86. The Leaky Cauldron.

2.5K 179 100
                                    

Niet alles was even vredig hier in Villa Malfidus, maar we deden ons best om de donkere tijden te vergeten nu we veilig waren. James en ik probeerden elkaar zo min mogelijk te irriteren: sinds hij in bezit van de armband was, leek hij teneergeslagen, gefrustreerd en moe. Op dat soort momenten probeerde ik hem te troosten, maar alles leek grijs en bitter in een wereld waar die vervloekte armband niet om mijn pols bungelde. Voor mij leek alles simpel of onmogelijk. Misschien zelfs wel simpel en onmogelijk; als iets te lastig werd, was het onmogelijk, en daarmee simpelweg niet te doen. Ik gaf eerder op, ik liet de dingen zoals ze waren, en was, net als hem, moe van de wereld. Er waren dagen waarop ik mijn ogen sloot en wenste dat ik ze nooit meer open zou hoeven doen. En dit leek schokkend, maar dat was het niet.

Want ik begon mezelf langzaamaan te realiseren dat de aarde ook zonder mij door zou blijven draaien.

We waren inmiddels een week in Villa Malfidus en de bomen werden kaler, de wereld werd kouder en de dagen werden korter. Ik en James spendeerden veel tijd met elkaar, maar praatten eigenlijk weinig. We waren gewoon bij elkaar in de buurt, dachten over dingen na en staarden elkaar eindeloos lang aan. Het was zorgeloos, en toch leek die stilte alles donkerder te kleuren. We leidden onszelf van onze gedachten af door bezig te blijven. We speelden afgedankte kaartspellen, gevonden op de zolder van Villa Malfidus, we lazen boeken en we hielpen Astoria en Draco in het huishouden.

Maar ondanks het feit dat we altijd bij elkaar waren, leek James niets te willen zeggen over wat hij over de armband wist.

Het bleek dat hij het iemand anders wel gezegd had.

Het begon allemaal met de duisternis achter mijn gesloten oogleden, de warmte die James' lichaam uitstraalde en zijn vingers, die hij strelend door mijn haar had gehaald. Ik was me niet bewust geweest of ik had geslapen of wakker was geweest, misschien was ik het allebei; ik had echter niet bewogen toen ik de slaapkamerdeur open had horen gaan.

'Waarom ligt ten minste één van jullie, als het niet allebei is, altijd te slapen als ik deze kamer in loop.'

Ik opende mijn ogen met tegenzin en keek naar James' hoofd op. Ik lag met mijn hoofd op zijn schoot. Hij zat op de grond, met het doel om een puzzel te maken, maar bleek dat vergeten te zijn en had inplaatsdaarvan met mijn haar gespeeld. Nu draaiden we onze hoofden allebei naar degene in de deuropening: Roos.

'Waarom loop jij deze kamer altijd binnen als één van ons slaapt?' Vroeg James haar.

Ze rolde met haar ogen.

'Het is niet mijn schuld.' Zei Roos. 'Het is twee uur in de middag.'

Ik zuchtte, knipperde en ging rechtop zitten - een vlecht gleed over mijn rug. Ik draaide mijn hoofd glimlachend naar James. 'Ik wist niet dat jij kon vlechten.'

James haalde zijn schouders op. 'Lily heeft het me geleerd.'

Dat vond ik aandoenlijk, en dat was blijkbaar in mijn glimlach te zien, want Roos sloeg haar ogen ten hemel en schudde haar hoofd. 'James - je vader is hier. Hij wil je spreken.'

James blik veranderde, en wel op zo'n manier dat het me zorgen baarde. Zijn gezichtsspieren verstrakten, zijn ogen flitsten naar mij toe en vervolgens leek hij te merken dat ik had gezien dat hij geschrokken was. Hij stond vlug op.

'Waarom?' Vroeg ik - aan Roos, maar eigenlijk ook aan James, want hij leek het beter te weten dan zij.

Roos haalde haar schouders op, en James klemde zijn kaken op elkaar.

'Hij heeft me alleen verteld dat hij James moest spreken.' Zei Roos. Ze wendde haar hoofd naar James. 'Ga dan.'

'O, ja.'

The Last SlytherinOnde histórias criam vida. Descubra agora