten gevoel op de trein afstapte.

Natuurlijk had ik me domweg in mijn gedachten laten verdrinken, want terwijl er beelden over draken en trollen door mijn hoofd vlogen, viel de drukte om me heen niet op - waardoor ik dus tegen de eerste de beste persoon aan knalde.

'Kijk uit waar je-' hij kon zijn zin niet afmaken, ik had mijn evenwicht verloren door zijn stoot. Ik verwachtte een ongemakkelijke val achterover, maar net toen ik de grond had moeten raken, vingen twee vreemde armen me op.

Twee vriendelijke ogen keken op me neer. 'Ik heb je.' Glimlachte de jongen. Ik voelde mijn wangen rood kleuren, niet omdat hij me verlegen maakte, maar omdat ik mezelf een ontzettende kluns vond.

Met een handige beweging stond ik weer op mijn eigen voeten, waarna ik hem een verontschuldigend blik toe wierp. 'Het spijt me.' Zei ik, vooral tegen hem - omdat de jongen waar ik tegen aan was gebotst met een chagrijnige blik was doorgelopen.

'Geeft niet.' Hij stak zijn hand naar me uit. 'James Potter.'

Ik staarde verbaasd naar zijn hand, toen naar zijn gezicht - dat afwachtend toekeek - en vervolgens weer naar zijn hand. 'Eh - Mia Parker.' Stamelde ik vol ongeloof, terwijl ik zijn hand schudde.

Hij lachte om die reactie, wendde zich naar de trein en haalde een hand door zijn warrige haar. 'De trein vertrekt zo - hier laat me je helpen.' Hij raapte mijn omgevallen koffer van de grond.

Ik staarde hem een beetje verward aan, maar besloot hem uiteindelijk toch te volgen door de trein in te stappen.

Het gangpad was smal en het was moeilijk om langs alle mensen heen te komen, vooral voor James - die twee grote zware koffers droeg.

'In welk jaar zit je eigenlijk?' Vroeg James terwijl hij zich langs een paar derdejaars duwde. 'Ik kan me niet indenken dat ik je ooit heb gezien.'

'Dit is mijn eerste jaar.' Zei ik, kijkend naar een coupé waar nu gouden vonken uitspoten.

James draaide zich met opgetrokken wenkbrauwen om, hij stapte gewoon verder - ook al liep hij nu achterstevoren. 'Nou-' begon hij, terwijl hij zijn blik uitgebreid over me heen liet gaan. '-je ziet er niet uit als een elfjarige.'

'Ben ik ook niet!' Zei ik vlug. 'Het werd nogal laat ondekt dat ik een heks was. Maar volgens professor Anderling zou ik in het vierde jaar komen, met wat bijlessen.'

'Dan zit je in hetzelfde jaar als mijn broertje!' Zei hij. 'Ik kan je wel aan hem voorstellen, dan begin je het schooljaar niet alleen.' Hij begon te grijnzen. 'Je mag ook wel bij mij zitten, maar ik moet nog wat dingen regelen.'

Voordat ik kon antwoorden had hij zich al omgedraaid en een coupé opengetrokken. Drie verbaasde gezichten keken op, waardoor mijn hoofd opnieuw rood kleurde.

'Dit is Mia,' hij gaf me een duwtje de coupé in. 'Ze is hier nieuw, maar zit in hetzelfde jaar als jullie. Kan ze hier zitten?'

'Natuurlijk!' Zei een het roodharige meisje van de drie toen. Er verscheen een glimlach onder haar sproeten. 'Ik ben Roos trouwens, Roos Wemel.'

'Ik zie je wel in Griffoendor.' Zei James, waarna hij mijn koffer in de coupé gooide en de deur achter zich dichtsloeg.

Ik wist niet wat Griffoendor was, dus negeerde het en richtte me op Roos. 'Mia Parker.'

The Last Slytherinजहाँ कहानियाँ रहती हैं। अभी खोजें