34. Herbology.

2.9K 209 30
                                    

Scorpius was de enige in de leerlingenkamer die ochtend. Hij staarde naar het haardvuur, precies zoals hij gisteravond had gezeten toen ik was vertrokken naar de slaapzalen. Ik vroeg me af of hij zich überhaupt wel bewogen had, hij zag er uit alsof hij de hele nacht niet geslapen had.

'Scorpius?'

Hij had me niet horen aankomen en leek daarom ook even te schrikken van mijn plotselinge aanwezigheid, maar die schrik verdween even snel als hij was gekomen.

'Wat?' Vroeg hij nors - wat mijn vermoedens over zijn weinige slaap bevestigde. Hij zuchtte, duidelijk merkend hoe kortaf hij zojuist had geklonken. 'Sorry,' hij haalde zijn handen door zijn haar, 'ik voel me gewoon niet zo goed.'

Ik wankelde even op mijn benen en aarzelde over de volgende vraag, maar stelde hem uiteindelijk toch. 'Wat is er dan?'

'Niks.'

Natuurlijk loog hij, en dat wist ik alleen maar zekerder toen hij zijn vuist balde - een vuist waar een brief in zat verstopt, te horen aan het kraken van papier.

'Er is wel wat.' Zei ik, terwijl ik in de zetel tegenover hem ging zitten. Of het nou nieuwsgierigheid was of dat ik echt medelijden met hem had wist ik zelf ook niet, maar iets in me drong aan om het antwoord te weten te komen.

Hij liet zijn blik naar zijn gebalde vuist zakken en zuchtte. Heel even leek hij iets te overwegen, maar toen stond hij op en mikte hij het propje papier regelrecht het vuur in.

'Waar was dat goed voor?' Vroeg ik beduusd.

'Nergens voor.' Hij greep zijn tas van de grond, wierp me een laatste nietsbetekenende blik toe en snelde toen de leerlingenkamer uit.

Ik keek hem met opgetrokken wenkbrauwen na. Er trok een onzeker gevoel aan me, want waarom deed hij opeens zo afstandelijk? Gisteravond hadden me nog gezellig en misschien zelfs wel als vrienden met elkaar kunnen praten, en nu leek hij opeens mijn grootste vijand te zijn. Had ik misschien te veel gezegd? Te weinig? Iets wat hem niet beviel?

Met een luide zucht besloot ik me dat niet eens meer af te vragen, het enige ware antwoord zou ik van hem krijgen - en hij was op weg naar de Grote Zaal, dus ik volgde hem.

Daar aangekomen zag ik nergens een blonde jongen zitten - althans, afgezien van Lorcan en Lysander, die naast elkaar aan de Huffelpuf tafel waren gaan zitten.

Lorcan glimlachte naar me, en heel even overwoog ik om bij hem en zijn tweelingbroer te gaan zitten, maar dat was voordat er een rode bos krullen in mijn ooghoek verscheen.

Ik wist precies wie het was, maar deed de moeite niet eens meer om oogcontact met Roos te maken. Met een vlugge draai verdween ik de Grote Zaal weer uit, terug naar de leerlingenkamer.

Ik sloeg het ontbijt over - iets waarvan ik spijt had toen ik eenmaal bij Kruidenkunde verscheen. Ik werd echter al meteen afgeleid van mijn rommelende maag, Scorpius was namelijk ook bij Kruidenkunde verschenen.

Het viel me op dat er niemand aan de tafel van hem stond, er waren misschien wel 4 plaatsen - maar alle Zwadderaars stonden aan de andere kant van de kas, druk in gesprek, terwijl ze af en toe blikken op Scorpius wierpen.

Ik herkende hun gedrag ergens van, en ook dat van de Griffoendors met wie we les hadden - de leerlingen hadden dit ook gedaan toen bekend werd dat Lucius Malfidus uit Azkaban was ontsnapt.

Mijn nieuwsgierigheid groeide er alleen maar door, dus ik besloot aan de tafel van Scorpius te gaan staan, die daar niet eens verbaasd van opkeek.

Degenen die daar echter wel verbaasd over leken te zijn staarden nu met volle nieuwsgierigheid mijn kant op. Het verwarde me, ik begreep er echt niks van - Roos, Albus en Sedeus leken namelijk helemaal niet kwaad, gewoon teleurgesteld en misschien zelfs wel net zo verward als ik zelf.

The Last SlytherinWhere stories live. Discover now