80. Veritaserum.

2.3K 190 130
                                    

De dagen daarna, verliepen zoals ik had verwacht. Mensen waren niet langer bang voor mij - ze waren bang voor de Dooddoeners, en dus durfden ze mij zonder te hoeven twijfelen te bespotten. Ik was iemand op wie mensen hun frustraties konden uitten. Ze scholden, sommigen duwden, lieten me struikelen - eigenlijk deden ze alles om me te kunnen vernederen. De Dooddoeners hoefden niks te doen, het werk werd voor hen gedaan.

En hoe erg het ook werd, ik weigerde James' voorstellen om bij hem te blijven. Ook al had ik tijdens de wedstrijd de hele school laten zien dat wij nog wel degelijk met elkaar omgingen, ik wilde niet meer argwaan op wekken. Ik bleef bij hem weg en hing rond bij Scorpius, Lorcan of Lysander. De SVA leek mij nog steeds niet leuk te vinden, al moest ik hen bewezen hebben dat ik niet loog over mijn gevoelens voor James. Ze waren nog altijd niet op mijn voorstel in gegaan, maar dat kwam ook door mijn eigen onverschilligheid.

Twee weken gingen voorbij, en pas toen besloot de SVA actie te ondernemen - of, nou ja, een deel van de SVA.

Scorpius en ik hadden aan de Zwadderich tafel gezeten voor het middageten. We hadden het over onze S.L.I.J.M.B.A.L.L.E.N. resultaten gehad, over Zwerkbal en dingen zoals huiswerk - een alledaags gesprek dus. Altijd als we zo'n gesprek voerden, voelde ik me schuldig: hij sprak nog altijd tegen Mia Parker, en niet tegen Mia Merope Mergel.

Ik had het er wel met James, Roos en Albus over - dat ik Scorpius de waarheid wilde vertellen. Helaas vond zelfs Albus dat geen goed idee, en Roos mompelde dan iets over dat Malfidussen niets meer te maken wilde hebben met duistere families. Ze waren bang dat Scorpius zou schrikken en van mij weg zou blijven. Daarom hield ik mijn mond voorlopig nog maar.

Het gesprek duurde totdat ik Wendy en Valerie de Grote Zaal in zag lopen. Ik besloot dat ik toen beter op kon staan en griste mijn tas van de vloer.

'Ik ga nu - ik moet nog wat opzoeken over de Amortentiadrank.' Zei ik tegen Scorpius.

We hadden vandaag les gehad over de drank: een erg bijzondere les was het zeker geweest.

'O, ja.' Zei hij. Hij trok zijn neus op. 'Wat rook jij?'

Over dat antwoord hoefde ik niet lang na te denken: ik rook James - maar dat vertelde ik hem niet. Ik haalde mijn schouders onverschillig op. 'Rozen.'

Dat was niet compleet gelogen. Ik had als eerst rozen geroken: de rozen uit het bloemenperkje van mijn moeder.

'En jij?' Vroeg ik hem, waarna er een grijns op mijn gezicht verscheen.

Hij fronste nadenkend - zijn ogen gleden voor een fractie van een seconde naar de Griffoendor tafel.

Zijn wangen kleurden een beetje rood. 'I-ik... ik weet niet...' stamelde hij, 'ik kon de geur niet goed thuis brengen.'

'Scorpius.'

'Ik meen het.' Zei hij. 'Ik kon het niet goed ruiken - die parfum van Roos was veel te sterk.'

'Roos...' ik had willen zeggen dat Roos niet eens bij hem in buurt was geweest tijdens het brouwen van de Amortentia, maar ik besloot het te laten bij het schudden van mijn hoofd. Ik grijnsde, wierp Scorpius een laatste blik toe en draaide me toen om - ik liep de Grote Zaal uit.

Maar terwijl ik dat deed, voelde ik me vreemd. Ik kon het gevoel niet goed plaatsen. Het was alsof er een golf over mij heen viel - een waas die steeds sterker werd. Mijn zicht bleef goed, maar de waas heerste in mijn hoofd. Mijn gedachten leken een ruis te zijn - een ruis als die van een televisie als de kabel kapot was.

'Mia.'

Lydia's verschijning wist mij even uit die waas te trekken, maar een moment na haar begroeting leek ik er al weer in te vallen. Het was alsof iets in mij boven water wilde blijven, maar dat probeerde van onder het water oppervlak - de waterspiegel waardoor het keek was troebel en wazig.

The Last SlytherinDove le storie prendono vita. Scoprilo ora