19 Years Later.

2.5K 206 225
                                    

Sommigen zouden zeggen dat het verhaal van de laatste afstammeling van Zwadderich begon met een Mergel, anderen zouden zeggen dat het begon met de jongen die dacht dat hij het mysterie kon oplossen door er verliefd op te worden. Hoe dan ook, eindigden beide verhalen hetzelfde.

Want het verhaal van de laatste afstammeling van Zwadderich eindigde noch met Mia Merope Mergel, noch met James Sirius Potter.

Het eindigde met Noah Potter.

Het zwarte, warrige haar, die stekende groene ogen, die sluwe grijns en die fonkelende pretlichtjes - iedereen had het mysterie kunnen oplossen door er naar te kijken, en toch besefte niemand zich, die ene dag op perron 9 3/4, 19 jaar na de tweede slag om Zweinstein, dat Noah Potter de enige zoon van Mia Merope Mergel en James Sirius Potter was.

'Je ziet een beetje bleek.'

Het was best vreemd hoe een plaats je zo opeens terug kon trekken naar tijden uit je leven die al erg lang voorbij waren gegaan. Mia had de bezorgde bruine ogen van haar man eerst niet eens gezien; haar blik was vol bewondering over de chaos op perron 9 3/4 gegleden. Uilenveren en papieren dwarrelden tussen de tientallen pratende hoofden door; mensen zeulden met koffers en anderen namen met tranen afscheid van hun dierbaren; hier en daar schaterde een kind en verderop sprongen een paar magische vonken tussen de menigte uit.

Ze glimlachte zwakjes. 'Een beetje duizelig, waarschijnlijk ben ik gewoon nerveus.'

Noah liep voor hen en had zojuist zijn bagage in de trein gelegd. Mia vond dat zijn haar nog warriger was dan dat van zijn vader: uitstekende plukken dansden op en neer terwijl hij behoedzaam voor hen uit liep. Ze zag zijn hoofd telkens zoekend over de menigte gaan; hij zocht waarschijnlijk naar Scorpius en Roos. Jean zou ook aan haar eerste jaar op Zweinstein beginnen.

Er speelde een grijns rond James' lippen. 'Er is niet echt iets om nerveus voor te zijn: we weten allemaal dat Noah een Griffoendor is.'

Noah keek naar zijn ouders om. Zijn wenkbrauwen stonden gefronst; zijn gezicht was als een spiegelbeeld van James - afgezien van zijn groene ogen en de sluwe trekjes die af en toe in zijn gezicht omhoog sprongen. 'Ik ben een Zwadderaar.'

Noah was inderdaad een Zwadderaar. Het was duidelijk dat het bloed van een Mergel door zijn aderen stroomde - en dat was het nou juist: dat was de waarheid.

Noah Potter, hield niet van de waarheid.

Na negentien jaar, moest zijn moeder namelijk nog altijd vluchten van de klauwen van Azkaban.

Maar het was geen triest leven; nee, de Potters waren gelukkiger dan ooit. Ze leefden hun leven in het dorpje Havermouth, in het huis dat voorheen Villa Villijn had geheten. De slangen waren vriendelijk en door James' afkomst, werden de Potters beschermd door de meest invloedrijke mensen uit de Toverwereld; Marcel Lubbermans bijvoorbeeld, het schoolhoofd van Zweinstein.

Zowel James als Mia wisten wel dat deze veiligheid hen elk moment in de steek kon laten, maar voor nu, was het leven goed.

Er was een toekomst.

Want er was een reden voor het feit dat Mia zich niet zo goed voelde op het moment; ze blies haar adem vermoeid uit en verplaatste haar hand naar haar onderbuik.

Ze had James, noch Noah iets verteld.

Misschien kwam dat omdat de toekomst van Mia beangstigend veel op haar verleden begon te lijken. Een leven vol mysteries; een Mergel; een zoon... een dochter - ze klampte zich vast aan het idee dat het nu anders zou zijn.

Maar ze wist dat dat slechts een wens was; een laatste hoop die in één klap vernietigd zou kunnen worden door de harde waarheid.

Ondertussen voelde James Sirius Potter hoe de herinneringen terug kwamen. Hij kon zijn glimlach bijna niet van zijn gezicht krijgen: het was zo wonderbaarlijk dat hij hier zelf ook gelopen had als elfjarige jongen.

The Last SlytherinWhere stories live. Discover now